Een van de grootste interviews die we kregen was van het Parool. De Amsterdamse krant pakte kamerbreed uit met wel drie pagina’s.
Vijf jaar geleden vonden Anneke de Bundel en Nicole Franken elkaar op sociale media, waar ze geïntrigeerd raakten door elkaars werk. Ze spraken af, het klikte en ze besloten samen te werken. Hun eerste reportage: een verslag over Spaanse vrouwen die met een bus, de Love Caravan, van Madrid naar een afgelegen dorpje trokken, op zoek naar de liefde. Het avontuur smaakte naar meer en ze werken sindsdien voor diverse media. In hun eerte boek, Over elfjes en kogelgaten, berichten uit een vergeten landschap, bundelen ze reportages van hun reizen naar vergeten plekken in Bosnië, Schotland, IJsland, Ierland, Koerdistan en Noorwegen.
Wat is de rode draad in jullie reisverhalen?
Nicole Franken: “Onbewust maken we altijd reportages over mensen in een desolate omgeving.”
Anneke de Bundel: “We gaan naar dorpjes in plaats van naar steden; daar is het contact met de mensen makkelijker. We slapen bij mensen thuis, want dat levert de mooiste verhalen op. Het gevecht van de mens met zijn omgeving en tegelijkertijd de bescherming van die omgeving is ook een rode draad. In Noorwegen speelt klimaatverandering bijvoorbeeld een belangrijke rol. Husky’s werden vervangen door sneeuwscooters, maar die ruiken niet of het ijs dik genoeg is. Daarom worden nu weer vaker husky’s ingezet. Ook in IJsland zijn mensen afhankelijk van de natuur, die voortdurend verandert – er dreigt nu een vulkaan uit te barsten in de buurt van Vik. En voor Nederlanders is het normaal om onder zeeniveau te leven, terwijl anderen zich altijd afvragen hoe wij dat vinden.”
Hoe kiezen jullie zulke bestemmingen?
De Bundel: “Na een paar reizen zochten we nieuwe bestemmingen. We kregen een verzoek van twee jongens van Adriatic Vakanties om naar Kroatië te gaan. Dat vonden we te toeristisch, maar die jongens kwamen uit Bosnië en dat land vonden we wel interessant: daar woedde tot twintig jaar geleden een burgeroorlog en we wilden weten hoe de mensen nu weer met elkaar omgaan.”
“Een andere bestemming, Ierland, stond al langer op ons lijstje. De mensen daar zijn heel open en vertellen makkelijk verhalen. De bestemmingen binnen dat land kozen we niet van tevoren. Zo werd ons daar verteld dat we naar Tory Island moesten gaan, een eiland van vijf kilometer lang met een koning. Dat zijn van die dingen die op je pad komen.”
Jullie gaan dus op de bonnefooi en zien wel waar jullie belanden?
De Bundel: “Sommige dingen overkomen je, ja. In Irak hadden we de reis gedeeltelijk uitgestippeld. We waren uitgenodigd door het toeristenbureau van Koerdistan. Eenmaal daar bleek dat we de stad Erbil niet uit mochten, omdat het te gevaarlijk zou zijn. We snapten niet waarom we dan überhaupt waren uitgenodigd. We moesten ons van het bureau de volgende dag om negen uur ‘s ochtends melden, anders zouden ze de hele trip cancelen. Die avond zijn we als gekken op sociale media gaan zoeken naar mensen met connecties in Irak, slaapplekken en vervoer. Via via vonden we onze chauffeur Mohammed, die levensgevaarlijk reed. Dat was niet echt gepland.”
Franken: “Vooraf heb je een idee wat de vertelling min of meer zou kunnen zijn. Maar als je heel staccato vasthoudt aan de planning die je in Nederland hebt gemaakt, mis je veel kansen. Op locatie moet je flexibel zijn. Ik denk dat het onze kracht is dat we naast de mensen gaan staan en voor een periode onderdeel zijn van hun gemeenschap.”
De Bundel: “In Schotland wilden we naar de Inner Hebriden, een aantal kleine eilandjes. We pakten een boot die naar een van de eilandjes, Isle of Eigg, ging en ontmoetten daar een man die getrouwd was met de arts op dat eiland, een Nederlandse. Zij is inmiddels overleden, trouwens. Hij sprak ons aan in het Nederlands en omdat er nauwelijks accommodatie is op het eiland, bood hij ons aan bij hem thuis te logeren. De volgende dag heeft hij ons rond het eiland gevaren, op zoek naar walvissen en dolfijnen.”
“De reis naar Noorwegen hadden we gewonnen met een wedstrijd van reisblad Columbus. Het was de bedoeling dat we gingen langlaufen in het midden van Noorwegen, maar ik ben helemaal niet sportief. We wilden liever een verhaal over husky’s maken, maar die waren in dat gedeelte van Noorwegen niet te vinden. ‘s Avonds in een restaurant gaf de ober ons een plaatselijke krant, waarin we lazen over een vrouw die met husky’s een marathon had afgelegd. Hij bracht ons met haar in contact en we mochten mee op haar training. Dat niet altijd alles gaat zoals je had verwacht, maakt het juist bijzonder.”
Welke ervaring heeft de meeste indruk gemaakt?
Franken: “Die met de Noorse huskymenner, een musher, die ons naar een bevroren meer bracht. Hoe ver je ook keek, je zag helemaal niets. Het was één grote ijsmassa. Je hoorde alleen het gekraak van de sneeuw en het hijgen van de honden. Het was alsof de tijd heel snel ging, maar tegelijkertijd stilstond. Een unieke ervaring. Ik heb mijn camera even weggelegd om het echt te kunnen voelen. Ook de gastvrijheid in Irak tijdens het nieuwjaarsfeest was bijzonder. Het maakt niet uit waar je vandaan komt, iedereen mag daar aanschuiven. Als je kijkt naar de huidige vluchtelingencrisis kunnen wij daar nog wat van leren. Dat zijn mooie momenten die je bijblijven.”
De Bundel: “Het vluchtelingenkamp in Irak raakte me. Het was een oude legerbasis, die er op het oog niet eens zo verschrikkelijk uit zag. Maar dat was het wel: kapotgeschoten muren, mensen die op stukjes karton op de koude vloer zaten en je dan toch uitnodigen voor thee. Ze zeiden: ‘We hebben niet veel, maar gasten behandel je met respect.’ Daar moet ik nog vaak aan denken.”
Hebben jullie weleens gedacht: waar zijn we nou eigenlijk mee bezig?
Franken: “We sliepen in Schotland op de boot van Charlie, een botenbouwer bij wie we via couchsurfing terecht waren gekomen. In the middle of nowhere. Je stapt heel vrij en open op zo’n boot, vol zin in avontuur, maar eenmaal daar bekroop die gedachte me wel eens, ja. Zeker toen ik daar ‘s nachts ineens voetstappen hoorde. Ik ging de boot af en parkeerde de auto zo op het smalle weggetje dat we meteen konden wegrijden als we moesten vluchten. Uiteindelijk bleek het gewoon Charlie te zijn geweest, die moest plassen.”
“Er zijn ook situaties in Bosnië geweest dat we buiten de lijntjes kleurden, door bijvoorbeeld over prikkeldraad heen te klimmen om te kunnen zien wat er gebeurt achter het hek van een verlaten fabrieksterrein. In Nederland zou de politie je eerst waarschuwen, maar in Bosnië kun je zo worden opgepakt. Gelukkig ging het goed, want je wilt toch een verhaal mee naar huis nemen dat een ander niet heeft.”
De Bundel: “Op de boot naar Tory Island was ik voor het eerst echt bang. Er waren geen zwemvesten, de boot klapte hard op de golven en de zee was zwart. Voor het eerst twijfelde ik of het goed ging aflopen. Uiteindelijk was het een spannend begin van een verhaal dat eindigde met een bezoek aan de enige koning van Ierland.”
Is het de bedoeling dat lezers jullie achterna reizen?
De Bundel: “Dat mag natuurlijk, maar dat is geen doel op zich. We willen laten zien dat waar je ook komt in de wereld, je altijd mensen tegenkomt zoals jij en ik. Wat ons opvalt is dat mensen over het algemeen heel gastvrij zijn. In Irak, Schotland en Ierland hebben we overal mogen slapen. Kleine gemeenschappen kunnen heel benauwend zijn: daar zit je dan, op zo’n eiland met honderdtwintig man. Je kunt je afvragen hoe leuk dat is. Maar het heeft ook een kracht, want waar woon je nou nog zo? Een bewoner van Isle of Eigg zei tegen ons: ‘Je gaat geen ruzie met elkaar maken, dat heeft geen zin. Je hebt elkaar nodig.’ Die levenswijze, de mens samen met de natuur, proberen we te vangen.”
Waar gaat de volgende reis naartoe?
Franken: “Brazilië. Daar gaan we een reportage maken over kinderprostitutie en mensenhandel.”
De Bundel: “We zouden het leuk vinden om meer met kleine, bijzondere gemeenschappen te doen. Maar het is net als met reizen: ik zeg dit nu, maar wie weet waar we volgende week terechtkomen.”
Tekst: Gioia Endt