Ik had hem niet gezien maar ineens reed hij naast me. Het was een wonder dat hij me herkende. Ik had in mijn haast de pandmuts van mijn jongste gepikt die tot ver over mijn ogen zakte. Aan de zijkant hingen zwarte slierten, maar die zag ik niet. Net zomin als de panda-oren boven op mijn hoofd.
Ik had mijn sjaal om de onderkant van mijn gezicht gedraaid en trotseerde in deze winterse boerka met pandadesign, de sneeuwvlagen. Het schemerde. Ik dacht aan de laatste lesuren met mijn leerlingen.
Hollende kleuring
Aan de Hollende Kleurling, die door de politie was aangehouden omdat hij een café uitrende. Ik had ze aan de hand van deze rechtszaak het principe van de rechtstaat uitgelegd. En ik dacht na over de relatie tussen ananas en sperma. Hun inbreng, niet de mijne.
Ook toevallig, zie ik je al weer!” groette de fietser. We reden een tijdje in stilte naast elkaar. Een prettige stilte als die van vrienden. “Ga je Sinterklaas vieren?”, verbrak ik uiteindelijk ons zwijgen.
“Ligt er aan of mijn zusje van negen nog gelooft. Als ze nog gelooft wel en anders niet.” Ik had niet geweten dat er nog een zusje was. Ik had willen vragen hoe ze gingen testen of het zusje nog geloofde, maar er woei sneeuw in mijn mond, dus hield ik ‘m dicht.“
Verkering
Ik kreeg net een sms-je van een meisje uit mijn klas. “Spannend”, zei ik en slikte een sneeuwvlok door. “We hebben in onze klas alleen maar meisjes.”
“Dus jij bent de enige jongen?” “Nee, maar die andere die telt niet. Die wordt geschorst omdat hij al negen rode kaarten heeft en dan word je van school gestuurd.
Ik heb nu verkering met het meisje van het sms-je. Sinds vandaag.” Hij kijkt me even aan. “Leuk”, reageer ik enthousiast. “Verliefd zijn is het leukste wat er is.”
Uit het lab
“Nou iedereen lacht ons anders wel uit omdat ik de kleinste ben en zij de grootste van de klas. Vind jij dat je moet zoenen als je verkering hebt?” Nu kijk ik hem even aan. “Geen idee”, zeg ik naar waarheid. “Dat lijkt me niet.” “Oh gelukkig, want we willen eigenlijk alleen maar gamen.
Ze is heel bijzonder weet je? Ze komt uit het lab. Haar moeder kon geen kinderen krijgen en toen hebben ze haar in het lab in elkaar gezet. Er was nog wel iets met zaadjes, maar dat ben ik vergeten. En toen ze geboren werd, moest haar wiegje in het licht anders zou ze niet groeien. Daarom is ze nu zo groot.”
Hij zwijgt weer even, terwijl we een groepje fietsers inhalen. “Ik kreeg vandaag een bekeuring van 29 euro omdat mijn fietslamp het niet deed en ik mijn ID-kaart niet bij me had. Ze dachten dat ik twaalf was.”
Bureau jeugdzorg
“Maar als ze dachten dat je twaalf was”, reageer ik traag, ik was nog in zijn lab aan het ronddwalen, “waarom moest je dan je ID laten zien?” “Ik dacht dat het beter was als ik die liet zien. Maar ik had hem dus niet bij me. Wij zijn al eens eerder met de politie in aanraking geweest. Vandaar”
“Bureau Jeugdzorg werd ontslagen?” “Ja die wilde mij en m’n zusje uit huis plaatsen. Wegens mishandeling.” Ik haal even adem voor ik het durf te vragen. “Wie mishandelt je dan?” “Nou mijn vader vroeger en ze zeiden dat m’n moeder m’n zusje verwaarloost. Dat ze nooit schone luiers had. Maar dat was helemaal niet waar want ik verschoonde altijd haar luiers. Vond ik leuk.”
De sneeuw is inmiddels overgegaan in ijskoude regen. “Maar gelukkig mochten we bij mijn moeder blijven toen ze bij mijn vader weg ging. “Zie je je vader nog wel eens?” “Nee, want hij is ziek en daardoor vindt hij het moeilijk om steeds afscheid van me te nemen. Maar als ik achttien ben, dan gooit mijn moeder me uit huis, zegt ze. Dan mag ik bij m’n vader wonen.
Als ie tenminste nog niet dood is dan. Oh, ik moet afslaan, doei.”
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Kiwihug |Unsplash
Anderen lazen ook:
- Mijn eerste ontmoeting met de fietser
- Burnouts zijn in
- Visarijke cultuurgezinnen gevraagd