Een boek waar geografen beslist kennis van zouden moeten nemen. Het is een luchtig lees- en kijkboek, maar de thematiek is dat zeker niet. Het gaat in feite over datgene wat zelden het journaal haalt: de ‘achterkant van de wereld’, ofwel het leven op afgelegen en niet zelden gevaarlijke plekken.
Ook het leven in een multi-etnische staat als Bosnië – het boek suggereert ten onrechte dat de naam is afgeleid van het woord bos – en een ‘niets-aan-de-hand-land’ als Noorwegen komen aan bod, naast Ierland en Schotland.
Dat alles is voorzien van werkelijk schitterende foto’s die de ziel van de plek én de mensen prachtig in beeld brengen; een bloemlezing uit de foto’s is te vinden op de website van de uitgever.
De indrukwekkende landschappen vormen het decor waarin de aangrijpende verhalen en alledaagse gebeurtenissen zich afspelen, waarbij telkens een bespiegeling plaatsvindt tussen de couleur locale en de gedragingen van De Bundel en Franken.
Zij nemen extra toiletpapier mee voor noodgevallen onderweg, tot verbazing van de plaatselijke bevolking. Omgekeerd halen inwoners overledenen terug met koperen bellen. Hoewel dikwijls onherbergzaam en ogenschijnlijk een gebied waar je liever niet zou zijn, blijkt uit de vele verhalen overduidelijk de verbintenis die de mensen hebben met hun omgeving.
Een heerlijk boek om bij weg te dromen en mee te reizen met ‘gewone mensen’ ver weg die zich ieder gesteld zien voor herkenbare aardse problemen.
Tekst: Jan-Willem van Velzen
