Dit is een test: één, twee, drie

Het was avond. Zo’n zomeravond waarop je in je tuin wil zitten met een glas wijn, een boek en olijfjes binnen handbereik. In plaats daarvan legde ik de laatste hand aan een tekst en zat ik opgescheept met Nomad.   

Nederland – De stilte werd verbroken toen Nomad ineens: “wil-ik, wil-ik, wil-ik”, begon te scanderen. Vermoedelijk verlustigde ze zich aan een webpagina die iets onmisbaars aan de vrouw probeerde te brengen: UGGS voor veganisten of een paarlemoeren handgranaat in de vorm van een handtas voor het geval je tijdens je all-inclusive buiten het elektronisch beveiligde hotelhek belandde.

Bolide

“Dit is echt een must!”” gilde ze. Een must is bij de fotografe een ruim begrip. Dat kan zowel een bikini in bevermotief betreffen als een blinkende bolide waar nog geen bikini in bevermotief in past. Zo’n wagen die met 300 kilometer per uur uitlaatgassen het universum inpompt, zodat Villager snakkend naar adem met de trein moet om de klimatologische ondergang nog enigszins te compenseren.

Over twee dagen zouden we naar Spanje gaan en ik had een deadline die me verlamde. Dus negeerde ik haar. “En ze komt als geroepen”, vervolgde de fotografe.

“Wie?” vroeg ik.

“Die vrouw van Alpine .”

Voor mijn geestesoog doemde een vrouw op met een schortje en een emmertje rechtsdraaiende yoghurt die ons uitnodigde voor persreis koeienmassage in een regio waar zelfs bejaarden onder dwang nog niet naar toe willen. Graubünden of Steiermark.

“En wat wil die Alpenweidemevrouw?”

“Is geen alpenweidemevrouw. Is een merk. Oordoppen testen!”

Oordoppen

“Pardon?”Oordoppen

“Nou voor jou niet nodig, hoor ik al”, zei Nomad. “Maar als ik komend weekend het vliegtuig instap en een kamer met je deel zijn oordoppen van levensbelang.”

“Doe niet zo dramatisch”, zei ik. “En trouwens ik hoorde je wel maar ik bedoel: we doen niet aan product testen.”

“Nu wel.”, antwoordde de fotografe droog.

Rijk en beroemd

“Luister Nomad, ons streven was rijk en beroemd worden. Niet om de ultieme oordoptester te worden.” “Nou ja”, schokschouderde de fotografe. “Je moet ergens beginnen. Daarbij, ik wil ook wel eens in een bed kunnen liggen in plaats van achter de personeelslift omdat jij het hotel wakker houdt.”

Ik vroeg me af of de Alpinemevrouw ook mondproppen liet testen.

Op de dag van vertrek arriveerde er een grote envelop met vier doosjes. Voor ieder twee. Twee gele met oordoppen om lekker te slapen en twee zwarte om fit te vliegen. Volgens de informatie had je met de doppen nooit meer last van lawaaierige medepassagiers, terwijl je toch essentiële instructies kon verstaan mocht het vliegtuig onverhoopt een oceaan instorten. Dat laatste leek me overigens onwaarschijnlijk want zelfs zonder oordoppen zijn instructies via de intercom niet te verstaan.

Druk

Nog een voordeel van de doppen was volgens de bijsluiter dat ze de druk op de oren verminderden. En last but not least ze waren nauwelijks zichtbaar in het oor. Dát gaf de doorslag! Want ik was niet van plan om als een koe met opzichtige stukken plastic in mijn oor door een vliegtuig te hobbelen.

In de bolide van Nomad stoven we naar Amsterdam. Bij de bodyscan werd de fotografe terug gestuurd. “U moet uw handen op uw hoofd houden en uw voeten op de witte voetjes in de cirkel zetten. En dan even blijven staan tijdens de scan.” De fotografe luisterde niet en stapte opnieuw alle instructies in de wind slaand, door het glazen hok. De beveiliger greep al naar zijn wapen. “Nomad, doe je oordoppen uit”, schreeuwde ik.

 

Bij de gate maakte Nomad ruzie met een enorme dikke man die voordrong en haar zowat tegen de vlakte sloeg. Het soort man waarvan iedereen hoopt dat ie niet net naast jou komt te zitten.

We namen plaats op de achterste rij. Achter ons rommelden de stewardessen. Het vliegtuig zat vol hoorde ik één van hen zeggen. En toen zag ik hem. Hij waggelde stug op rij 30 af.

Nee! Hij pastte nog niet in drie stoelen, laat staan in één. In stoel 30B om precies te zijn. Tussen de A van Nomad en de C van Villager.

Tip

Ooit heb ik als tip gelezen dat, als je met z’n tweeën reist,  je de middelste plaats moet openlaten zodat je, als het vliegtuig niet vol is, drie plaatsen tot je beschikking hebt omdat mensen nooit vrijwillig de middelste kiezen.

Geloof me, dit was verre van vrijwillig wat ons betreft. Toen hij neerzeeg in de veel te krappe stoel, vloeide het spek in plooien over de armleuning. Overleven bij eventuele calamiteiten met of zonder oordoppen was geen optie meer, ik zat muurvast. “Ohgotogotogot” jammerde Nomad. Als hij naar links leunt, ben ik er geweest.”

Mensen die acht keer jouw gewicht hebben, moet je te vriend houden, dus stelde ik me netjes aan hem voor. Een hand geven liet ik achterwege want die zat vast onder het aluminium armleuninkje. De man reageerde niet. Hij keek me slechts wezenloos aan. “Misschien hoort ie je niet, heeft ie zijn oordoppen in”, grapte Nomad.

Collectief geluk

Voor mij begon een baby te huilen. Achter mij hoorde ik de bliep van een spelcomputer. De luchtvaartmaatschappij besloot dat het tijd was voor wat collectief geluk nu we geen kant meer op konden en schalde ‘happy’ de cabine in.

Tot mijn verbazing stegen we, ondanks het overgewicht tussen ons, gewoon op. Ik zat me net te bedenken hoe ik die klomp vet duidelijk moest maken dat ik naar de wc moest, toen ik een reusachtig scheuren hoorde. Oorverdovend hard. Alsof het vliegtuig in tweeën brak. “We zijn er geweest Nomad, we storten neer!“

“Nee, dat is zijn ademhaling”, gilde de fotografe terug van achter de berg vlees. “Doe je doppen in en je ogen dicht.”

Effect

Ik overwoog alle vier de doppen in mijn oor te stoppen voor het maximale effect. Volgens de beschrijving past het thermoplastisch materiaal zich door de warmte aan je oor aan en past het altijd. Uiteindelijk duwde ik toch alleen de vlieg fit doppen in mijn oor.

En toen werd het stil. Nou ja, niet helemaal stil, maar het briesen van de man klonk nu als een ademhaling van iemand met astma. Het huilen van de baby klonk alsof het met een kussen gesmoord was, waardoor ik af en toe even langs de stoel gluurde om te kijken of ie nog ademhaalde.

Op enig moment moet ik tussen al dat vet in slaap gesukkeld zijn, want ik werd wakker van de stewardess die aan mijn arm schudde. “We gaan zo landen, weet u waar de man naast u is gebleven?” Verbaasd keek ik op. Blijkbaar was de klomp vlees over me heen gestapt zonder dat ik het had gemerkt. Nog knapper was dat zoiets in een vliegtuig gewoon kon oplossen.

De landing werd ingezet. De druk op mijn oren bleef weg, evenals de dikke man. Toen we als laatsten naar de uitgang vooraan liepen, zagen we hoe een man met een gereedschapskist de toiletdeur probeerde open te wrikken. “Naar binnen duwen is geen optie, er staat te veel druk op. Ik ga proberen de deur er uit te halen, maar als dat niet lukt, zal ik m moeten opensnijden”, zei hij tegen de piloot die met z’n handen in z’n zakken toekeek.

“Het is wel zo met die oordoppen”,  zei mevrouw Nomad bedachtzaam toen we bij de lopende band op de bagage wachtten, “dat alle fun je ontgaat. Hoe hebben we nou kunnen missen dat die man al twee uur in een toilet vastzit?”

Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken

Meer damesverhalen? Lees ook: 

Share at:

2 reacties op “Dit is een test: één, twee, drie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omdat je van verhalen houdt…

Omdat je wel wil lezen, maar niet steeds wil kijken of er al een nieuw verhaal is. Laat je e-mail achter en je krijgt een nieuw verhaal gewoon in je brievenbus.