Travels met puppies

Eigenlijk had er geen roadtrip moeten zijn. Om van puppies maar te zwijgen. Het begon allemaal met Pieter, die eigenlijk Peter heet en doodsbenauwd voor honden is, maar dat terzijde. We waren nog maar juist het dorp uit gewandeld, toen Pieter het pad afliep dat zijn perceel met de landerijen verbindt.

Extremadura – Naast hem een vrouw die ik niet eerder had gezien. Hij stelde haar voor. Ze stak een hand uit en vroeg: “Willen jullie een cachorro?” Verbaasd antwoordde ik dat we al een hond hadden en nee, zeker niet op een puppy zaten te wachten.”

Travels met puppies

Op dat moment hadden we ons moeten omdraaien en weg moeten lopen. Hand in hand de zonsondergang tegemoet zoals het plan was. In plaats daarvan gingen we kijken. En nu stonden we dus al twee uur stil op de Antwerpse Ring op weg naar Spanje om twee puppies op te halen.

Zeventien uur, beloofde de GPS als je tenminste afzag van slaap en een plas. Aanvankelijk telde ik de reis in eenheden van een uur. Ieder uur kon worden afgestreept en na 17 streepjes zouden we de puppies in de auto laden en op ons gemak terugrijden. Travels met puppies! jawel,

Norway_360_51c_new

Travels with Charley

Maar na twee uur in de file werd duidelijk dat de afstand zich niet in streepjes liet vangen. “Listen to the wind blows”, zong Fleetwood Mac juist op het moment dat we bij Zundert de windmolens passeerden. Ritmisch hakten de armpjes in op de wind. Na Fleetwood Mac verflauwde Nederland en nam Studio Brussel het over.

Terwijl ik reed, las mijn man Travels with Charley voor. “A journey is a person in itself”, zegt Steinbeck over zijn reis met koningspoedel Charley dwars door de Verenigde Staten. Ik dacht aan de puppies in hun regenton.

Barbaarse dood

Pieter-Peters vlam had de twee honden van een barbaarse dood gered. Haar minuscule flatje bood echter geen ruimte voor de dieren. Haar huurbaas evenmin. Dus werden de puppies in de olijfgaard van Pieter gedropt, die niet van honden houdt, maar des te meer van zijn vriendin.

Toen we de pups die avond zagen, wisten we dat de keuze voor één een duivels dilemma creëerde. Welke hond we ook namen, de ander veroordeelden we daarmee tot een eeuwig leven aan een Spaanse ketting. Dus namen we ze allebei.

Knettergek

Na 27 streepjes, arriveren we uiteindelijk in het dorp. De nacht die ons scheidt van de terugtocht wordt om de haverklap onderbroken door nieuwsgierige buren die komen vragen of het waar is dat wij meer dan 2000 kilometer hebben gereden voor een paar honden.

Als we bevestigend knikken, stellen ze met een zuinig tuiten van de lippen vast wat ze al lang wisten: “Knettergek die lui.”

Desalniettemin brengen ze ons producten uit de moestuin voor de terugreis. De volgende morgen vertrekken we met de pups ingeklemd tussen kratten vol courgettes, olijven en zelfgestookte drank, terwijl Pieters vlam luid snikkend achterblijft.

De bergen van Extremadura

De puppies, Dapper en Sophie, blijken modelhonden. Lief liggen ze tegen elkaar op een kussen, terwijl wij door de bergen van Extremadura rijden. Af en toe gaat een snuit in de lucht om een laatste spoor van een klaproos, een ezel of een kurkeik op te snuiven.

Maar na een uur is de lol er af en beginnen ze zachtjes aan het interieur van de auto te knagen. Omdat de linkerkant van het tapijt beter schijnt te smaken dan de rechterzijde ontstaat er ruzie, die ontaardt in een gevecht waarbij Dapper het onderspit delft in een krat courgettes.

De vlakte van Valladolid

Op de vlakte van Valladolid zijn we het zat. We hebben koud twee streepjes gereden in een inmiddels volledig gestripte auto. Voor een supermarkt stoppen we.

Terwijl mijn man op zoek gaat naar legale zaken om op te kauwen, struin ik met twee onwillige pups langs een strookje groen. Voor het eerst van hun leven gevangen in een riempje. Een man loopt op me toe. Of ik ze wil verkopen? Mooie pitbulls, dat ziet hij zo, zeer geschikt om mee te vechten.

We rijden verder door een langzaam groener wordend landschap terwijl de honden tevreden kauwen op de geperste karkassen van ondefinieerbare beesten. In de verte zien we bergen als decorstukken tegen de achtergrond.

Miranda de Ebro

Als Dapper voor de vierde keer op de schoot van de bestuurder dreigt te springen en Sophie luid jammerend de auto onderkotst, stoppen we opnieuw. Miranda de Ebro, staat er op het bordje. Ik ken die naam en pijnig mijn hersens af om te bedenken waarom.

Het plaatsje ziet er treurig uit. Zigeuners hangen tegen met plastic afgeplakte krotten daar waar de stad het platteland raakt. Pas als we de stad verlaten, weet ik het weer. Miranda de Ebro is het beruchte concentratiekamp van Franco.

Baskenland

Ik kan me niet heugen ooit Baskenland te zijn ingereden zonder op hun topattractie te zijn getrakteerd en ook nu stellen ze me niet teleur: ernstig kijkende mannen richten dreigend hun uzi’s op onze auto. De honden houden zich wonderbaarlijk stil.

Vanuit Pamplona rijden we de volgende dag Frankrijk in. Op een camping onder Parijs stoppen we voor de tweede nacht. Via een riviertje komen we bij het enige restaurantje van het dorp, een pizzeria.

Ik heb nooit begrepen waar Frankrijk zijn naam op het gebied van eten vandaan heeft. Ik heb zelden zo smerig gegeten als in dit land. En ook nu is het beslist knap hoe de kok een eenvoudige spaghetti carbonara tot moes heeft weten te koken.

Sophie en Dapper hebben echter geen moeite met de plastic vloerbedekking en eten zonder morren hun portie op.

Lubberende onderbroeken

Terug op de camping zie ik dat we inmiddels zijn omsingeld door Nederlanders van het ergste soort: zuinig kijkende zestigers die iedere beweging registreren. Calvinistische groeven van afkeuring in hun voorhoofd geëtst.

Ook zonder hun kleren aan de waslijn zie je ze voor je in hun grote lubberende witte onderbroeken. Hun veel te dikke honden, in omvang gestraft voor de luiheid van hun baasjes, keffen zonder ophouden.

Noodweer

Hoewel onze honden geen kik geven, komt een man vragen of ze erg blaffen. Ik moet drie poedels overschreeuwen om duidelijk te maken dat dat niet het geval is. Dat kan ook niet want ze zijn op dat moment druk bezig de veiligheidsgordels op te eten.

Norway_360_51b_new

Die nacht breekt het noodweer los. Regen beukt op ons busje. We drinken wijn terwijl de pups door het natuurgeweld snurken. De volgende morgen gromt de buurman naar ons. Hij heeft alweer slecht geslapen.

Zijn het de honden niet is het wel onweer. Het is altijd wat. De witte onderbroeken hangen druipend van de regen boven de omgewaaide tuinstoelen.

Studio Brussel

Wij staan even later weer vast rond Antwerpen. Studio Brussel vertelt welke oefeningen je in de auto kunt doen. Samen met de honden doen wij rekoefeningen tussen de getormenteerde courgettes.

Als we weer rijden richt Dapper zijn snuit richting het zuiden. Hij snuift even diep alsof hij zich afvraagt waar toch de geur van klaprozen en stieren is gebleven.

Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken

Share at:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omdat je van verhalen houdt…

Omdat je wel wil lezen, maar niet steeds wil kijken of er al een nieuw verhaal is. Laat je e-mail achter en je krijgt een nieuw verhaal gewoon in je brievenbus.