De baai van Cádiz biedt nog prachtige stukken ongerepte natuur. Toeristen zoeken liever het warme water van de Middellandse Zee op. Maar daarmee missen ze wel een zeer warmbloedig deel van het land. 10 hotspots om van te houden.
1. Trafalgar vuurtoren
Aan de kust, 10 kilometer buiten Vejer ligt de Trafalgarvuurtoren. Voor historici vooral leuk omdat hier de Spaanse vloot ernstig het onderspit moest delven bij de Slag bij Trafalgar in 1805. De overwinning van de Britten op het Spaans-Franse vloot zou hiermee de historische bakens voor de komende 100 jaar verzetten. Voor de natuurliefhebbers is hier ook veel te genieten. Zet je auto bij Chiringuito, de strandtent, waar je heerlijke koffie kunt drinken en andere heerlijkheden. Vanzelfsprekend. Vanuit hier kun je de duinen door het strand op. Als je hier buiten de eerste twee weken van augustus bent, is het hier stil op een handje surfers na.
2. Vejer de la Frontera
Stralend wit, op een rots geplakt is Vejer de la Frontera één van de mooiste witte dorpen van Andalucía, helemaal in Moorse stijl. Met smalle steegjes, sinaasappelbomen en bankjes met ingelegd mozaïek. Je hoort de klok blikkerig het uur slaan. Er zijn heerlijke tapasbars, vooropgesteld dat je de weg in het labyrint kunt vinden. Oh ja laat je de berg afrollen langs één van de mooie routes en je staat op het prachtige strand van El Palmar met zijn fraaie duinenrijen en velden vol koeien.
3. Camaróntour
Als je in de buurt van Cádiz bent is er geen ontkomen aan: flamenco. De lijn Cádiz, Jerez, Sevilla is de flamencobelt van Spanje. Puur of gemengd met rap, blues of jazs. Olé. Wil je iets van Spanje’s grote flamecoheld Camarón de la Isla begrijpen, doe dan de Cameróntour de Ida y Vuelta in zijn geboortestad San Fernando, net buiten Cádiz. Vraag naar gids Ana, dan krijg je er een snikkende én flamenco zingende gids. De tour gaat door de zigeunerwijk Santa Maria en sluit af bij zijn graf op de begraafplaats. Die begraafplaats is een prachtige Andalusische begraafplaats met nissen vol bloemen en wilde katten die in de zon liggen. Sluit je bezoek af in Restaurante Venta de Vargas op de Plaza Juan Vargas. Hier werd Camarón ontdekt en het is een fraai voorbeeld van een oude flamencorestaurant met privékamers en een Camarónkamer.
4. Blauwtje lopen in Cádiz
Cádiz is Europa’s oudste stad. Klein Havana wordt het ook genoemd vanwege de bouwstijl en de zachte kleuren van gebouwen. En de boulevards vol palmen. Ze heeft de wonderlijke vorm van een arm met een hand, de vingers in de Atlantische Oceaan. Het is ook een compacte stad omdat de zee rondom haar belet uit te breiden. Het is een havenstad met overal stranden. Het Bureau voor Toerisme heeft in de binnenstad vier gekleurde lijnen aangelegd met ieder een eigen thema. Je kunt ze volgen.
De blauwe lijn is verbonden met de grondwet van 1812, toen Cádiz een van de eerste liberale steden werd. Veel gebouwen aan deze route herinneren aan die tijd. Volg je groen kom je in de wijken El Pópulo en Santa María, oude volks en zigeunerwijken met architectonische resten uit de tijd van de Feniciërs en de Romeinen. Met oranje bezoek je de kastelen en verdedigingswerken tegen de piraten en de Fransen.
Het geeft een aardig inzicht in het Cádiz uit de 17e en 18e eeuw toen het Spanje voor de wind ging door de handel met Zuid-Amerika. Paars is de kleur van de vele paleisjes en uitkijktorens. Beide in het bezit van de rijke handelaren uit die tijd.
5. Restaurant Sorpranis
Eigenlijk bestaat Sorpranis in de volkswijk Santa María uit 2 onderdelen: een tapasbar en een deur verder een restaurant. Allebei afgrijselijk lekker. Neem de salmoreja, een traditionele soep van tomaat en brood. Probeer de aardappeltjes ageblust in sherry maar vooral ook de artisjokken in balsamico. Sorpranis is een fusionkeuken van traditioneel Cádiz en de moderne keuken. Fantastisch lokaal eten in een heel fraai restaurantje. Verse gerechten, biologisch en van vegetariërs kijken ze hier niet vreemd op.
6. Slapen in Dominicaans klooster
Hotel Convento Cádiz is een klooster van de Dominicaner orde uit de zeventiende eeuw. Het heeft iets spooky. Zo konden wij ‘s avonds nergens lichtknoppen vinden en meenden wij af en toe een monnik te horen zuchten. Voor de avonturiers, zeg maar! De kamers liggen op de verschillende verdiepingen rond de binnenplaats en kijken uit op de haven of de binnenplaats. Het ligt midden in de oude stad. Kamers zijn rond de 100 euro.
7. Peña flamenca
Als je in Cádiz bent kun je er niet omheen: de talloze flamencobars. Breng een bezoek aan één van de vele peñas die de stad rijk is en laat je verrassen door het optreden van die middag of die avond. Of loop even binnen in centrum La Merced, waar iedereen gratis mag oefenen. In de wijk Santa Maria is er ook een flamencoroute te volgen waarbij je geboortehuizen of stukken van de stad ziet die flamencozangers inspireerden ziet.
8. Camera obscura
Het is geen originele tip, maar wel een gouden! In de Torre Tavira, een verdedigingstoren met prachtig uitzicht over de stad, is een Camera Obscura ondergebracht. In de Camera Obscura kun je via een lens en een spiegel op de stad en de haven inzoomen en mensen op straat bespieden. Een bijzondere ervaring. Daarnaast biedt het dakterras van de Torre een prachtig uitzicht over de stad, de haven en de baai van Cádiz en de omringende steden als Rota.
9. El Palmar
Ga van Zahara naar El Palmar en je komt op adembenemende stranden. Een strand zoals een strand bedoeld is met duinen die langzaam doorlopen in weilanden vol koeien. Zo moet de kust geweest zijn voor de boel werd volgebouwd. Er is een hele mooie wandeling tussen el Palmar en Conil de la Frontera.
10. Balandro Restaurant
Je hebt de zee, dan de prachtige botanische tuinen en dan wandel je zo het bijzondere restaurant Balandro binnen. Je kunt kiezen voor a la carte of lekker aan de bar. De inrichting is modern met uitzicht op tuinen en zee. De keuken is een fusion tussen traditioneel en modern. Alameda Apodaca, 22. 11004 Cádiz (+34) 956 22 09 92
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken