Tegen de Portugese grens schurkt de kurkdroge Spaanse streek Extremadura. Ruig land. Uitgebleekt door de zon, schrale bodem die een eindeloze stroom emigranten en ontdekkingsreizigers het land deed ontvluchten in de hoop elders een vriendelijker en vruchtbaardere grond te vinden. Toch ligt er een ongelofelijke schoonheid verborgen voor wie er oog voor heeft. We delen 10 hotspots.
1. Calendario
Hoewel dat misschien vreemd lijkt voor dit barre hete land, wordt hier in de winter ook geskied. Calendario is één van de bergstadjes die als uitvalsbasis dient voor skiërs. Het bergstadje is prachtig bewaard gebleven. Een paar mooie kerkjes en veel cafeetjes en kleine ambachtswinkeltjes. In de binnenstad zitten er voor de voordeuren nog een houten deuren. Het ziet er mooi uit maar de functie was om vanachter de tweede deur de varkens te slachten. Overal in het stadje zie je water langs de straten gorgelen in een apart kanaaltje. Ziet er fraai uit, maar ook dit was ooit bedoeld toen in de wintermaanden van november tot februari duizenden varkens geslacht werden en het bloed op die manier afgevoerd werd. Nu is er in de stad geen varken meer te bespeuren, wel talrijke delicatessenwinkels die ook nog steeds worst verkopen. Want het gebied nog altijd staat bekend om zijn chorizo.
2. Zwemmen
In een droog land zwemmen? Ja zeker, in Extremadura vind je nog spectaculaire zwemgelegenheden. Daarnaast dammen veel dorpjes, die tegen de berghellingen liggen, in de zomermaanden de riviertjes af waardoor er natuurlijke zwembaden ontstaan. Sommigen zoals in Jarilla zijn nog altijd pure idylle, anderen zoals Piscina Natural de Segura de Toro zijn meer gecultiveerd met een restaurant en een zonneweide. Heel ruig met water dat door een gorge en over rotsblokken klatert is Reserva Natural Garganta de los Infiernos in de vallei van Jerte. Neem wel bescherming mee want er is hier weinig schaduw.
3. Plasencia
In de categorie: leuke onbekende provincieplaatsjes is Plasencia één van onze favorieten. Het pretendeert niks en daarom is het een fijn stadje met aardige mensen, een heerlijke markt op dinsdag en een kasteel om vanaf de kantelen uit te kijken. In augustus wordt hier een grote middeleeuwse markt gehouden, waarbij iedereen getooid is in middeleeuwse kleding en veel Spaanse aardewerk wordt verkocht. In de smalle straatjes van de binnenstad kun je bij diverse winkels de lokale paprikapoeder kopen, nog in de rechthoekige busjes.
4. Granadilla
Niet ver van de Romeinse ruïnes van Cáparra, kom je bij de oevers van het stuwmeer Gabriel y Galán, vernoemd naar de Spaanse dichter uit die streek. Het intens blauwe water met de grillig gevormde oevers is een paradijs voor vogels. Het water is warm als een bad en je kunt er prima zwemmen ondervonden wij. Al ben je de enige naast een handjevol vissers. De enige rustverstoorders zijn de bezoekers aan Granadilla, een ommuurd dorp met een uitkijktoren, moestuinen en Iberische varkentjes die zich heerlijk in de modder wentelen. Door de aanleg van het stuwmeer werden de bewoners in 1955 uitgekocht. Spookdorp Granadilla werd vervolgens een openluchtmuseum. Nu kun je er rondkijken hoe een idyllisch Spaans dorp er uit kan zien.
5. Hervás
Hervás is een oude middeleeuwse stad met een oude joodse wijk. In het voorjaar hangt er de zoete geur van lindebloesem. Achter een ruime boulevard vol terrasjes ligt de middeleeuwse wijk.
Tot 1492 woonde hier een voorname joodse gemeenschap, maar nadat de Katholieke Koningen besloten hadden dat Joden in Spanje niet langer welkom waren, vluchtten ze naar Portugal, de uithoeken van Extremadura of in sommige gevallen naar Amsterdam of Antwerpen. Nog altijd kun je de talloze kleine straatjes en steegjes inlopen met huizen waarvan de eerste etage een overhangend buikje heeft en voor schaduw zorgt in de straten eronder.
Naast bezoekers trekt het architectuurstudenten die hier leren bouwen in oude stijl. De Spaanse cineast Pedro Almodóvar, nam hier het einde van de film Átame.
6. Parque Natural de Monfraqüe
Een bijzonder natuurpark waar de roofvogels, en veel soorten gieren zich op de thermiek boven je hoof laten zweven. Je kunt er rondrijden langs de stijle kliffen. Het gebied ligt tussen twee rivieren die afgedamd zijn, maar nog altijd stromen langs de steile rotsen. Stop even bij Villareal de San Carlos, het bezoekerscentrum waar je informatie over het park kunt krijgen en iets kunt eten in één van de cafeetjes. Het kasteel van Monfragúe ligt op een rots en is vooral vanwege het prachtige uitzicht op de omgeving de moeite waard. Onderweg is het landschap wonderlijk groen.
7. Museum Vostell
Op een landgoed in het dorp Malpartida buiten Caceres ligt het museum Vostell van de gelijknamige Duitse kunstenaar Wolf Vostell. Vostell was beeldhouwer en schilder maar hier is vooral veel van zijn installatiekunst te zien. Het museum is een voormalige wolververij. In de enorme hallen installeerde Vostel zijn kunst. Auto’s met borstels die de vloer blijven vegen, onderdelen van vliegtuigen die als ooievaarsnest dienen en tal van bijzondere huisinrichtingen. Ook Yoko Ono heeft hier een aantal van haar werken staan. Behalve de kunst en de gebouwen is ook omgeving zeer de moeite waard. En het restaurant met zijn lokale gerechten is een aanrader om te gaan eten.
8. Trujilllo
Een prachtig stadje verstopt in Extremadura. De oude rijkdom spat er van af in de vorm van de vele paleizen. Dit geld komt van de veroveraars die naar Zuid-Amerika trokken. Met als beroemdste of liever gezegd beruchtste zoon Francisco Pizarro die in Peru het Incarijk vernietigde en nog altijd trots op zijn paard je vanaf de Plaza lijkt aan te kijken. Ook hier een enorm kasteel waar je naar boven kunt klimmen om over het weidse land uit te kijken, maar de stad zelf mag er ook wezen. Kronkelstraatjes die naar het fort leiden, met veel restaurantjes. Natuurlijk heeft de Plaza veel eetgelegenheden maar in de straatjes achter het plein ligt het echte culinaire goud.
9. Las Hurdes
Sinds ik ooit las dat de Spaanse cineast Luis Buñuel een film had gemaakt in de jaren 30 over Las Hurdes vanwege zijn enorme armoede, ben ik mateloos gefascineerd geraakt door deze dorpen die in lintvorm tegen de bergen aanliggen in het noordwesten van Extremadura. De film is van een gruwelijkheid die ik niemand kan aanraden. Een geit die (naar later bleek door de cineast zelf) in een afgrond wordt gegooid, een ezel die door bijen wordt doodgestoken. Maar de kern was: armoede.
“Je moet naar het achterste dorp”, had een vriend me aangeraden, “die zijn nog authentiek.” De route er naar toe is schitterend: Je klimt steeds hoger en onder je liggen kleine moestuinen op terrashellingen. Om een idee te krijgen van het leven in dit afgelegen gebied is er een museumpje in el Gasco dat laat zien hoe het ooit was. De Nederlandse cineast Raymond Gieling maakte eveneens een film over het gebied waarin de bewoners zich mochten beklagen over Buñuel en de wijze waarop hij hen had geportretteerd. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zowel mevrouw Nomad als ik er een zeer “unheimisch” gevoel kregen van de starende bewoners én hun katten.
10. Cáceres
Stad van de ooievaars en hoofdstad van de gelijknamige provincie. Naast een oude stad heeft Cáceres ook een prachtige middeleeuwse ommuurde stad die aanvankelijk door de Moren zo werd gebouwd. De vele paleizen die er nu nog te zien zijn, stammen uit de renaissance toen de ontdekkingsreizigers terugkwamen naar de stad.
De ommuurde stad is één groot openluchtmuseum waar niemand woont. Voor het leven moet je in de oude stad zijn die vanaf de Plaza Mayor naar beneden loop . Hier vindt je veel tapabarretjes en ook Marokkaanse theehuizen. Eén van de gerechten typisch voor Extremadura is Migas. Een gerecht van arme mensen en herders. Het bestaat uit uit mix van brood, knoflook en spek en wordt in vrijwel elk lokaal restaurantje geserveerd.
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken
Meer Extremadura? Lees ook:
- De x-factor van Extremadura
- De Spaanse winkel van Modestao
- De Spaanse notaris
- De krokodil en de dwergpoedel