De Portugese couchsurfer

Het werd geen grote liefde tussen de Portugees en mij. Dat lag niet aan hem maar aan mijn ongeduldige aard. En de man was tér-gúnd langzaam. Hij arriveerde toen ik er al vanuit was gegaan dat hij niet meer zou komen. Ik ging met hem mee om de auto op een veilige plaats te parkeren. Toen hij de kofferbak opendeed, lag daar Nederland anno 1960.

Toen Hollandse caravans zwaarbelast naar het zuiden reisden. Een mud aardappelen onder de motorkap, hagelslag in het dashboardkastje en roomboter op de hoedenplank. Je mocht eens ziek worden van het exotische voedsel aldaar.

Portugese couchsurfer

De auto van Luis lag vol met de Portugese variant: wijn, porto, olijfolie, brood, en kooltjes voor de barbecue. Genereus haalde hij een pak wijn en een fles porto uit de achterbak en duwde die in mijn armen.

Hij leek op de mediterrane uitgave van Jack Nicholson. Zijn ogen twinkelden vriendelijk als hij wat vertelde en dat was goed want hem verstaan deed ik hem.

Luis had op enig moment in een bui van volledige overmoed op zijn Couchsurfprofiel ingevuld dat zijn beheersing van zowel het Engels, het Frans als het ook het Spaans vloeiend was, maar geen van de talen volstond om uit te leggen wat hij nou precies doceerde op die middelbare school in Lissabon.

Gebrekkig Engels

Hij sprak gebrekkig Engels met een zwaar Portugees accent en alles wat hij zei klonk als zwjoezj zwoezj zwoezj. Daarbij duurde het nogal lang voor Luis in welke taal dan ook antwoord had gegeven omdat er een ingewikkeld denkproces aan de formulering vooraf ging.

Bij de meeste vragen was een kwartier niet ongebruikelijk. Je vroeg dan bijvoorbeeld: “In welk vak geef je les?” Er volgde dan een stilte waarbij ik aanvankelijk dacht dat hij me niet gehoord had.

Maar dat was niet het geval. Luis dacht na. Greep vervolgens een woord in een willekeurige taal, kneedde dat een tijdje, probeerde het even uit.

Kauwen

Vaak volstond het gevonden woord niet, dus greep hij weer een ander en begon het kauwen en herkauwen opnieuw. Het was dan ook pas na het avondeten dat hij ”zwoezj” antwoordde op de vraag in welk vak hij lesgaf. Hij was tekendocent bleek toen een potje hints ons verder bracht.

Luis at zoals hij sprak. Tér-gúnd langzaam. Terwijl wij al aan het toetje waren, prikte hij nog in z’n bietensalade. Dan stak hij een bietje in z’n mond en draaide het samen met het antwoord uren rond.

Halverwege zijn maaltijd, merkte hij op dat Nederlanders wel erg snel aten. Of we ook brood hadden want zonder brood kon hij zijn avondeten niet wegwerken.

We haalden opgelucht adem. Tuurlijk brood. Dat was het. Snel haalde ik een volkorenbrood tevoorschijn maar Luis schudde beteuterd zijn hoofd. Nee, met dat brood ging het niet lukken. Niet getreurd, hij liep wel even naar de kofferbak om zijn eigen brood te halen.

Portugees

Tevreden nestelde hij zich even later weer aan tafel met een groot rond wit brood. Vol verwachting keken wij toe maar er gebeurde niets. Luis kauwde nog steeds even langzaam. Het brood, zo begrepen wij, was typisch Portugees en je kon het 50 jaar bewaren.

Hoewel het me best handig leek om maar twee keer per eeuw naar de bakker te hoeven, was ik blij dat hij mij niets aanbood. Het was rond middernacht toen Luis zijn maaltijd afsloot en besloot dat hij wel een kopje koffie in het café wilde drinken.

Koffie

Dat deed hij in Portugal immers ook altijd. Opgelucht dat we niet langer rond een tafel moesten toekijken hoe Luis zijn sporadische woorden uitbraakte, namen we hem mee op een tocht door de stad. Op gezette tijden wees Luis op iets en zei dan: zwoezj. Wij lachten dan vriendelijk en beaamden dat het inderdaad allemaal erg zwoezj was.

Tijdens het lopen was het me opgevallen dat de Portugees een langwerpige zak bij zich had die rinkelde alsof hij jeu de boules meetorste. Op het terras van het café bestelden we koffie en haalde Luis de zak te voorschijn. Portugese brandewijn en een drietal kleine borrelglaasjes. Luis lustte alleen deze drank en serveerde ons die zonder gêne op het terras van de kroeg.

Autorijden

Op de terugweg naar huis leerde ik dat de Portugees een zoon had die niet van autorijden hield en een vriendin die met een andere meneer was getrouwd. Blijkbaar had de brandewijn iets met het gestel van de leraar gedaan, want eenmaal thuis begon hij te vragen wat voor een werk wij deden.

Toen die hindernis eenmaal was genomen, begon Luis aan een lange verhandeling over de crisis in Portugal, de politiek van zijn land en zijn visie op Europa. Tenminste dat denken we.

Monoloog

Aangezien Luis ons niet echt nodig had bij zijn drie uur durende monoloog, waren wij geestelijk afgehaakt en slopen we om de haverklap naar het kraantje van de Portugese wijn die Luis ons zo vriendelijk ter beschikking had gesteld.

Om drie uur ’s nachts staakte de Portugees zijn relaas en riep vrolijk zwoezj ten teken dat hij naar bed ging. We slaakten een zucht van verlichting toen Luis de volgende middag eindelijk zijn ontbijt op had en begon aan zijn afscheidsrede.

Lissabon

Hij had het erg gezellig gevonden en hoopte dat we snel naar Lissabon zouden komen. We beloofden met ons hand op het hart dat we direct op pad zouden gaan zodra de houdbaarheidsdatum van ons Portugese brood was verstreken.

Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Arseniy Krasnevsky

Share at:

2 reacties op “De Portugese couchsurfer

  1. Haha, tja, het is altijd maar afwachten wie er komt couchsurfen. Leuk geschreven weer. Geen idee of jullie al eens in Lissabon zijn geweest trouwens, maar anders zeker een aanrader (ondanks het risico dat jullie Luis tegen het lijf lopen 😉 )

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omdat je van verhalen houdt…

Omdat je wel wil lezen, maar niet steeds wil kijken of er al een nieuw verhaal is. Laat je e-mail achter en je krijgt een nieuw verhaal gewoon in je brievenbus.