Eerlijk gezegd voel ik geen kou. Slechts de enorme kracht van de aarde die me in haar schoot trekt. Boven me de poollucht, grijs boven het zwarte water. Aan de overkant van de rivier wacht de rest van de groep.
Zweeds Lapland
Als in slow motion voelde ik hoe mijn voet weg gleed. Ergens tussen de tweede kei en de derde kei. Ik helde naar achter. Ogenblikkelijk probeerde ik mijn misstap te compenseren door voorover te buigen, maar ik had buiten het verraderlijke gewicht gerekend. Vijftien kilo rugzak. Aan mij verankerd als een schild aan een pad.
En daar lig ik nu en voel hoe de bodem aan mij trekt. Begrijp me niet verkeerd. Er is geen paniek, daar is ook geen reden toe. De rivier is breed, maar ondiep. De rugzak onder mij gorgelt alsof hij zijn mond spoelt.
Sami
“Ik geloof dat ik wel een handje kan gebruiken”, zeg ik tegen de Sami-fotograaf, die als enige nog in de rivier staat. Mogelijk verwacht hij dat ik als een poolnimf uit de rivier zal verrijzen. En eigenlijk had dat ook zo moeten zijn, als ik vóór de oversteek de riem van rugzak had losgemaakt.
Maar ik ben onwetend op het gebied van subarctisch overleven. En ook nu ik in het water lig, komt het niet bij me op de riem te openen.
Wat er aan vooraf ging…
Outdoor Academy of Sweden
“U staat geregistreerd voor de Outdoor Academy of Sweden”, de bevestiging in de mail staat vetgedrukt. Eronder een foto van drie blije vrouwen die door zonnig Zweden huppelen, gevolgd door de afsluiting: “We zien er naar uit u te ontmoeten!” Het uitroepteken als dreiging, alsof ze me er aan willen herinneren dat ik niet aan mijn lot kan ontsnappen.
Mijn lot is overleven in de outdoor, in dit geval de wildernis van Zweeds Lapland. Ik heb niks met outdoor. Dat is Nomads afdeling. De fotografe kickt op vliegvissen, kamperen in sneeuwstormen en het bestijgen van glibberige gletsjers. Ik niet.
Outdoor in Noorwegen
De laatste keer dat ik iets outdoors-achtigs ondernam – een lullig ritje per slee naar een bergtop in Noorwegen – eindigde ik na een spectaculaire lancering op een gletsjer. Op zo’n hopeloze plek dat de lynxen al likkebaardend klaarstonden en doodvriezen voor alle partijen de eenvoudigste oplossing leek.
Ik probeer Nomad ervan te overtuigen dat dit haar ding is. Maar de fotografe protesteert. Ze is de week ervoor geopereerd en de nietjes zitten er nog in. Hoewel mij dat juist een uitdaging lijkt voor een hardcore outdoorfanaat, houdt ze voet bij stuk.
Kiruna Zweeds Lapland
En dus vlieg ik een kleine week later naar Kiruna, in het hart van Zweeds Lapland waar overleven aan de orde van de dag is. In ieder geval voor de Sami, de bevolkingsgroep die voor een deel van rendieren leeft. Al is leven een groot woord nu door de klimaatverandering de rendieren met moeite voedsel vinden.
Het begint niet onaardig. Ik word ondergebracht in een appartement in Björkliden, zo’n 250 kilometer boven de poolcirkel. Ik bezit een eettafel, een zithoek, een terras en zelfs een heuse sauna.
Outdoorfabrikanten
Niet dat ik tijd heb ervan te genieten, want ik moet kennismaken met de outdoorfabrikanten die mij in gletsjeruitrusting zullen hullen: bergschoenen, wollen ondergoed, een winddicht jack, en een broek met versterking op de billen zodat je bij een glijpartij niet meteen in je wollen broekje staat.
Mocht ik onverhoopt van een gletsjer rollen of tussen aanstormende rendieren belanden, hoef ik slechts met mijn knalroze lunchbox te zwaaien of ze met mijn fluorescerende jachtmes in mootjes te hakken. Eitje!
Björkliden en Abisko
Ik bekijk het mes met de vuursteenfunctie waardoor ik ook zal kunnen koken. Koken? Gelukkig is een beetje water verhitten al voldoende voor die wildernisculi’s, ontdek ik al snel.
Er wordt een kookset, een tent en een rugzak van 65 liter in mijn handen gedrukt en ik begrijp dat het appartement met sauna geen blijvertje is. We gaan de wildernis in. Een trail van 32 kilometer over diverse bergpassen tussen Björkliden en Abisko ligt klaar om in drie dagen overwonnen te worden.
Noordpooluitrusting
Als ik de volgende morgen naar mijn spiegelbeeld kijk, staart een onherkenbare vrouw in Noordpooluitrusting terug. Ik ben mezelf nu al kwijt.
“Zijn we er klaar voor?” vraagt de gids opgewekt als ons internationale groepje zich buiten het hotel verzameld heeft. Ik wil net: “Ja hoor”, roepen als ik iets warms langs m’n broek voel lopen. Het is mijn thermoskan, gevuld met kokend water, die uit een zijvak van de rugzak steekt. Hij lekt. Ik sprint weer naar binnen om een nieuwe te kopen.
Vadvetjåkka en Abisko national park
Terug buiten buk ik me om de rugzak om te doen en bezwijk onder het gewicht. Nog geen minuut op pad en er zit al een deuk in mijn gloednieuwe thermosfles. De tocht voor die dag gaat richting de Noorse grens. Een route ingeklemd tussen het noordelijkste nationale park Vadvetjåkka en Abisko national park. Dit laatste park is bekend omdat het Koningspad, een historisch wandelpad van ruim 400 kilometer, hier begint. Of eindigt.
De route voert omhoog naar de Rákkasláhkuvlakte, een kleine 800 meter hoger. Het ‘Veld van de verliefden’, noemen de Sami het. Vandaag is het een dramatische liefde. Woeste wolken vol dreigende regen worden in rap tempo aangejaagd door de wind.
Naarmate we hoger stijgen, wordt de wind boosaardiger en trekt aan mijn jas en muts. De rugzak, op zijn beurt, trekt aan mijn schouders. Iedere keer dat ik op een steen spring, voel ik hoe het gewicht me tegenwerkt. De schouderbanden sluiten niet goed aan, ondanks mijn geruk aan de bandjes. Het resultaat is dat ie op mijn rug klappert als een zonnescherm in de wind.
De groene mosvlakte maakt langzaam plaats voor een grijzere variant, doorsneden door watervallen en kleine stroompjes. Onder ons ligt het 70 kilometer lange bergmeer Torneträsk. De granieten omgeving doet denken aan de Dolomieten waar ik het jaar ervoor met herders de Transhumanz liep.
Gevriesdroogde maaltijd
Tegen het middaguur houden we halt. Tijd voor de lunch. Onze eerste gevriesdroogde maaltijd moet tot leven worden gewekt met het water uit de thermos. In het oranje zakje schilfers dat ik openscheur, zal een weldra een spaghetti bolognese opwellen.
De gids heeft ondertussen een blik op mijn rugzak geworpen. “Geen wonder dat het niet lekker zit”, zegt hij. “Het ding staat afgesteld op 1.76 meter en je bent een stuk korter.” De banden worden geschikt en inderdaad: de rugzak sluit nu perfect aan op mijn ruim 15 cm kortere lijf.
Besneeuwde vlakte
Tijd voor de Italiaan! Helaas heb ik het zakje niet gecontroleerd toen ik het in mijn haast openscheurde, waardoor ik nu met gewelde chocolademuesli in mijn handen sta. Dat wordt morgen spaghetti bolognese voor het ontbijt.
Na de lunch wordt het landschap leger en grijzer. En ook de lucht past zich aan: het begint te sneeuwen. Het uitzicht is spectaculair tot de vlokken in mijn gezicht waaien, terwijl we een besneeuwde vlakte oversteken.
Triatlons
Mijn groep bestaat grotendeels uit mensen die voor hun plezier triatlons lopen en omdat iedereen weet dat je van triatlons nauwelijks moe wordt, wisselen ze die af met hardlopen over afstanden van 130 kilometer. Blijkbaar lopen alleen sukkels een marathon.
Zelf verkeer ik, sinds we vertrokken zijn, permanent in de joggingstand. Plassen, fotograferen en aantekeningen maken, heb ik allang opgegeven uit angst de groep uit het oog te verliezen.
Låktatjåkka
Aan het eind van de middag duikt er ineens een berghut op uit de sneeuw. Låktatjåkka, een lodge op zo’n 1200 meter hoogte en daarmee de hoogste berghut in Zweden. Voorzien van diverse slaapkamers, een zitkamer, sauna en een restaurant. Zei ik restaurant?
Doen wij niet. Wij outdoormensen koken lekker buiten waar het koud is en de sneeuw ons vuurtje tegenwerkt. Het wordt nog kouder. De volgende morgen lopen we door een wit maanlandschap. We passeren de Harpasset een rotsachtig plateau met ijsmeren vol helblauwe randen. “Mordor” roepen een aantal mannen verwijzend naar het landschap van Tolkien.
Spoorloos verdwenen
De Sami-fotograaf die ons vergezelt, vertelt een verhaal over een Deen die in dit gebied spoorloos verdween. Ik probeer het verhaal buiten te sluiten, ik heb al mijn aandacht nodig voor mijn voeten. Als ik hier van de besneeuwde hellingen rol en in het ijswater beland, verwacht ik weinig heil van mijn roze lunchbox.
Verder omhoog over het donkere gesteente. Een open vlakte, dan wat houten huisjes aan een meer en dan staan we bij de rivier.
Wat er op volgde…
Watermonster
De fotograaf steekt zijn hand uit, maar met de rugzak ben ik te zwaar en hij heeft uiteindelijk beide handen nodig om me overeind te krijgen. “De Sami zouden zeggen dat je kennis hebt gemaakt met Cahcce Ravga, het watermonster,” lacht hij.
Water stroomt van me af. Nu ik van top tot teen nat ben hoef ik geen moeite meer te doen en loop ik over de bodem de rivier door. Wanhopig bedenk ik hoe ik de komende uren in kletsnatte kleding door Lapland moet marcheren.
Kårsavaggemeer
Aan de overkant merk ik tot mijn verbazing dat ik op mijn voeten na, droog ben gebleven. En ook de rugzak die ik in zijn regenhoes had gestoken, is niet al te nat. Ik trek droge sokken aan, trek plastic zakjes over mijn sokken en glijd opnieuw in de kletsnatte bergschoenen.
Soppend bereik ik de rif. En dan breekt de zon door. Over de rif is het landschap diepgroen. Onder mij schiet een regenboog uit het Kårsavaggemeer. Bij een waterval vul ik mijn gedeukte thermosfles. Beneden aan het water zullen we onze tentjes opzetten. Terwijl de groep naar beneden triatlont, geniet ik nog even van de warmte.
Noorderlicht
Als ik ‘s avonds in mijn tentje lig, terwijl het Noorderlicht de hemel schildert en een vuurtje mijn schoenen droogt, denk ik aan de rendieren en de Sami wier land dit is. En aan de arrogantie van de mens om de natuur voortdurend te willen onderwerpen. “Onderschat de natuur nooit”, had een Sami me gezegd. Zij is je altijd de baas, zorg dat je je nederig opstelt.”
“Hoe nederig kun je zijn op de bodem van een rivier?”, vraag ik me af terwijl ik diep in mijn mummieslaapzak duik en bedenk ik dat ik dat överleva in de wildernis bijna leuk ga vinden.
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Carl-Johan Utsi
Deze reis was op uitnodiging van Outdoor Academy of Sweden.
Wat een heerlijk verhaal Anneke – en wat een held dat je toch mee bent gegaan op deze tocht! Een weekendje survivallen is niet voor iedereen weggelegd en dat heb jij toch maar even mooie gedaan. Ben overigens wel een klein beetje jaloers want lijkt me echt geweldig om zo noordelijk de natuur in te marcheren met een groep like-minded souls die ook van outdoor houden. Enne… ik kan je wat verklappen, je hoeft geen marathons en/of triatlons te doen, ik heb nog nooit harder dan 6.5 km/uur hardgelopen en max 7 km gedaan en toch kom ik steeds die bergen weer over 🙂 dus mocht je nog eens zo’n aanbod krijgen, vooral doen dus! (ps en spaghetti voor ontbijt kan best lekker zijn, weet ik uit ervaring!)
Hi Antonette,
Dank voor je compliment. Het kan handig zijn eens contact op te nemen met Visit Sweden als dit soort reizen je aandacht hebben. Enne ik loop ook hard, 8 kilometer, maar niet met bepakking:)
Ow wat fantastisch geschreven weer Anneke! Wat een avontuur, je hebt het maar mooi gefixt.
Ja een cruise is veiliger, dat blijkt maar weer!
Voortaan kan je je fluorescerend mes beter aan de Sami-fotograaf geven, zodat hij de riem van je rugzak vakkundig in mootjes kan hakken als je weer eens op de bodem ligt 😉 Ik moest zo lachen met dit verhaal, heerlijk om lezen! Al identificeer ik me als outdoorfanaat toch eerder met Nomad! Hoe ironisch het ook mag zijn, ik krijg door het lezen van jouw verhaal ongelooflijk veel zin om er zelf weer op uit te trekken voor een meerdaagse trekking 😉
Ik geloof dat het de bedoeling van Visit Sweden is, dat je gestimuleerd wordt daar naar toe te gaan. Dankzij mijn heldhaftige optreden:)
Van moed en zelfopoffering gesproken 😉 Je bent er toch maar glansrijk in geslaagd!