Ik leun achterover op het kussen tegen de muur, net onder het raam. Achter me wordt het langzaam donker boven de besneeuwde toppen van het Hasarustgebergte. “Alleen de bergen houden van de Koerden”, had onze tolk die middag gezegd.
De televisie herhaalt non-stop fragmenten van mensen die in Iraaks Koerdistan Noroez, het nieuwe jaar, in dansen. De armen rond elkaar schouders, de benen één voor één naar voren geschopt. De Koerdische driekleur stevig in de hand. Ik zou ook wel even met m’n benen willen schoppen. Ik ben niet gewend aan het urenlang op de grond zitten in kleermakerszit. Als ik ze alleen maar even zou mogen strekken. Maar voetzolen laten zien, is onbeleefd.
Gastvrij Koerdistan
Runak, de moeder van het gezin waar we bij verblijven, is net in gebed gegaan voor de televisie. Haar brede billen wijzen naar ons. Haar hoofd is verdwenen onder een witte hoofddoek. Mekka is kennelijk waar de televisie staat. “Maak het jezelf gemakkelijk”, had ze gezegd. “Trek lekker je pyjama aan. Doe alsof je thuis bent.” We hadden het afgewimpeld. Los van het feit dat ik vrees dat Runak mijn t-shirtje vol gaten niet als pyjama zou labelen, voelde ik me wat bezwaard om bij wildvreemde mensen in slaaptenue aan het diner te schuiven.
We waren door toeval bij de familie terecht gekomen. Zoals we overal in Koerdistan per toeval terecht komen. Zodra we laten weten ergens naar toe te willen, is er altijd wel een broer, een tante of een nicht die ons onderdak aanbiedt. Koerden zijn gastvrij, merken we.
Het was de kleinzoon die ons had uitgenodigd. En dus waren we dwars door de bergen en de canyons naar het oosten van Koerdistan gereden. Toen we aankwamen, was de familie al vertrokken voor de jaarlijkse nieuwjaarspicknick verderop in de bergen die Irak van Iran scheiden. Een tante en een oom nodigden ons uit te komen ontbijten en voorzagen ons van thee, yoghurt, walnoten en verse honing.
Richting Iran
Terwijl tante het ontbijt afruimde had oom de vitrinekast geopend en daar een spuitbus 8×4 Glam up uit te voorschijn gehaald. Oma bewerkte over haar huisjurk heen haar oksels en gaf de bus toen door aan oom tot uiteindelijk ook de vierjarige up geglamd was. Toen werd de fles met een genereus gebaar naast ons gezet.
Een klapje op het kussen gaf aan dat ook wij ons naar hartenlust van de deo mochten bedienen. Daarna regelden ze een auto en reden wij, gehuld in deodorantnevelen, met wildvreemde mensen richting Iran. Daar gingen we picknicken met een eveneens wildvreemde familie.
Buitentoilet
En nu waren we terug thuis en gingen we weer eten. Vader Assaad staart naar het achterwerk van zijn vrouw terwijl hij op twee mobieltjes tegelijkertijd een gesprek gaande houdt. Ik besluit even naar het toilet te gaan en mijn benen te strekken. Runak heeft ons uitgelegd dat er twee wc’s zijn. Het buitentoilet naast de paarse keuken is voor de grote boodschap. Op de binnen-wc kun je terecht voor de kleine.
Ik loop langs de biddende Runak naar buiten, terwijl ik me afvraag of het onbeleefd is om langs biddende mensen te lopen. Oma of is het oudtante? houdt me tegen en duwt me in de richting van het binnentoilet. Mijn rudimentaire kennis van het Koerdisch bevat twee woorden: dank je wel en goedendag. Geen van beide zijn toereikend om oma van mijn grote boodschap op de hoogte te stellen.
Grote boodschap
Ik laat me dan ook braaf de wc insturen en staar naar het toilet in de grond. Om er zeker van te zijn dat iemand niet stiekem toch de grote boodschap binnen doet, is er in de afvoer een zeefje gehangen. Ik hoor hoe oma zwaar ademend voor de deur de wacht houdt.
Koerdische oma’s zijn te gek. Waar je ook bent, ze zijn nooit te beroerd om je te beschermen tegen pottenkijkers. Eerder in de bergen had ik wat radeloos om me heen gekeken toen de vele thee zijn tol van mijn blaas eiste. Op iedere helling zat een Koerdische familie en de boompjes zijn slechts kale skeletten waarachter het lastig verstoppen is.
Spatten
Oma had mijn nood gezien en mij meegetrokken. Midden op het veld had ze haar enorme hoofddoek afgedaan, die om mij heen gedrapeerd en mij toen te verstaan gegeven dat ik rustig mijn gang kon gaan. Vervolgens was ik volledig geblokkeerd uit angst op oma’s hoofddoek te spatten. Voor de vorm spoel ik het toilet door met het plastic kannetje en vlucht dan naar het buitentoilet. Zoon Rubar verspert de deur. Een peervormige jongen die sigaretten uit een benen pijpje rookt.
Hij groet me en trekt daarvoor zijn volledige Engelse woordschat uit de kast: “yes yes.” Rubar heeft me via de tolk verteld dat de dokter hem geadviseerd heeft zich verre van sigaretten te houden. Vandaar het benen pijpje.
Naanbrood
Als ik terug in de kamer ben, dekt dochter Sayran de vloer. Van een rol trekt ze een langwerpig stuk plastic ter grootte van een eettafel en spreidt dat over de grond. Even later volgen er kommetjes, schalen, plastic bekers en een karaf water. Op de hoeken legt ze het platte naanbrood dat in vieren is gevouwen en waarvan we stukjes afscheuren om zo de rijst, de augurken, de kip en de andere gerechten op te pakken.
Terwijl we eten loopt de kamer vol met buren en familieleden. Mannen en jongens vooral. Maar ook een paar nors kijkende jonge vrouwen met kleine kinderen. Pas later zal ik ontdekken dat het geen norsheid is, maar extreme verlegenheid. Stilletjes schuiven ze in een grote kring om ons heen en kijken hoe we eten.
Als nummer vijftien aanschuift, zeg ik: “Oké, nu jullie hier toch zijn mogen jullie om beurt een vraag aan ons stellen.” Als de Juan, onze tolk het vertaalt, merk ik dat ze geestdriftig knikken en massaal hun hand opsteken.
Mollig
De eerste vraag komt van de peervormige zoon. “Jij zegt dat je in jouw land naar je werk fietst, maar als je zo gezond leeft, waarom ben je dan toch zo, uh, mollig.” Ouch! Ik merk hoe ik beledigd ons gastgezin en de kinderen bekijk die veel malen dikker zijn. Later hoor ik van de gids dat hij nooit het woord mollig had gebruikt. “Vet”, had hij gezegd.
Gelukkig hoef ik geen antwoord te geven, want vader heeft een dringende vraag: Hoeveel heeft mijn man aan bruidsschat voor mij betaald? In Koerdistan betalen de mannen een bedrag in goud voor de vrouwen met wie ze gaan trouwen. Ik wacht even en zeg dan nog steeds gepikeerd: “Niets, ik was gratis omdat ik zo dik ben.”
Bruidschat
Even is het stil dan rollen ze over de grond van het lachen. “Haha”, hikt vader, “dan hadden ze bij mijn vrouw wel geld toe mogen geven. Die is zó dik.” Met zijn mollige armpjes geeft hij de omvang van zijn vrouw aan. Runak kijkt hem vernietigend aan en begint dan te schreeuwen. Van de tolk begrijp ik dat ze nu al zijn tekortkomingen opsomt. Dat haar bruidsschat zeer ontoereikend was voor het huwen van een lamzak die nooit nooit iets uitvoert.
Haar man kijkt haar even verdwaasd aan en begint dan op zijn beurt haar tekortkomingen op te noemen. Het dorp kijkt geamuseerd toe, terwijl de tolk het geschreeuw vertaald. Als het weer rustig wordt, steekt een kale man zijn hand op. Sinds wij zulke bereisde dames zijn, wil hij weten of wij een middel tegen kaalheid weten.
Handstand
Duidelijk een vraag voor de fotografe. “Natuurlijk weten we dat. Je moet iedere morgen beginnen met een handstand”, zegt ze. Zodat het bloed goed in de haarvaatjes zakt. Dat bevordert de groei.” De mannen kijken haar aan en knikken. Logisch. “En dan”, vervolgt de fotografe onverstoorbaar “moet je iedere morgen een rauw ei op je hoofd kapot slaan en dat vijf minuten inmasseren.
Daarna vraag je je vrouw nog een tweede ei op het hoofd kapot te slaan.” Het is even stil en ik vermoed dat ze door hebben dat de fotografe uit haar nek kletst, maar dan zegt de kale man: “maar wat als je geen vrouw hebt?”
Koerdische pyamaparty
Het wordt tijd te gaan slapen en we verplaatsen ons naar de kamer naast de huiskamer. Oma en Sayran brengen matjes en dekens. Als we alleen met gids en tolk Juan zijn, steek ik mijn hand in mijn rugzak om daar de clandestiene fles wijn uit te pakken. We zijn toe aan een borrel. Tada! De deur vliegt open. Oma, moeder, Sayran en alle buurvrouwen komen met schalen fruit, walnoten, koekjes en kopjes koffie binnen. Ze vleien zich tussen ons in. Een Koerdische pyjamaparty!
“Slaapt zij bij jou op de kamer?” vraagt de fotografe als de buurvrouw uitlegt dat haar twee jaar oude dochtertje tegelijkertijd met de ouders gaat slapen. “Wat een rare vraag!”, meent Runak “Alle kinderen slapen toch bij hun ouders op de kamer?” Ik denk aan de 24-jarige peervormige zoon, de 16-jarige Sayran, en al die kinderen die zo meteen in de huiskamer naast vader en moeder liggen. Een slaapkamer hebben ze wel, maar daar slaapt nooit iemand hebben we al begrepen.
Tekortkomingen
‘’Waar maken ze dan al die kinderen’, mompel ik tegen de fotografe, maar de gids heeft het gehoord en vertaalt het vrolijk naar de vrouwen. Tot mijn verbazing geeft Runak gewoon antwoord waar iedereen bij is. “Soms sneaken we deze kamer in en soms wachten we tot de kinderen naar school zijn”, lacht ze met een scheve grijns. Blijkbaar heeft Assaad niet alleen tekortkomingen.
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken
Deze reportage werd geschreven op uitnodiging van de overheid in Koerdistan.
Meer Koerdistan? Lees ook:
Literatuur over Irak en Koerdistan?
- Wat volgt op een vergissing, Paulien Bakker
- Laura H. Thomas Rueb
Koerdistan praktisch:
- Organisatie via Iraqi tours.
- Iraaks Koerdistan: autonome regio binnen Irak.
- Vanuit Nederland vlieg je op Erbil of Sulemanya.
- Kosten vlucht rond de € 600.