Dit verhaal speelt zich af in Rotterdam, in een koffiebarretje aan een plein op de zuidelijke oever van de Maas. Waar een jonge man – laten we hem Jordy noemen – zijn droom verwezenlijkt tussen alle virusmaatregelen door. Een koffiebar als een huiskamer, met boeken in een rek en baksels onder glas.
Waar je je in Toronto of Berlijn waant of, nou ja, gewoon in Rotterdam. Zo gewoon in Rotterdam dat je er op je badslippers binnen kunt lopen: ‘Doet mij maar een bakkie pleur!’
Liever luisteren?
Dat bakkie pleur is goddelijk. Lokaal gebrand door de jongens van Schot in het westen van de stad. En als je toch een bakkie doet, kun je net zo goed even losgaan op de ontbijtopties. Uit het Midden-Oosten, Seoul of gewoon uit Rotterdam.
Deliplein
Al blijf je de hele dag. Doet niemand moeilijk over. Krul lekker op, badslippers op de vloer, boek onder handbereik. Bestel een goed glas wijn of zelfgemaakte ijsthee en bespied van onder je oogharen de buurtbewoners op het Delhiplein. Zei ik Delhiplein? Ik bedoel Deliplein.
Maar misschien begint dit verhaal ook wel in India. Kijk, onze jongeman studeerde bedrijfskunde aan de Erasmusuniversiteit, want ja geen idee wat hij later wilde worden. En met bedrijfskunde zit je altijd goed. Kun je geen buil aan vallen.
Hij hield van koken. Verwonderlijk was het dan ook niet dat onze dromer als menuplanner en analist terecht kwam bij een foodbedrijf. Een bedrijf dat Belgen en Nederlanders dagelijks van een bijna kant en klare maaltijd voorziet. Urenlang zat hij dan gebogen over de Excel sheets op zoek naar verbeterpunten om recepten te ontwikkelen die de gemiddelde Nederlander tot een goed einde kon brengen.
Belgen en Nederlanders
Want het moet gezegd: enig cultureel verschil viel er toch wel te bespeuren tussen Belgen en Nederlanders. Die laatsten willen vooral binnen vijftien minuten een wereldmaaltijd op tafel, waarbij de aardappelen dan vooral in de combimagnetron moeten kunnen garen.
Al zijn culinaire bemoeienissen ten spijt, zo’n kantoorbaan was niet zijn ding, ondanks het leuke meisje bij de afdeling Receptontwikkeling.
Dus vertrok hij naar India en Nepal, altijd een goede plek voor wie het even niet meer weet. Daar in de hectiek en de chaos van de grote drukte vond hij rust in de kleine barretjes waar je gewoon een hele dag met een boek kon zitten.
India
Er kwam businessplan. Een beetje Rotterdamse ondernemer maakt zo’n ding op een berg. En toen een bord in Nepal hem welkom, Namasté, heette, had hij ook een naam. Afijn, zijn hoofd was leeg maar zijn hart was vervuld van nieuwe dromen. Tijd om naar huis te keren.
Daar plukte hij dat leuke meisje bij Receptontwikkeling weg en broedde op de uitwerking van zijn plannen. Hij wilde een barretje zoals in India, met boeken en spelletjes. Hij wil het de mensen graag naar de zin maken. Zo is hij, dat past hem.
Hij vroeg Rotterdamse horecaondernemers naar hun bevindingen. Ja, hij had een streepje voor als bedrijfskundige, maar hij liep ook een streepje achter, want geen ervaring.
De Kaap
Dus ging hij werken in Rotterdamse bars, werkte zijn ondernemersplan verder uit. Betrok het meisje van de Receptontwikkeling bij zijn toekomst. Leerde wat er te leren viel.
Het wensenlijstje van onze dromer was bescheiden: een klein pand met een klein terras. Goede koffie, dito wijn en een kleine maar uitstekende kaart. In India leerde hij dat een mens een bescheiden plek nodig heeft in de hectiek van alle dag.
Hij betrok een pand. Op de Kaap, ooit het domein van Chinezen, zeelui en prostituees. Twee keer vallen van waar de Holland-Amerikalijn andere dromers naar Amerika bracht.
Koffiebar Namasté
En hij opende zijn koffiebar Namasté. Tada! En ging meteen weer dicht. Lockdown! Eigenlijk was dat niet eens zo heel erg. Bood het alle gelegenheid om dat ingewikkelde koffieapparaat nog eens te bestuderen. Waar moesten die bonen van die jongens uit West eigenlijk in?
En de kleine kaart werd nog kleiner. Maar voor de wereldburger bleef er genoeg over om af te halen. Zoals de tosti’s met smaken uit Japan, Tel Aviv of Mexico, die je doen vergeten dat we het land niet uit mogen.
Maar vergis je niet! De Rotturdammurt kan er ook terecht. Want ze hebben ook een tosti Rotterdam, ja met echte kroten. En alle yuppen uit de buurt, halen er tijdens hun thuiswerkpauzes hun koffie. Zie je nog eens iemand.
Rotterdamse puinzooi
En natuurlijk is het wachten nu op een open-up. Want dat koffiezetapparaat, dat kennen ze nu wel. Wat ze niet kennen is een gevuld Deliplein vol activiteiten, toeristen en de Nacht van de Kaap.
En als het dan straks weer zo’n lekker Rotterdamse drukke puinzooi is, kun je bij Koffiebar Namasté in alle rust een boekie lezen.
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Koffiebar Namasté
Dit verhaal maakt deel uit van een reeks verhalen over veerkracht. Sinds de uitbraak van COVID-19 is mijn baan als reisschrijver verdampt. Hoe herpakken anderen zich en wat als ik dat eens opteken? Verhalen die als inspiratie dienen. In ieder geval voor mij.