Het tiny house van Pippi Langkous

Dit verhaal speelt zich af op 21 vierkante meter, waar een jonge vrouw – laten we haar Berit noemen, al zou Pipi toepasselijker zijn  – een oud bakhuisje tot huis verbouwt. Een tiny house, maar toch. Net als Pipi Langkous wordt ze niet belemmerd door enige kennis van zaken: ze heeft het nog nooit gedaan, dus ze denkt wel dat ze het kan.

Ja hoe begint zoiets? Je bent studente, nog geen 20 lentes oud en hebt een slaapkamer op de boerderij van opa en oma. De boerderij waar papa en mama ooit zijn ingetrokken, evenals je zusjes, reuzehond Ebbe, paard Dora en het allerlaatste konijn. 

Liever luisteren?

Covid-19

In je kamer is er naast het bed, geen plaats voor een bureau. Dus verhuis je je bureau naar de eettafel. En dan slaat covid-19 toe en zit de hele familie ineens om die eettafel. Om gek van te worden. Zo kan een mens toch niet studeren? 

Ze kijkt naar buiten. Naar het verblijf van paard Dora, naar de klusschuur van haar vader, het ingestorte schuurtje waar ooit een gastenverblijf moet komen en dan valt haar oog op het bakhuisje. Ooit de plek op de boerderij waar brood en koek werd gebakken. Hun bakhuisje is uitgerust met een zolder voor graanopslag.

Het huisje zou het atelier van haar zusje worden, maar die heeft andere dingen aan haar hoofd. Als ze daar nu eens haar home office van maakt? Kan zij rustig studeren.

Bakhuis

En dus loopt ze het bakhuis binnen. Direct met haar hoofd in de spinnenwebben. Getver! Oh, over hoofd gesproken, pas op voor het lage plafond, stoot je hoofd niet! Ze blijft een tijdje staan om het interieur in zich op te nemen. Om te weten wat je gaat doen, moet je eerst overzicht creëren, heeft ze geleerd.

Dus hup: alle oude meuk eruit. God wat hadden opa en oma een hoop troep bewaard. Ze hadden het nooit breed gehad en dan spaar je alles voor, nou ja, je weet maar nooit. Stoelen met drie poten, een tafel zonder blad, truien met gaten, gebreid in het jaar nul, schoolboeken van opa van een eeuw geleden. Zelfs zijn vergeelde rapporten lagen er nog.

Toen ze alles eruit had gesjouwd, had ze eens rondgekeken. De muren waren flinterdun, het dak had gaten. De ramen waren kapot. Wat nu? ‘Laten we beginnen met een vloer’, had ze gedacht. Een vloer was altijd goed. Geen idee hoe het moest, maar ze zou eens rondvragen. Wat ze wel wist was dat er vloerverwarming moest komen. Want je wilde op zo’n kleine ruimte geen plek verliezen met radiators. 

Tiny house

En terwijl ze haar licht opstak bij andere bouwers van tiny houses, gebeurde er weer iets. Haar verkering zocht onderdak. Z’n moeder had het huis verkocht en het nieuwe huis was nog niet klaar. Dus moest de verkering tijdelijk ergens heen. Maar waar? Op de boerderij van opa en oma dan maar. Als iedereen even opschoof was er vast nog wel een plek rond de eettafel.

Maar wel meer reden om haar thuiskantoor in het bakhuisje te creëren. Maar wacht eens even! Als ze van home office nou eens een thuis maakte? Niks office, gewoon home.

En dus gaat ze graven, anders past het vriendje, pas op voor je hoofd, niet staand in het huis. Kruiwagen voor kruiwagen, sjouwt ze alles eruit. Er komt vloerverwarming, een vloer wordt gestort. Bij de oude kachelpijp van de voormalige oven past prima een kacheltje. Zo, het wordt al warmer. 

Goed wat nu? Een keuken dan maar, en een badkamer. Oh wacht, het is inmiddels november en de bouwmarkten zijn vanwege corona alleen op bestelling open. Wel eens verbouwd met weinig geld, terwijl je eigenlijk niet weet wat je nodig hebt en dat je dan op afstand moet bestellen? 

Pipi Langkous

Nou Pipi ook niet. En dat je maar een schroef nodig hebt en er wel minimaal twintig moet bestellen. En ze is wel gewoon student hé. Zo en dan staat er ineens een keuken en een douche met een toilet. Geld voor de deur van de badkamer is er even niet dus het bezoek moet maar even bij opa naar het toilet.

En dan op Valentijnsdag is het dak dicht, zitten er nieuwe ramen in en wordt de trap naar de slaapzolder uitgetrokken. De kat met de witte vacht nestelt zich op het bed. Hun tiny house is klaar, laat de winter maar komen. 

‘Wat spook je daarachter toch allemaal uit?’ vraagt opa, die slecht ter been is, geregeld. “Ik heb het bakhuis verbouwd tot huis en daar woon ik nu’, antwoordt ze dan vrolijk. ‘Dat kan niet!’ zegt opa beslist. Maar Pipi weet wel beter. 

Tekst: Anneke de Bundel – Foto: Jyotirmoy Gupta 

Dit verhaal maakt deel uit van een reeks verhalen over veerkracht. Sinds de uitbraak van COVID-19 is mijn baan als reisschrijver verdampt. Hoe herpakken anderen zich en wat als ik dat eens opteken? Verhalen die als inspiratie dienen. In ieder geval voor mij. 

Share at:

2 reacties op “Het tiny house van Pippi Langkous

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omdat je van verhalen houdt…

Omdat je wel wil lezen, maar niet steeds wil kijken of er al een nieuw verhaal is. Laat je e-mail achter en je krijgt een nieuw verhaal gewoon in je brievenbus.