Pipowagen in het bos

‘Weesp?’, vroeg de gps bij herhaling. En ook de dame van de ANWB-alarmcentrale, die ons vertrek uit de Pipowagen binnen de reserveringstermijn moest zien te houden, was er van overtuigd dat we Wezep bedoelden. Maar nee. Het was Wesepe. In het hart van Salland.

Wesepe – Een roodbloeiende boom, een kerk die door de vallende bloesem dezelfde kleur aannam en een café met een wapen dat op zondag gesloten bleef. Iets verderop een bos. Meer was het niet. Meer was niet nodig.

Pipowagen in het bos

Het doel was een overnachting in een pipowagen. Mevrouw Nomad had ik er niet mee lastig gevallen. Die krijgt vlekken van zoveel ongemak. “Vakantie moet meer bieden dan je thuis hebt”, is haar motto. “Anders is het geen vakantie, maar afzien.” Dus mocht meneer Villager mee.

De Pipowagen stond eenzaam in het bos. Dapper groen in een woud van winterbruin. Hier en daar hadden vuurtjes de grond zwart geschroeid. Een houten hokje in het bos herbergde een toilet en een douche voor de dapperen. Koud water.

Iemand had de deur van de wagen van een helderrood voorzien. Alsof de wagen wat lef kon gebruiken. Een eiken aanrechtje met een wasbak waarvoor je eerst water in jerrycans moest vullen. Hetzelfde rood van de deur omlijstte de ramen. En ook de tafel was rood gelakt. Erachter het verhoogde bed met een Marokkaanse sprei en een Marokkaanse tafeltje waarop kaarsen prijkten.

We maakten een vuur in de houtkachel en even later rookte het vrolijk uit het pijpje boven ons onderkomen.

Hart van Salland

Van waar de wagen stond, kon je routes volgen dwars door het hart van Salland. Wij bleven echter bij onze plek. Hergroepeerden de tuinstoelen, trokken er een stuk hout als tafel bij en verwarmden ons in de vroege voorjaarszon.

Verderop uit het bos klonk het geluid van de zomer. Van jankende kettingzagen die het bos decimeerden. Het bleek een benzinemotor. Twee jonge architecten die midden in het bos een ecologisch houten zomerhuisje bouwden. Toen de zon onder ging, dekten ze het huisje toe met een oranje plastic deken. Tot morgen knikten ze. Toen werd het stil.

Wesepe

We aten eten, klaargemaakt op de kachel en lazen bij kaarslicht. De volgende middag bleek onze auto zich te hebben aangepast aan de stilte. Aan onze primitiviteit. De motor zweeg. “Waar in Wezep bevindt u zich”, vroeg de alarmcentralemevrouw. Wesepe, corrigeerden we haar en keken om ons heen. “In een Pipowagen in het bos.”  “Adres?”, vroeg de mevrouw. Geen idee. We wisten alleen dat het geen verkeerde plek was om autopech te hebben.

Tekst en beeld: Anneke de Bundel

Share at:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omdat je van verhalen houdt…

Omdat je wel wil lezen, maar niet steeds wil kijken of er al een nieuw verhaal is. Laat je e-mail achter en je krijgt een nieuw verhaal gewoon in je brievenbus.