Eerlijk gezegd kan ik mij niet meer herinneren wanneer ze kwamen. Achteraf gezien des te vreemder omdat vanaf dat moment alles stuk ging. Op een dag stond er een busje op de stoep. Kort daarop verscheen een jong stel met in hun kielzog de ark van Noach en het lelijkste hondje ooit, Bella genaamd.
Ze betraden hun nieuwe woning met geweld. Niet moedwillig, maar gewoon omdat dingen nu eenmaal slecht tegen hen bestand waren. Het glas brak uit de sponningen bij het dichtslaan van de voordeur. Het was de eerste keer dat wij hem hoorden: “Sil-vie-jaa!” met de intonatie van Fred Flintstone.
Rotterdamse volksbuurt
De nieuwe buurman plaatste als oplossing de zenuwachtig keffende Bella voor het gat, waar ze na weken vervangen werd door een stuk hardboard. Overbodig, want toen al haalde niemand het meer in z’n hoofd om daar vrijwillig naar binnen te gaan.
De woningen in onze Rotterdamse volksbuurt hadden aan de achterzijde een veranda met een trapje naar een minuscuul tuintje. Op een dag stond hij op onze veranda. Wonderlijk, want tussen de tuinen zat een afscheiding. Ik zou er weldra achterkomen dat de buurman niet gehinderd werd door afscheidingen of barrières van welke aard dan ook. Wat het onderwerp van weerstand ook was, het legde het steevast tegen Lejoo af.
Onbewoonbaar verklaard
In de twee jaar dat wij naast elkaar woonden, sneuvelden bomen, veranda’s, ramen, deuren en tenslotte de hele gevel totdat het pand onbewoonbaar werd verklaard.
“Lejoo”, zo stelde hij zich voor. Hij was even afgeleid toen hij met een voet door het hout van onze veranda schoot, maar herstelde zich snel. Hij was 23, werkte in Hoogvliet in de asbestverwerking en was getrouwd met de 19-jarige Silvia. Bij het woord getrouwd wees hij even naar de plaats waar kort tevoren nog onze schutting had gestaan.
Naast asbest deed onze nieuwe buurman ook iets in de geemiekaliejuh. Dat was gemeen gevaarlijk spul, maar het betaalde goed en ze hadden er het huis van kunnen kopen. Al bleef het oppassen natuurlijk want het was wel gif. Pas nog was er een konijn in de geemiekaliejuh gevallen. “En écht, erewoord, dat beest was er zo groot als een doberman weer uitgekropen.”
Onopvallend meisje
Silvia was hard op weg om mode-ontwerpster te worden. Lejoo gaf een Flintstonebrul in de richting van de andere veranda en sommeerde zijn vrouw met haar schetsboek te voorschijn te komen. Met tegenzin kwam ze onze trap op. De reling jammerde zachtjes met haar mee.
Silvia was een onopvallend meisje zonder taille. Kort bruin haar en een veel te grote bril waarin vlekkerige glazen met pleisters aan het montuur kleefden. Ze hield haar schetsboek stijf onder haar oksel maar slaagde er niet in de zweetvlekken onder haar armen te verhullen. In het schetsboek stonden poppetjes met driehoekige jurkjes.
Vanaf die dag verscheen Lejoo iedere dag op onze veranda om even bij te kletsen. Soms ging hij zelfs alvast even in de keuken staan, zodat we hem niet over het hoofd zouden zien, mochten we om een praatje verlegen zitten.
Projecten
Lejoo was een man die in projecten dacht en zijn eerste project betrof de tuin. Dat was een met grijze stoepstenen betegeld vierkantje. Lejoo had echter het vermogen daar doorheen te kijken. Hij zag een zwembad, een zjakoezie voor Sil, twee strandstoelen aan de rand en een handvol kabouters om hen gezelschap te houden.
Daarvoor moest dan wel de enige boom in de tuin wijken. Sil wilde een palmboom. En dus boorde Lejoo een gat in de boom, goot wat gemiekalieje in het gat en wachtte af. Het effect was groots. Al was het misschien niet helemaal wat hij er van gehoopt had.
Het doodde in ieder geval alle insecten in de wijk, evenals de vogels en de overjarige katten, maar de boom hield stand. Althans, voor een tijdje want toen wierp zij haar vergiftigde stam op de schutting van de achterburen waardoor wij ook ineens met hen een tuin deelden.
Cocktails en kabouters
Lejoos realiteitszin hield gelijke tred met zijn doorzettingsvermogen. Toen de boom eindelijk om zeep was geholpen en alle tegels waren verwijderd, was het inmiddels winter en niet het moment om met cocktails en kabouters aan het zwembad te zitten. Dus slingerde hij 1000 meter roodknipperende kerstverlichting de tuin in en liet zich even niet meer zien.
Binnen was hij inmiddels een nieuw project begonnen: de keuken. Hoewel de keuken van de vorige bewoners in perfecte staat verkeerde, zag Sil liever iets moderns met wit fineer. Dus hadden ze voor €15.000 een nieuwe keuken geleased.
Met een bijl had Lejoo de oude keuken er uitgeslagen en omdat hij nu even niet aan het zwembad toekwam, de restanten zolang in de tuin gegooid, waarbij de reling van zijn veranda was losgekomen en die lag nu ook tussen het puin. Het wachten was nu op de levering van de nieuwe keukenonderdelen, wat pak ‘m beet een maand of twee zou duren.
Frikadelletjes
In de tussentijd verwarmde Silvia in een volledig ontmantelde keuken de frikadelletjes in de magnetron die bij gebrek aan een aanrecht op het konijnenhok stond.
En toen was het alweer zomer. Het zwembad liet nog even op zich wachten nu de tuin vol puin lag. Eerlijk gezegd had Lejoo er nu ook even de puf niet voor. De keuken wachtte al maanden op plaatsing, maar ja Sil was zwanger en hij had gedacht in de kelder voor de kleine een klimparadijs te bouwen.
In het najaar zat er geen raam meer in de bovenverdieping en waren onze buren groot verbruikers van hardboard geworden.
Op een middag, toen Lejoo vergeten was dat de reling van de veranda ontbrak, viel hij anderhalve meter achterover boven op zijn eigen puinhoop. Om 150 kilo buurman in de tuin te laten liggen ging ver, maar toen we hem zijn eigen veranda opduwden sneuvelden de resterende treetjes waardoor hij nooit meer een voet in de tuin zou zetten.
Toen hun zoon werd geboren, was het winter. Het toekomstige zwembad verscholen onder meters puin. Lejoo had inmiddels een nieuw project: de aanleg van een dakterras.
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Emil Kip |Unsplash