Ze woont er al weer een jaar of tien. Daar aan dat weggetje dat stilletjes het dorp uit kruipt. Zoals de dingen gaan; er was een droom en een liefde. Beiden vonden elkaar in de Haute Saône. Dus gingen ze op zoek naar een huis om de droom in te vangen.
Geheim van de dorpelingen
Er kwamen loslopende kippen die ’s nachts worden ingesloten tegen de vossen. Want ja zoiets overkomt je maar één keer. Er was buurvrouw Therèse die haar inwijdde in de plattelandsgeheimen. “Nee, je mag de dorpelingen niet vragen waar ze hun paddenstoelen plukken, dat is geheim, maar ik kan je wel aanwijzingen geven hoe je ze kunt vinden.”
Er kwam een hangbuikzwijn dat steeds ontsnapte om te vrijen met de wilde zwijnen van de Vogezen. De moestuin werd aangelegd, de tuin getemd.
La Cure
Het hangbuikzwijn kwam op een dag niet meer terug en ook de liefde verdween. Wat bleef is La Cure, nu een kloeke Bed & Breakfast en eigenaresse Annette die ons welkom heet met wijn en verhalen. “Ja hangbuikzwijn Mama Loe kwam op een dag niet meer terug. Het was de periode van de jacht. Ik vermoed dat de jagers een makkelijk doelwit aan haar hebben gehad.”
Het is in de tijd van de paddenstoelen dat we afreizen naar de Haute Saône, net de Vogezen over. Voorbij Metz waren de valleien groen met het geel van de herfst die zich er in mengde. Vlak voor het dorp, doken jagers op in feloranje jasjes.
Haute Saône
“Ik dacht altijd dat jagers camouflagepakken droegen,” merkte ik verbaasd op. “Blijkbaar schieten ze vaker op elkaar dan op het wild”, antwoordde mevrouw Nomad die behendig de gewapende groep ontweek.
Het was al donker toen we het dorp bereikten. Pas de volgende morgen zagen we hoe het geel van de laatste zonnehoedjes fel afstak tegen de blauwe luiken. Het was fris in huis. Een hond heette ons welkom en we werden snel naar het houtvuur in de grote kamer gedirigeerd.
We waren de laatste gasten van het seizoen. “Omdat het huis geen centrale verwarming heeft, zijn de slaapkamers te koud voor de meeste gasten”, verklaarde Annette terwijl ze redderde met glazen en wijn.
Paddenstoelentijd
La Cure is een robuuste woning, boers zo je wilt, met een enorme stenen trap naar boven. Daar liggen de kamers die uitkijken over de velden waar ’s zomers witte bonkige koeien grazen.
Donzige dekbedden houden de herfstkou op afstand. De omgeving is vermaard om zijn afwisselende natuur en de vele wandelingen die je er kunt doen. Als we wilden, konden we de volgende avond mee eten.
Risotto met boleten
Het was paddenstoelentijd en Annette zou een risotto met diverse wilde boleten voor ons maken. Wellicht vonden we het leuk ’s morgens mee te gaan om ze zelf te plukken?
De fotografe twijfelde. “Het is heel veilig”, suste de gastvrouw. Daarbij we laten ze gewoon keuren bij de pharmacie. Dat is hier heel normaal. Ze had de dag ervoor een plek gevonden waarvan ze vermoedde dat er paddenstoelen waren.
Paddenstoelen vindplaatsen waren ongeveer net zo geheim als vroeger de Californische goudaders moeten zijn geweest. “Topgeheim”, beaamt onze gastvrouw. Worden van generatie op generatie aan elkaar doorgegeven. Als je niet met een Fransman getrouwd bent, kom je er niet achter.”
Maar wie geen Fransman is, moet slim zijn en op de sporen letten. “Zo zijn geparkeerde auto’s aan de bosrand een goede aanwijzing”, vertelt Annette.
Met visioenen van manden vol boleten, gekeurd door een apotheker die het midden houdt tussen Julien Clerc en Charles Aznavour stap ik die avond mijn bed in.
Mevrouw Nomad heeft voor alle zekerheid nog even het grote paddenstoelenboek doorgenomen en de foto’s van boleten met een groot kruis en het woord toxique uit haar hoofd geleerd.
Pie de moton
Onnodig, blijkt de volgende morgen als we met onze rieten mandjes het bos door ploeteren op zoek naar een pie de mouton, de enige paddenstoel die Annette goed genoeg kent om niet ons leven te riskeren. De oogst is bedroevend en ik overweeg de fotografe uit te huwelijken aan een Fransman.
“Wat een stupide tijdsbesteding”, foetert de fotografe. “Koop die dingen toch gewoon bij de supermarkt.” “Zeur niet”, zeg ik kribbig. “Nu ben ik mijn ontmoeting met de apotheker misgelopen. Wat als het de Ware was geweest?”
Liefde in tijden van paddenstoelen
“Aha liefde in tijden van paddenstoelen!” spot de fotografe. We besluiten onze teleurstelling weg te eten tijdens een lunch in Jussey. Op de hoek van de straat treffen we een klein lokaal restaurant.
Binnen zit een oma luid smakkend het vlees van een kip te plukken. We nemen plaats zo ver mogelijk bij de oma vandaan. “Quoi?”, zegt de ober in de Franse versie van ‘wat mot je?’ Of we de kaart mogen zien.
De kaart
“Welke kaart?”, vraagt de ober. “Om te eten.” Ik vraag me af of ik tijdens het paddenstoelen zoeken een beroerte heb gehad waardoor mijn mond andere dingen zegt dan ik bedoel.
“Dit is geen restaurant,” zegt de man en het klinkt als Ceci n’est pas une pipe. “Niet?”, en ik hoor hoe hoog mijn stem klinkt als ik wijs op oma. “Dat is mijn moeder, mens moet toch ergens eten.” Weer buiten zien we op het bord naast de deur: no restaurant.
Noten drogen
Als we terugkomen, heeft Annette inmiddels het vuur hoog opgepord. De hond ligt om de warmtebron gekruld en uit de keuken stijgt de geur van Risotto met Franse funghi. In manden naast het vuur liggen noten te drogen.
“Ik had gelukkig nog wat ingevroren van de vorige keer, dus is er genoeg”, zegt onze gastvrouw. Het smaakt heerlijk. Terwijl we eten, kijken we uit over de velden. Daar niet ver van de kerk, woont de apotheker.
Franse verkering
Als we weer in Nederland zijn, ontvang ik een foto van Annette. Een mand vol boleten, geplukt de dag nadat we vertrokken zijn. “Waar heeft ze die ineens vandaan?”, wil mevrouw Nomad weten. “Een Franse verkering”, vermoed ik en ik denk aan de apotheker die ik ben misgelopen.
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken
La Cure praktisch:
- Geopend van maart tot en met oktober
- Op 7 uur rijden van Utrecht
- Kamers vanaf 28€ pp.pn
- Diner mogelijk
- In de Haute Saône, net voorbij de Vogezen
- Website La Cure