Karl is 90 & Liesl 92. Geboren in de Weimar Republiek, door de geschiedenis bestempeld tot Ossi’s, inmiddels inwoners van Berlijn, hoofdstad van het verenigde Duitsland. Verhuizen deden ze nooit. Waarom zouden ze? Als je stil blijft zitten, komt de wereld vanzelf voorbij. Op stap in hun Berlijn.
Berlijn in ontwikkeling
Op weg er naar toe duiken we nog even boekwinkel Bücherbogen in. Rond 1900 was Berlijn in ontwikkeling. Wijken werden uit de grond gestampt en het stadsbestuur ruziede over de aanleg van een metro. Bovengronds of ondergronds? Bovengronds won aanvankelijk. En daaronder kun je ruim honderd jaar later door boeken bladeren terwijl de treinen over je heen denderen.
De Paris Bar is niet meer, blijkt bij aankomst. Een hip Oostenrijks restaurant heeft het pand overgenomen. Het eten is er goed. Iets wat volgens critici bij Paris Bar zelden het geval was. Nu hangen schnitzels van kalfsvlees over je bord.
Duitse prommi
Maar we hadden gehoopt een Duitse ‘prommi’ te zien. Zelf zat Karl een keer naast Joska Fischer, voormalig minister van Buitenlandse Zaken. “Met z’n twintig jaar jongere vrouw”, zegt hij terwijl hij peinzend een blik op Liesl werpt. “Mocht niks van d’r. Geen wijn, geen pasta. Wat heb je d’r aan?”
Prenzlauer Berg. Ooit een wijk waar Karl en Liesl onder schrijnende omstandigheden in huurkazernes woonden. Wie geen woning kon betalen, huurde een bed bij een ander of bood aan ‘nat’ te wonen in woonblokken waarvan het cement nog moest drogen.
Oost-Berlijne yuppenbuurt
Dezelfde woningen zijn nu zeer gewild in wat sinds de jaren negentig een Oost-Berlijnse yuppenbuurt vol restaurantjes en eko-voedingswinkels is. De huren stegen gigantisch. Liesl vertrouwt er op te bezwijken voordat huurverhoging opnieuw een feit wordt. “En anders wordt de verhoging vanzelf mijn dood,” constateert ze nuchter.
Eerst lopen we over de Kurfürstendamm, de voorname 53 meter wijde winkelstraat die is geïnspireerd op de Champs-Elysees. Vermoedelijk is de Roemeense accordeonist ook geïnspireerd door de Franse boulevard, want we worden in de metro getrakteerd op de gelijknamige chanson.
Onze bestemming is station Nollendorfplatz. Op de buitenmuur herinnert een plaquette aan de homoseksuele slachtoffers van het naziregime. De leukste markt van Berlijn ligt hier tegenover op de Winterfeldtplatz.
Turkse schapenkaasjes, oorwarmers van biologische wol en handschoenen uit fietsband waarvan de vingers ontbreken. Op een tafel liggen enorme messen uit Solingen.
“Dit”, zegt de koopman terwijl hij vervaarlijk met een gigantisch hakmes zwaait, “gebruiken ze in Nederland om brood mee te snijden. In Polen gebruiken ze dat mes om karpers te onthoofden.” Juist!
Tussen 1961 en 1989 was een tocht oostwaarts een helse onderneming. Er moest een visum worden aangevraagd en geld worden gewisseld.
Dat geld moest tot op de laatste cent worden uitgegeven in een gebied waar niets te kopen viel. Nu zoeven we in 10 minuten van west naar oost.
Terwijl regen op de paraplu plenst, lopen we Volkspark Friedrichshain in. Karl kan niet zwemmen en heeft z’n leven lang pootje gebaad in de sprookjesfontein van dit arbeiderspark. De stenen beelden uit de sprookjes van de gebroeders Grimm zijn al in winterslaap. Met hout warm ingepakt tegen de ijzige winter.
Dicker Hermann
In Prenzlauer Berg staat een watertoren. Dicker Hermann luidt de bijnaam naar Hitlers corpulente minister van Luchtvaart. Maar die bijnaam had t nog niet toen Liesls moeder er kort na de Eerste Wereldoorlog in de rij stond voor de gaarkeuken om haar gezin in leven te houden. De bijnaam ontstond toen de toren niet langer synoniem was voor goedheid maar juist voor angst en dood nadat de nazi’s de machinekamer als martelkamer hadden ingericht.
Om de kou te verdrijven, duiken Henk en ik het Russische restaurant Pasternak tegenover de watermolen in. Omringd door Russische gesprekken eten we in een Moskouse huiskamer roze bietensoep op roodgeblokt linnen.
“Hebben jullie het al lekker warm?” vraagt jazzmuzikant Magnus Lindgren ’s avonds in Charlottenburg. Een uur hebben we in de regen gestaan voor kaartjes voor jazzcafé A-Trane. Al snel beslaan de ramen als Lindgren met Zuid-Amerikaanse klanken de kelder verwarmt.
Literatuurhaus
Omdat het Berlijns gebruik is op zondag uit ontbijten te gaan, strijken we neer in het Literaturhaus naast het Kollwitzmuseum. Gesterkt door zwarte koffie en gebakken eieren lopen we later onder de Brandenburger Tor door. Ooit het symbool van de twee Berlijns, nu van de hereniging. Adolf Hitler en Käthe Kollwitz. Twee uitersten.
Hij verbood haar werk. Zij verzette zich tegen hem. In een villa nabij de Ku’damm brengt zij in gitzwarte houtskool de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog in beeld. Van haar kwam de slogan: Nie wieder Krieg. Als we Unter den Linden inlopen zien we haar bronzen beeld ‘Moeder met dode zoon’ gemaakt nadat haar zoon in 1914 aan het front overleed.
Hitler en de Duitsers
Een paar meter verderop is de tentoonstelling ‘Hitler en de Duitsers’ te zien. Voor het eerst in de geschiedenis is een poging gedaan te laten zien hoe Hitler, aanvankelijk een onbeduidend mannetje zo machtig heeft kunnen worden en welke rol het Duitse volk daarin speelde.
Maar er valt ook veel te lachen in Berlijn. Zo stuiten we tussen de tentoonstellingen van Kollwitz en Hitler in het Willy Brandcentrum op de toepasselijke cursus: Duitsland voor beginners. Er worden vragen gesteld als: Heeft de Duitser humor? En wat leert een Duitser zijn herdershond? “Natuurlijk heeft een Duitser humor”, zal Liesl later bitsen. ”Anders houd je het toch geen 92 jaar vol in deze ‘verreckte’ stad!”
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken
Dit verhaal is gepubliceerd in De Telegraaf.
Meer Berlijn? Lees ook:
Praktische informatie:
- Berlijn is per trein makkelijk te bereiken
- Prijs trein vanaf Deventer vanaf €39,- enkele reis
- Reistijd: ca. 6 uur