Uit het scheepsjournaal: Donderdag Deventer – Hattem
Manmoedig Hattem
De Spanjaarden die Hattem in 1629 hadden belegerd, waren uiteindelijk afgedropen. ‘Het kleine Hattem had manmoedig den vijand van voor zijne muren doen afdeinzen’, werd destijds opgetekend.
Bijna vierhonderd jaar later staan wij op de stadsmuur van Hattem, daar waar de muur een bocht maakt en de Hattemers destijds het leger van Salazar belachelijk maakten. Geen Spanjaard te zien. De enige herinnering aan de strijd is het tafereel van Peeter Snayers dat nu in het plaatselijke Voerman Museum hangt.
Kikkers
Achter ons ligt de middeleeuwse stad. Aan onze voeten de gracht. De skeletten van winterse bomen wiegen zachtjes in de wind. In de gracht geven stenen kikkers geluidloos een concert. Een cadeau van de muziekvereniging die haar honderdste verjaardag vierde, toen Hattem er zelf al zeven eeuwen had opzitten.
De kikkers zijn een van de lievelingsplekjes van de 14-jarige Samuel, vertrouwde hij ons toe toen we hem in de Dijkpoort ontmoetten. “Je kunt fantastisch van de ene kikker naar de andere kikker springen en zo de gracht oversteken.”
De IJssel
Klein is Hattem altijd gebleven. Bedreigd niet meer. Of het moet de koepel betreffen op de stadsmuur die het stadsbestuur wil slopen om er een vleermuizenonderkomen van te maken. Voorbij de muur, voorbij de uiterwaarden, ligt de IJssel waarover we die morgen zijn gekomen.
Vanuit Deventer voert de IJssel recht omhoog. De boot heeft er geen zin in vandaag en de motor sputtert boos tegen als we noordwaarts varen. Pas als de rivier bij Fortmond een knik krijgt, geeft de motor zich gewonnen.
Kozakkenveer
Fortmond ligt buiten de winterdijk in de Duursche Waarden. Als het water hoog komt, is het plaatsje niet langer per weg bereikbaar alleen nog per boot. Tussen Fortmond en Veessen, de overkant van de knik, vaart het Kozakkenveer.
De naam komt van de ruiters uit het Russische leger die hier in 1813 hier de rivier zouden zijn overgestoken om de Fransen uit Nederland te verjagen.
Korea
Spanjaarden, Fransen, Russen. “De IJssel is een multiculturele waterweg”, mompel ik. “Je vergeet Korea”, zegt de fotografe. Ze wijst op de kaart. “Hier ligt een bos dat vanwege zijn ondoordringbaarheid Korea wordt genoemd. Er is zelfs een laarzenpad uitgezet.”
“Laarzen”, zal Casper Spannenberg, muzikant en schoonzoon van de Hattemse klompenmaker Veltkamp later die middag vertellen, “waren de doodsteek voor de lokale klompenmakers, waarvan er ooit zo’n 35 waren. “
Cuby & the Blizzards
Een paar vissers laten hun hengels in het water hangen. Vanuit het gras kijkt een groepje witte ganzen belangstellend toe. In Wilsum passeren we een dijkhuis met een rieten dak en molen ernaast.
Een café waar in de jaren zeventig beroemdheden van eigen bodem optraden als Cuby & the Blizzards. Een stukje verder draven links paarden met ons op. Rechts kruipen de bomen tot aan het water.
Dikke Tinne
Hattem vanaf het water is anders. Er is geen kade. In tegenstelling tot Doesburg, Zutphen en Deventer, die we eerder aandeden, ligt de stad niet direct aan het water, maar heeft ze zich verschanst achter een groen tapijt waar zomers mogelijk koeien en paarden grazen, maar nu een lege vlakte ligt.
Schuin aan de overkant gloort Zwolle. Op oude tekeningen van Hattem is de burcht Dikke Tinne nog te zien, maar die is in de eeuw van de Spanjaarden verdwenen. Alleen het Spookhuys, nu een restaurant, maar destijds een voorburcht van het kasteel, herinnert nog aan die tijd.
Kladdegat
Uit het kleinste kasteel met de dikste muren van Nederland zou dagelijks het erbarmelijke gehuil van Kladdegat te horen zijn geweest. De spookhond, die in de kelder aan de ketting lag.
Jammerende gevangenen, wier stemmen ver over het land droegen, is waarschijnlijk logischer maar dan zou Hattem het zonder zijn legende en vereeuwigde symbool moeten stellen. Want Kladdegat is goed voor een beeld aan de toegangsweg en festivals in de stad.
Jan Voerman
Rode daken leunen knus tegen elkaar. Erachter steekt het grijze dak van de Sint Andreaskerk boven de huizen uit. Schilder Jan Voerman, aan wie in het Hanzestadje een museum is gewijd, werd bekend om dit beeld. De weiden met daar boven de hoge luchten en altijd het silhouet van die kerk.
We meren aan in de haven en lopen via de Dijkpoort het stadje in. We zwerven door de oude straatjes rond de markt en gaan het stadhuis binnen. Het stadhuis is verbonden met het voormalige Waaggebouw uit 1625. Net als in Zutphen zijn een aantal historische panden met elkaar verbonden. Binnen lopen we door de overdekte straatjes.
Lentemarkt
Voor ons lopen twee vrouwen die spreken over de Lentemarkt die later in Hattem wordt gehouden. “Hopelijk is het dan wel lente”, zegt een vrouw met blond haar bibberend, terwijl ze diep in haar jas kruipt.
Dan wijst ze op een vrouw die buiten op straat innig gearmd met een man onder een paraplu loopt. “Heeft ze een nieuwe? Dacht al, zie haar man nooit meer.”
Hanzestad
We staren gebiologeerd naar de vrouw met de nieuwe man. “Goed verhaal”, fluister ik. “Hm geef mij maar een koelbloedige moord onder een tabaksplant”, fluistert de fotografe refererend aan een 19e -eeuwse moord in Doesburg.
Hattem is een Hanzestad maar nog meer dan in Doesburg, is die periode van korte duur. Sterker nog, als in 1473 de Zuiderzeesteden bijeenkomen in Hattem om de volgende Hanzevergadering voor te bereiden is het Veluwse IJsselstadje zelf niet eens uitgenodigd.
Sint Maarten
“Hattem is anders”, zegt de mevrouw bij de stadsmolen waar we neerstrijken voor koffie. “We worden wel als handelsstad genoemd, maar we zijn toch meer een stad die van agrarische producten leefde. Bakkers waren belangrijk maar ook de wevers van wol.
Het is zelfs zo dat ze in Hattem een dag eerder Sint Maarten vieren. Een oude traditie omdat op 11 november de koeien binnen moesten. Om te voorkomen dat de kinderen door het vuil liepen, vierden we het een dag eerder. Dat geeft wel aan dat het hier redelijks boers was.”
Bakkerijmuseum
Boer, molenaar en bakker. Een drie-eenheid die zo ver gaat dat Gerrit Willen Barendsen, telg uit een bakkersfamilie, besloot Nederlands enige bakkerijmuseum te openen om de geheimen van die drie-eenheid vrij te geven. In een deel van de stad dat als Het Warme land wordt aangeduid, vormen middeleeuwse stadsboerderijen nu het museum.
Hattem was zover Casper Spannenberg weet inderdaad geen rijke stad. “De meeste mensen waren boer of grondwerkers.” Hij woont niet ver van de Dijkpoort en kijkt uit op een schuurtje waaraan talloze klompjes zijn vastgemaakt. Zijn schoonvader was een van de vele klompenmakers in Hattem.
Klompenmakers
Samen met zijn vrouw haalt hij herinneringen op aan hoe dat ging. “Er werden wilgen bij boeren gekocht en die kwamen per roeiboot of met vlotten. Ze gebruikten bij ons thuis een hondenkar om pakketjes naar ver te brengen”, weet zijn vrouw.
Voor mensen die weinig hadden, vormden de kelders van Hattem een kans. Velen zijn ondergronds verbonden en het kwam regelmatig voor dat rijke Hattemers hun voorraad appels of aardappels op geheimzinnig wijze zag slinken. “En dan gaf natuurlijk iedereen de schuld aan Kladdegat de spookhond”, lacht Casper.
Hanzementaliteit
De Hanzementaliteit zie je in Hattem terug in de wijze waarop de mensen verwelkomend zijn voor nieuwkomers. “We zijn gewend aan mensen van elders.”
“Waar moet je eigenlijk heen als je iets van de natuur van Hattem wil zien?”, vraagt de fotografe. Het echtpaar kijkt elkaar even aan en lacht. “Naar de bossen van Molencaten natuurlijk. Daar ging iedereen vroeger iedereen heen die verkering kreeg. Dan kerfde je elkaars naam in de stam van een boom.”
Molencaten & Greet Hofmans
Molecaten. Een landgoed met bossen en een landhuis. Het landgoed kreeg naam vanwege de link met de koninklijke familie en de Greet Hofmansaffaire. De laatste bewoners waren de oud-particulier secretaris van Juliana, baron van Heeckeren van Molecaten en zijn echtgenote, oud-gouvernante van de twee jongste prinsesjes van Oranje.
Hofmans zou met haar pacifistische ideeën invloed hebben op de koningin. Daardoor ontstond er een crisis omdat prins Bernhard in deze periode van de Koude Oorlog juist een sterke bewapening voorstond.“Er was zelfs een complot om de Hattemse baron te vermoorden en Juliana gek te laten verklaren”, zegt de fotografe die een geheugen voor dit soort feitjes heeft.
Vrouwe van Veluwe
Op de hoek van het Bakkerijmuseum hangt een bordje waarin Eleonora van Engeland, Vrouwe van Veluwe wordt genoemd. Over haar is er een prachtig verhaal. Ze trouwde op de jonge leeftijd van veertien met de veel oudere Reinoud II van Gelre. Eleonora werd van het hof verbannen omdat hovelingen beweerden dat zij aan melaatsheid leed.
Toen ze dit hoorde sprong ze op haar paard en ging naar Nijmegen. Op de Valkhofburcht, scheurde ze voor de ogen van het aanwezige gezelschap de kleren van haar lijf en toonde zo aan haar gemaal in blakende gezondheid te verkeren. “Ze moet wel indruk hebben gemaakt”, zegt de fotografe. “De hertog overleed kort daarop.”
Daendelshuis
In de bocht van de Kerkhofstraat staat een bakstenen huis met rode luiken en een hek ervoor. Het Daendelshuis. De geschiedenis van zijn bewoners is bewogen. Het was het huis van de 18e -eeuwse Aleida Van Vlierden. Ook een vrouw met een verhaal. Maar zoals bij alles in haar leven, wordt haar rol overschaduwd door haar man en lijkt de geschiedenis haar te negeren.
Ze is een jaar of 18 als ze een affaire krijgt met de advocaat Herman Willem Daendels, zoon uit een Hattems geslacht van stadsbestuurders. Helaas voor haar was haar geliefde een patriot en hoorde haar vader tot de orangisten.
Schaken bij het Daendelspoortje
Daarbij had Herman tot verzet opgeroepen en moest hij op stel en sprong de stad verlaten. Dat deed hij echter niet alleen. Aleida liet zich in 1787 schaken. In Hattem herinnert het Daendelspoortje nog aan deze amoureuze vlucht door de zuidelijke stadsmuur. Tot zover de romance.
Aleida’s leven wordt er een van veel kinderen, armoede en een man die haar van hot naar her sleept om haar regelmatig in de steek te laten. In 1808 wordt Daendels benoemd tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië en reist hij af naar Java. Aleida blijft met de kinderen achter.
Krijgsgevangenschap
Terwijl Daendels met een Bantamse prinses gaat samenwonen, probeert zij zo goed en zo kwaad als het gaat tien kinderen te onderhouden, zonder dat ze geld van hem krijgt. Als hij na een krijgsgevangenschap naar Ghana trekt en in 1818 aan malaria bezwijkt, woont Aleida nog altijd zonder inkomsten in Hattem.
We kijken nog eens goed naar het Daendelshuis waar Daendels nauwelijks drie jaar heeft gewoond heeft en Aleida veertig. “Het Van Vlierdenhuis zou toepasselijker zijn”, besluiten we eendrachtig.
De wet van Hattem
Volgens de schrijver en historicus Geert Mak is er de wet van Hattem en die heeft alles te maken met armoede. De wet luidt zo: omdat Hattem arm was, heeft niemand de moeite genomen de binnenstad plat te gooien in de vernieuwingsdrang die andere steden wel fataal werd. Het gevolg is dat het kleine Hanzestadje nog altijd middeleeuws mooi staat te wezen aan de IJssel.
Helemaal waar is het trouwens niet, want er zijn hier en daar wel wat historische panden verdwenen, maar gelukkig zijn er genoeg inwoners die de historische stad op waarde wisten te schatten. Een daarvan is Samuels moeder die sinds afgelopen jaar Hattems enige stadspoort weer leven in blaast.
Dijkpoort
Edith Koridon heeft de Dijkpoort uit 1400 opengesteld voor inwoners en bezoekers die zich hier kunnen verdiepen in ambacht en kunst en natuurlijk de toren mogen bezichtigen. Er is een atelier en schoolkinderen volgen hier lessen.
Zoals van de Hattemse kinderboekenschrijver Victor Kammeijer. We ontmoeten de schrijver op de eerste verdieping van de toren. Gezeten aan een lange tafel op banken bedekt met schapenvachten, vertelt de schrijver over zijn boek de walnoten kraker. Een filosofisch kinderboek geïnspireerd op de Deense filosoof Søren Kierkegaard.
Fantastische natuur
“Het boek gaat niet over Hattem”, zegt de schrijver terwijl wijst op de stad voorbij het glas-in- loodraam, “maar de vrijheid die het jongetje Bruno ervaart zou wel in Hattem kunnen zijn, want deze stad is ook een trekpleister vanwege de fantastische natuur. De uiterwaarden en de bossen. Bezoekers zijn altijd weer verbaasd hoe mooi het hier is.”
Een verdieping hoger, in het atelier, zit Samuel voor een vergelijkbaar glas-in-loodraam. “Hattem is heel leuk, omdat je overal dichtbij woont. Dus ben je heel erg vrij”, bevestigt hij de woorden van de schrijver.
Charme van Hattem
Voor Kammeijer is de charme van Hattem dat het klein is: “maar wel met een stadsgevoel en een verleden dat heel zichtbaar is. Het feit dat je kunt voelen dat anderen er voor jou hebben gewoond, maakt het bijzonder. Hattem is altijd open geweest voor mensen van overal.”
“Zoals ik”, zal Samuel even later zeggen als hij ons er op wijst dat er in de stad meerdere geadopteerde kinderen wonen. Victor: “Het leven moet je niet denken, maar moet je doen. Dat is eigenlijk de kern van mijn kinderboek.”
Bonbonatelier
Het zou de filosofie kunnen zijn van ambachtsman en chocolatier Adrie Ras die in de luwte van de Dijkpoort druk bezig is in zijn Bonbon atelier A3. Van oorsprong is hij banketbakker maar zijn hart ging nu eenmaal sneller kloppen van chocola.
Toen de mogelijkheid zich voordeed opende hij zijn chocolade atelier waar hij voor de ogen van de mensen werkt. “Net als vroeger. Toen waren de ambachten ook niet weggestopt, maar voor iedereen zichtbaar. De inrichting is een beetje Anton Pieckachtig en dat past weer mooi bij het museum.”
Anton Pieckmuseum
Dat het Anton Pieck museum in Hattem zit, heeft een vreemde reden. De tekenaar had geen enkele band maar met Hattem, maar schijnt ooit geroepen te hebben dat als er dan toch een museum moest komen, dan niet te dicht bij zijn tekentafel in Overveen. Et voilà, het werd Hattem. Kennelijk ver genoeg verwijderd van zijn potloden en penselen.
Tegenover de twee musea die schilders eren, de Hattemse Voerman en de Overveense Pieck, ligt een bijzonder gebouw: de synagoge. Nu is het een kleding- en antiekwinkel waarop de begane grond een kleine ruimte is ingericht ter herinnering aan de joodse gemeenschap.
Joodse gemeenschap
Alle steden aan de IJssel en Hasselt hadden een joodse gemeenschap. Die van Hattem was weliswaar heel klein, maar al aanwezig in de 18e eeuw. In 1873 wordt de synagoge geopend. Bijna vijftig jaar zal rabbijn David Cortissos de joodse gemeenschap bedienden.
Met zijn dood in 1941 stopt ook het samenkomen in de synagoge. Als na de oorlog slechts twee joden terugkomen, is duidelijk dat er aan de joodse gemeenschap net als in Doesburg en Hasselt op gruwelijke wijze een einde is gekomen.
Café Daentje
“Op de een of de andere manier eindigen we in heel veel Hanzesteden met de dood”, zegt de fotografe nadenkend. We stoppen voor huiscafé Daentje op het raam staat een gedicht van Kees Hermis:
Vergeet je niet te leven
dacht ik laatst
de tijd hield stil
een adempauze even
We besluiten te leven door één van de veertig soorten ambachtelijk bier te proberen en te eten wat de pot schaft. Terwijl we op ons eten wachten denken we na over Hattem. Over Juliana, Eleonora, Edith, Aleida en de vrouw met de nieuwe man. ‘’Hattem is een stad van vrouwen”, concludeert de fotografe. “Maak dat maar je titel!
“Je vergeet Daentje”, zeg ik wijzend op de eigenaresse die met dampende borden risotto aankomt.
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken
Dit is deel vijf van een achtdelige serie over de Hanzesteden en kwam tot stand op uitnodiging van MarketingOost.
Verhalen over de Hanzereis
- Reis langs de Hanzesteden aan de IJssel
- Doesburg stad van soldaten
- Zutphen, stad van Torens
- Deventer, stad van voetstappen
- Hattem, stad van vrouwen
- Zwolle, stad van de liefde
- Kampen, stad van het water
- Hasselt, stad van God
Beste Nicole en Anneke,
Wat een goed verhaal over Hattem. Groots in kleinschaligheid. Je hebt het over Aleida van Wierden en het Wierdenhuis, maar dit moet zijn Van Vlierden en het Van Vlierdenhuis. Onder het kopje Sint Maarten benoem je in de laatste zin “dat geeft wel aan dat het hier niet redelijks boers was.” Je bedoelt waarschijnlijk dat het hier redelijk boers was en dat blijkt ook wel uit de vele stadsboerderijen in Hattem. Overigens, die boerenkinderen konden ook niet op de 11e november lopen, omdat ze moesten helpen met het naar binnen drijven van het vee. De ruïne van het kasteel Dikke Tinne werd gesloopt in het laatste kwart van de 18e eeuw. Daarvoor had het al bijna 200 jaar leeggestaan. Vanuit het toeristisch informatie punt op de Markt worden o.a. wievenwandelingen gehouden. Een stadswandeling met bijzondere aandacht voor Hattems bijzondere vrouwen. Buiten de door jullie vermelde vrouwen waren er dus nog een paar. Dat sluit mooi aan bij jullie thema.
Beste Gerard, dank je wel voor je correcties en aanvullingen. De wandeling zullen we erbij vermelden. Hartelijk dank.