Er huizen mannen in mijn parkeergarage. Beige mannen. Ik tel er zes. Afwisselend kijken ze van mij naar het ijzeren hek, waarachter de nacht zich snel uit de voeten maakt. De mannen dragen beige jassen en beige broeken. Of is het ecru? Vroeger waren beige en ecru dezelfde kleur, las ik ergens.
Totdat iemand besloot dat het niet meer zo was en het twee verschillende kleuren werden. Beige schijnt associaties op te roepen met overleven. Bij broeken is het de op één na bestverkochte kleur, net als bij panty’s. Ik ken niemand die beige panty’s draagt als overlevingsstrategie.
Mauritskazerne
In een vorig leven waren de mannen archivaris, magazijnmedewerker of postsorteerder. Tenminste, dat denk ik.
In een vorig leven was dit de Mauritskazerne en huisde hier het Doesburgs garnizoen. Soldaten die vol vuur de stad verdedigden. Nu huist er een leger van gepensioneerden. Het is nog altijd oorlog in de kazerne, al heeft de strijd zich ondergronds begeven.
Minutieus voeren de mannen iedere dag hun zelfopgelegde taken uit. Ze lopen wacht met een schep op hun schouder. Wie net uit het veldhospitaal is ontslagen met een nieuwe heup, besluipt de vijand vanachter een rollator.
Hun artillerie hangt aan haken: bezems, stoffers en scheppen. Wee de ongelukkige die zand uit z’n auto knoeit. Er zijn plastic sneeuwscheppen voor een ijstijd die nooit komen zal, dozen vol kranten om gelekte olie in te drenken, bakjes groen zeepsop tegen de steenmarters – net als de beige soldaten dol op de kazerne.
Paniek
Ik bedwing een opkomende paniek als ik de mannen zie en de neiging sneller te lopen. “Niet hollen!”, dreunt een beige man. “Straks glijden we uit.” Dat is het nadeel van schone kazernes, je kunt er gewond raken.
Het licht valt uit. Ook dat nog. Ik vervloek mezelf dat ik het batterijtje van mijn autosleutel niet heb vervangen. Nu moet ik op de tast mijn auto vinden. Die met al die krassen aan de zijkant.
Ik heb de parkeerplaats gehuurd om de auto te beschermen tegen de elementen van de straat, maar inmiddels ben ik tot de conclusie gekomen dat de auto buiten beter af zou zijn geweest.
Cordon sanitaire
Aanvankelijk ging ik na het binnenrijden direct links, tegen het verkeer in – gesteld dat er tegenliggers zouden zijn geweest. Maar de beige soldaten hadden zes man sterk een cordon sanitaire om mijn auto gevormd. Een sneeuwschep dreigend op de schouder.
Ik had de mannen uitgelegd dat ik anders de hele parkeergarage door moest met mogelijk koolstofdioxidevergiftiging voor ons allen tot gevolg, maar ze wilden er tutututut niets van weten.
Nu doorkruis ik eerst de hele kazerne. Het is er te smal, de pilaren vormen een leger op zich, de auto raakt keer op keer gewond.
Rollators
De nummering van de vakken is volstrekt willekeurig. Mij is 101 toegewezen. Naast mij staat een Fiat op 109. Beige logica. Als ik inparkeer moet ik rekening houden met de doorgangsroutes van rollators. “Niet te dicht tegen de muur mevrouw, dan frustreert u de doorloop.”
Het beige garnizoen beschermt zijn thuisbasis dag en nacht tegen onbevoegden en vrouwen zoals ik. Communicatie is daarbij van levensbelang. Vlak voor het hek hangt een mededelingenbord. Meestal vermeldt het klachten van de beige mannen zelf, maar onlangs had een onverlaat er “Killroy was here”, opgeschreven.
Per brief werden we van het misdrijf op de hoogte gesteld. Of er soms getuigen waren?
IJzeren gordijn
Terwijl de mannen mij afwachtend opnemen, weet ik zonder verder onheil mijn auto te bereiken. Voor het ijzeren gordijn springt het stoplicht op rood. Dat hebben de soldaten zo ingesteld. Dan heb je nog tijd om je voor te bereiden op een eventuele vijand.
Terwijl ik de vijand afwacht, zie ik het lege plastic mapje naast de poort. Vastgepind met een rode punaise. Gisteren had een deserteur hierin nog een oproep geplaatst namens de boerenzwaluw. ‘Laat ons ergens een nestje bouwen, we zijn toch een beschermde vogel?’
‘Niet in onze kazerne’, moet het beige leger hebben besloten.
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Warren Wong |Unsplash
Meer Doesburg? Lees ook:
Meer columns? Lees ook:
Geweldig Anneke!
Dank je wel Maaike.