Deventer, stad van voetstappen

Uit het scheepsjournaal:  Woensdag Zutphen – Deventer  

Deventer – De man zwijgt even en speelt met zijn pen. Dan zegt hij: “Deventer verveelt eigenlijk nooit. Hij wijst op een onzichtbare plek voorbij de muur. “Dat komt door de IJssel. Die geeft de stad haar dynamiek en trekt eigenzinnige mensen aan. Al bijna 1250 jaar!” Hij plaatst een uitroepteken achter het jaartal door een klapje op de tafel te geven.

Deventer stad aan de IJssel

Deventer op stelten

Hij is de organisator van de grootste boekenmarkt van Europa, het Dickensfestijn met kerst en het straattheaterfestival Deventer Op Stelten. Hij is Hein te Riele, de man die Deventer, waar nodig, op de kaart zet.

Het jaar is nog betrekkelijk pril als wij over de IJssel van Doesburg tot aan Hasselt reizen. Die morgen hebben we Zutphen achter ons gelaten. Van de stad van de antroposofen varen we traag naar de arbeidersstad. Een stad robuust en sterk als het ijzer uit de gieterijen, stevig als de lakens uit de textielfabrieken.

De IJssel

Lakens waarvan een verkoper uit Deventer ooit op een affiche beweerde dat je alleen onder zijn lakens gegarandeerd kinderloos bleef. Wie desondanks een kind kreeg en zijn beklag bij de handelsman deed, werd hartelijk op de schouders geklopt en op het woordje alleen gewezen.

De IJssel van Zutphen naar Deventer meandert gelijkmatig noordwaarts. Het land aan weerskanten is vlak. Alleen de kale skeletten van de meidoorns zorgen voor reliëf. Dan verdwijnt het land achter de dijk. Even later houdt Gelderland op en maakt plaats voor Overijssel.

Hanzetijd

In het VVV-kantoor van Ter Riele is het stil. Er knettert een scooter door de straat. Ik denk aan al die mensen die al twaalf eeuwen lang door deze stad klepperen.

Sommigen kregen een gezicht, anderen gaan op in de mist van de geschiedenis: bloeddorstige Noormannen,  handelaren uit de Hanzetijd – op houten trippen die hun leren schoenen beschermen tegen het vuil van de straat –  wasvrouwen, boekdrukkers, devoten, de bisschop van Utrecht, vermoeide Anatoliërs na een dag ploeteren in de blikfabriek of stokvisverkopers.

Muzikant Jozka

Vandaag de dag is het de muzikant Jozka die de Hanzetijd terugbrengt door de lustopwekkende garnaal te bezingen of kok Inge die in de voormalige graansilo Fooddock oosterse stoofpotjes bereidt.

Langs de kade, in het middeleeuwse Bergkwartier, opgetrokken rond de Bergkerk – een kerk op een duin – weerklinken hun voetstappen. In de aflopende steegjes vol romantische bankjes voor de ramen en bloempotten bij de deur. In de smalle straten met monumentale huizen en rond de stadsboerderijen die vroeger de stedelingen van eten voorzagen.

Jozka en Maria in Deventer

Trekpleister

“Deze stad werd door de rivier en de handel een trekpleister voor mensen van heinde en ver”, vertelt Ter Riele terwijl hij zijn pen weer oppakt. “Je zou een parallel kunnen trekken naar de stromen vluchtelingen van vandaag. “Maar, waarschuwt hij, voordat we het idee mochten krijgen dat Deventer Anton Pieckachtige allures heeft.

“We koesteren onze historische roots, maar het is niet zo dat we de Hanzetijd de mensen als ganzenlever door de strot duwen.” Als hij spreekt, doet hij dat in ruwe bewoordingen, in de taal die past bij de stad die de communistische partij geboren zag worden. Moskou aan de IJssel.

Space cowboys

De stad van de arbeiders, van beeldhouwers met klinkende namen als Space Cowboys, van Eus, de schrijver die in de Deventer onderklasse opgroeide en gedoemd leek tot galg en rad.

Volgens troubadour Jozka van Vuure voel je in een Hanzestad de aanwezigheid van je voorouders. “Het is ook jouw geschiedenis die daar klinkt. Dat voel je niet in pakweg de Fazantenstraat in Emmeloord.” De troubadour is de eerste die ons die morgen in Deventer ontvangt. In zijn woning op de hoek van een plein.

Koekstad

Zijn wenkbrauwen zijn paars geverfd, de kleur van zijn maatpak. Tandenborstels steken bij wijze van pochet uit zijn borstzak. Charmant maakt hij een lichte buiging en laat ons voorgaan in een huiskamer die museum en kringloopwinkel ineen lijkt. Het is vroeg, de stad is nog in rust.

Als een eigentijdse Jozef voerde hij destijds zijn Maria op de zitting van een groene Opel mee naar het oosten. In Deventer bleef hij hangen. De stad voelde als de ware liefde. Terwijl hij praat, tikt een koekoeksklok de vroege morgen weg. “Koekstad, koekstad”, denk ik onwillekeurig aan de bijnaam van Deventer, als de lange wijzer richting het hele uur kruipt.

Liederen uit de middeleeuwen

“Er zijn duizenden steden en miljoenen vrouwen, waarom val je dan uitgerekend op die ene vrouw, op die ene stad? Jozka haalt even zijn schouders op en moet het antwoord schuldig blijven. Ter compensatie biedt hij ons een cognacje aan.

Misschien dat wij het antwoord weten? Hij flirt, draait koket rond, charmeert en hangt dan zijn accordeon om en neemt plaats tussen een paar lichtgevende plastic eenden.

IJsselkade Deventer

Warme garnas

Samen met zijn vrouw Maria brengen ze liederen uit de middeleeuwen toen je beroep, de liefde of simpelweg ondeugd een liedje rechtvaardigde. “In de Hanzetijd”, zo luidt hij het lied Warme garnas in, “ontdekten ze op de schepen dat er in garnalen hetzelfde werkzame stofje zat dat ook Viagra populair maakt. Ze aten ze rauw en in de huwelijksnacht zetten mensen schoteltjes garnalen aan het voeteneind van het bed.”

Maria draait nog even draait aan de houten knoppen van de draailier. Terwijl Jozka en Maria ons zingend verhalen over een vrouw die graag een man wil hebben, komt buiten de oudste stad van Oost-Nederland langzaam tot leven. Terrasjes worden ondanks het gure weer klaargezet.

Lebuïneskerk

Na het huiskamerconcert lopen we door de middeleeuwse stad richting de Lebuïneskerk. Voor ons stroomt de IJssel. Het stadshuis wordt weerspiegeld in de ramen van de kerk. We staan even verwonderd tussen de gebouwen stil.

Van het stadhuis is de gevel gevangen in talloze aluminium kunstwerken die op hun beurt zijn ingekaderd in hout. De aluminium kunstwerken zijn vinger- en teenafdrukken van 2300 Deventenaren. De macht in het stadhuis, ligt bij de burger, wil de kunstenares maar zeggen.

In de kerk hadden de Bergenvaarders, de stokvishandelaars die naar Bergen voeren om daar gedroogde kabeljauw te halen, hun eigen kapel. Hier gingen ze te kerke voor ze in het vroege voorjaar naar Noorwegen afreisden. Hinrick van Hasselt was er één van.

Hinrick van Hasselt

Veel is er niet over hem bekend maar wel dat Hinrick zich niet aan de mores van die tijd hield en achter de rug van de Hanzesteden om handelde met de Hollanders. Dat leverde hem een verbanning uit Bergen op.

En een middeleeuws equivalent van een opsporingsbevel uit Deventer want de stad wilde de wereld te laten zien dat ze hun goede naam serieus namen. Van Hinrick zelf verdween ieder spoor.

Van Fooddock over de IJsselkade naar de stad

Mariakerk

In de schaduw van de noordkant van de Lebuïneskerk ligt de ruïne van de Mariakerk verscholen. In de 13e eeuw gebouwd voor het gewone volk. We stappen voorzichtig om wat omgekeerde tafels de binnenplaats op. Er heerst een sacrale rust tussen de door bomen overwoekerde restanten van de kerk.

Dan zetten we koers richting de Brink. Dat enorme plein omgeven door cafés, gedomineerd door de Waag. Aan de gevel hangt nog een kuip die mensen er tijdens de middeleeuwen aan moest herinneren dat oneerlijkheid zwaar bestraft werd: valsmunters werden er levend in gekookt.

Günther Kropp is de vandaag de dag de stadsomroeper van Deventer. Hier op de Brink

Moderne devoten

In de Waag wordt de schedel van Geert Grote bewaard. De jurist en theoloog die met zijn volgelingen onder de naam Moderne Devoten een beweging begon van grote soberheid en aandacht voor het volk en de armen.

In 1557 woonde de befaamde haringhandelaar Herbert Dapper aan de Brink. Nu woont de schrijver Özcan Akyol er en noemt de stad, na een kortstondige flirt met Amsterdam, zijn muze.

Özcan Akyol

De schrijver van Turkse afkomst beschreef met Eus, zoon van de eerste generatie gastarbeiders die naar Deventer kwamen, het leven van een jongen die zich probeert te ontworstelen aan het lot van randfiguur.

De Brink werd ooit aangelegd nadat een aarden wal werd afgegraven. De aarden wal, op zijn beurt, was het wanhopige antwoord op de bloederige aanvallen van Vikingen die in de 9e eeuw de handelsstad keer op keer belaagden.

Jaarmarkt

Toen de wal werd vervangen door een stenen muur kreeg Deventer een plein zo groot dat er een jaarmarkt van formaat kon worden georganiseerd die al in de veertiende eeuw kooplieden uit heel Europa trok.

De jaarmarkt werd aangekondigd door de stadsomroeper. Günther Kropp is de vandaag de dag de stadsomroeper van Deventer. Al 25 jaar trekt de Duitser bij feesten en hoogtijdagen de aandacht voor evenementen. Hij schraapt even zijn stem, terwijl twee mensen bij een fontein een broodje eten en hem verstoord aankijken. “Boeren, burgers, buitenlui”, klinkt het dan over de Brink.

Fooddock

Wie Deventer vanuit het zuiden benadert, maakt een reis terug in de tijd. Eerst de haven en de industrie, pas dan de middeleeuwen. De haven vormt nu de broedplaats van creatief Deventer.

In Fooddock, de voormalige zwarte graansilo uit 1923, troost kok Inge hongerige bezoekers met eten uit het Midden-Oosten terwijl in de stalletjes naast haar hetzelfde wordt gedaan met eten uit andere hoeken van de wereld. De markthallen van Parijs met de urban uitstraling van Berlijn.

Fooddock Deventer

Lucy

Iets voorbij de silo staat Lucy of liever gezegd: de Lucy’s want het zijn er drie. Hoog opgeworpen, leunend op een graantrechter of op een atelier kijken de hotelkamers uit over Deventer. Lokale architecten en kunstenaars tekenden voor het ontwerp terwijl de Deventerse beddenkoning Auping een goede nachtrust garandeert.

Dan komt de witte boogbrug van Deventer in zicht. Door miljoenen mensen over de wereld gezien in de film A bridge too far. Al wist niemand dat het hier Deventer betrof. De Arnhemse brug was ongeschikt voor de film dus de Arnhemse villa’s werden in de koekstad nagebouwd.

Sean Connery & Liv Ullmann

En zo gebeurde het dat in 1974 Sean Connery, James Caan, Michael Caine, Anthony Hopkins en Liv Ullmann hun voetstappen voegden bij die van Hinrick, de Anatoliërs, de Vikingen en de wasvrouwen.

We leggen de sloep aan voor de koekbakkerij in de Duimpoort waar schrijver Oscar van den Boogaard zo af en toe bij zijn vader logeert. “In de nok van de koekbakkerij staat mijn bed gereed. Achter de kleine vensters stroomt de IJssel verder, richting  verleden, toekomst, slaap.”

Deventer boekdrukkunst

Schrijvers en boeken. Ze vormen tot op de dag van vandaag een verbond in de stad die aan het eind van de vijftiende eeuw één van de belangrijkste drukkerscentra was. In 1477 werd het eerste boek gedrukt in Deventer door een drukker uit Keulen.

Ruim vijf eeuwen later heeft de stad de grootste boekenmarkt van Europa en is de Kleine Overstraat een paradijs van boekhandels en antiquariaten.

Stad aan de rivier

“Er is sinds die Hanzetijd niet veel veranderd”, bevestigt Ter Riele. “Nog altijd is er ondernemerschap, kijk naar alle kunstuitingen en zijn er mensen van overal. Dat hoort bij de Hanze, dat hoort bij een stad aan de rivier. “

In zijn huis aan het plein heeft Jozka inmiddels de woorden gevonden voor de liefde voor zijn stad. “Deventer schenkt zorgeloosheid, alsof je tijdens het fietsen je trappers verliest.”

Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken

Dit is deel vier van een achtdelige serie over de Hanzesteden en kwam tot stand op uitnodiging van MarketingOost.

Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken

Share at:

2 reacties op “Deventer, stad van voetstappen

  1. Mooi verhaal weer. Wist je trouwens dat die boekenstad weer gekoppeld is aan de papierindustrie op de Veluwe? Ooit stonden daar 160 papier-watermolens, die, wegens het schone water, het witste papier maakten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omdat je van verhalen houdt…

Omdat je wel wil lezen, maar niet steeds wil kijken of er al een nieuw verhaal is. Laat je e-mail achter en je krijgt een nieuw verhaal gewoon in je brievenbus.