Jeruzalem, de religieuze lijdensweg

Het is kil in Jeruzalem. Ik besluit de tram te nemen naar de oude stad. Op het stadsplan van de Israëlische VVV zie ik dat de Arabische wijken Ras El Amud en Silwan, in het oosten van Jeruzalem, van de kaart zijn geveegd.

Jeruzalem – Er is een legenda overgeplakt. De toerist heeft hier kennelijk niets te zoeken. De werkelijkheid doet niet onder voor deze kaartentruc: huizen van Palestijnen worden in deze Arabische wijken al jaren met buldozers onder het wegdek geschoven. Niet allemaal tegelijk om de internationale gemeenschap niet te veel te provoceren.

Palestijnen

In dit, door Israël geannexeerde gebied, worden Palestijnen langzaam verdrongen. “Weg met die Palestijnen, laat ze maar ergens gaan wonen.” Gevraagd naar waar die Palestijnen dan moesten gaan wonen, antwoordde een joodse kolonist in een reportage kribbig: “Wat interesseert mij dat nou? Het kan mij toch ook niet schelen waar de Chinezen wonen.”

Dat iedere Palestijn die Jeruzalem verlaat er nooit meer in mag, al was het maar om familie te bezoeken, is een mooie bijkomstigheid van het Israëlische beleid.

Als de tram komt, stapt er een jongetje met mij in. Ik heb net gezien hoe, toen een mevrouw haar vervoersbewijs liet vallen, het kind snel en behendig het kaartje opraapte en in het de zak van zijn zwarte jas stak. Ik heb hem eerder gezien. Een jochie, vermomd als oude man met een religieus kapsel met twee pijpenkrullen. Hij is niet ouder dan negen. Het zijn de ver uitstaande tanden en de ongezonde witte huid die me de vorige keer ook al zijn opgevallen.

Silwan Jeruzalem Nomad&Villager

Mea Shearim

Het opajongetje en ik houden ons vast aan dezelfde stang. Ik denk aan de ultraorthodoxe wijk Mea Shearim waar hij ongetwijfeld vandaan komt. Waar voorgesteld is om vrouwen niet langer over dezelfde stoep te laten lopen als de mannen. En in één moeite door het voorstel om vrouwen voortaan achterin de bus te laten plaatsnemen. Bij de Mahane Jehudamarkt stapt hij uit.

Zijn vader die voorstelt dat zijn moeder niet samen met hen over de stoep zou mogen lopen. De vrouw, altijd weer de nabijheid van de vrouw, die voor zoveel opwinding bij orthodoxe mannen schijnt te zorgen.

Ultraorthodoxe vrouwen

Ik kijk naar de ultraorthodoxe vrouwen op straat. Naar hun zwarte afgetrapte platte schoenen. Hun zwarte zakjassen waarboven make-uploze bleke gezichten nooit eens lachen. De jassen verbergen mouwen die op hun beurt de buiging van de binnenarm moeten bedekken. Het zwart van hun mutsen tot ver over hun oren, alleen de pieken van hun bruine pruiken vormen een dissidente kleur.

Ik bedenk dat sommige mannen verdomd weinig nodig hebben om opgewonden te raken. De jongen zou zijn vader geen vragen over stellen over zijn moeder daar aan de andere kant van de straat of achterin de bus. De orthodoxe school waar hij naar toe gaat, leert hem nauwelijks geschiedenis of wiskunde, laat staan dat ze kritisch denken stimuleert.

Jaffagate

Ik stap uit bij Jaffagate en besluit niet de oude stad in te gaan, maar er om heen te lopen. Ik draai naar rechts en volg de muur. Aan de andere kant bevindt zich de Armeense wijk. Een van de vier wijken waarin de stad is opgedeeld. Er zijn prachtige steegjes en doorkijkjes in dat stuk. Waar de Armeense wijk overgaat in de Joodse kijk ik aan mijn kant van de muur uit over Mount Zion.

Oscar Schindler ligt daar begraven. De industrieel die aan het begin van de oorlog een onteigende joodse fabriek overnam om vervolgens met diezelfde fabriek ruim 1000 joden van transport naar de concentratiekampen te redden. Hij zou in armoe sterven. Het zijn de geredde joden die hier zijn graf hebben bekostigd. Tussen het joodse gedeelte van de oude stad en de Arabische wijk Silwan, dat rommelig tegen een heuvel ligt, bevindt zich het City of David National park, waar koning David zijn vermeende paleistuinen had.

Een gedeelte van Silwan is inmiddels tegen de vlakte gegaan voor dit archeologische park. Er is een ondergrondse tunnel die van de Gihon-bron aan de voet van de berg naar de Siloamvijver leidt. Ooit aangelegd om bij aanvallen de watervoorziening veilig te stellen. Ik liep eens door die tunnel met een Israëlische geschiedenisdocent.

Geert Wilders

Terwijl we achter elkaar, gewapend met zaklantarens, door de donkere tunnel liepen waarbij het water soms tot mijn middel reikte, vroeg ze me honderd uit over Geert Wilders. Na een half uur kreeg ik last van claustrofobie en vroeg me af of ik ooit nog het daglicht zou zien. ‘Soms brokkelt er een stuk van de tunnel af” had ze me ter geruststelling gezegd. Ik bedacht hoe treurig het zou zijn als ik omkwam in een donkere tunnel met Geert als mijn laatste gespreksonderwerp.

El Aqsamoskee

Links ligt nu de el Aqsa moskee waar ik niet binnen mag. Ik maak opnieuw een bocht naar links en zie de Olijfberg. Op een groenstrook voor de heuvel zie ik een jongen met een kudde bruine schapen. Er achter op de oude joodse begraafplaats staan mannen in het zwart in een kring. Het woord kaddisj schiet me te binnen, maar als ik het later opzoek lees ik dat het een algemeen misverstand is te denken dat de kaddisj het gebed voor de doden is. Het is het gebed dat vraagt om de snelle komst van de Messias.

Tempelberg

De herder, beneden op de groenstrook, loopt met me op terwijl ik langs de Tempelberg loop. Bij de Leeuwenpoort ga ik de oude stad binnen en kom op de Via Dolorosa. Hier zou volgens de christelijke traditie Jezus, na zijn veroordeling door Pilatus, naar de Golgotha zijn geleid. Ooit kwam ik per toeval op een site waarin de kruisiging medisch werd benaderd. De details heb ik verdrongen, wel weet ik nog dat het uiteindelijk verstikking is die de dood veroorzaakt en dat dit fijne staaltje van martelen door de Perzen is uitgedacht en geëxporteerd.

Via Dolorosa

Lopen op de Via Dolorosa is ook in moderne tijden een lijdensweg. Hoewel lopen? Het heeft meer weg van springen want auto’s karren hier niet bepaald zachtjes de poort binnen en eisen de nauwe steegjes op. Als ik uitwijk voor een vrachtwagen, lees ik in een portiek dat hier Maria is geboren. Ik kom in een Russische orthodox kerkje terecht en vraag me af waar precies de Molen Jeruzalem Nomad&Villager Ik zie op het volgende pand opnieuw een bordje dat de geboorteplaats van Maria aankondigt. Ik zal het kerkje echter nooit bezichtigen want ik kom vast te zitten tussen een groep Russen en stuw tegen mijn wil een andere kant op naar een trappengat, waar ik door de massa naar beneden wordt geduwd. Hier in deze erker zat Barabbas gevangen, vermeldt een kaartje in het Engels. Barabbas, voor wie het even kwijt is, werd door sommigen als de zoon van Jezus en Maria Magdalena gezien en door anderen als de moordenaar die van Pilatus gratie kreeg. Ik heb genoeg van de Russen en de bijbelse roadmovie en loop terug in de richting van de poort. Een soldaat houdt me tegen. Blijkbaar ben ik een verboden zone ingelopen.

Tempelberg

“Tempelberg?” vraagt de soldaat. Ik knik van nee. “Niet?”, zegt de soldaat en neemt me oplettend op. Nu ben ik echt verdacht want wie wil er nu niet naar de Tempelberg? “Entree via de Klaagmuur”, zegt de soldaat die blijkbaar geen nee accepteert. Ik bedank hem en loop de poort uit in tegengestelde richting. De herder zit inmiddels op een stuk steen en kauwt op een grassprietje. Z’n schapen doen hetzelfde. Tekst en beeld: Anneke de Bundel

Share at:

2 reacties op “Jeruzalem, de religieuze lijdensweg

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omdat je van verhalen houdt…

Omdat je wel wil lezen, maar niet steeds wil kijken of er al een nieuw verhaal is. Laat je e-mail achter en je krijgt een nieuw verhaal gewoon in je brievenbus.