De Natabeese stad Petra is van een bijzondere schoonheid. Het licht, de kleuren en de architectuur vormen een decor uit vervlogen tijden waarlangs paarden, ezels en kamelen vermoeide reizigers op hun rug vervoeren. Het is aan mannen als Emad te danken dat ook het welzijn van de dieren aandacht krijgt.
Onder mij, in het roze ochtendlicht dat over de 2000 jaar oude zandstenen graftombes van de Nabateeërs valt, krioelen paarden, kamelen, ezels, Arabieren, bedoeïenen en toeristen bij de ingang van het historische Petra. Alsof de handelspost en necropolis Petra nog altijd in bedrijf is.
Drinkers van de wind
Het bruine paard staat stil en laat zich geduldig aaien. Een Arabisch paard. Geroemd om zijn uithoudingsvermogen. Niets wijst er op dat het net een inspanning heeft geleverd. Volgens de koran nam God een handvol wind en creëerde daarmee het Arabische paard.
De bedoeïenen noemen hun viervoeters drinkers van de wind. Die bijnaam lijkt af en toe letterlijk te worden genomen als je de ribben van sommige paarden ziet. “Dit was ooit een karrenpaard”, zegt Emad over de bruine hengst naast me. “Die zijn er meestal het slechtst aan toe.”
Ondanks het weekend is Emad aan het werk in zijn kantoortje. De paarden- en ezelkliniek op het plateau boven Petra geeft medische zorg aan de 700 paarden, 400 ezels en 40 kamelen die beneden in de kloof zwoegen. Maar ook voorlichting vormt een belangrijke pijler van de voormalige Brooke kliniek.
Brooke kliniek
De ontmoeting met Emad is toeval. Een gevolg van mijn bezoek aan Petra een dag eerder toen ik de roodkleurige siq, de kloof van het antieke Petra was ingelopen. Langs mannen met geruite Keffiyehs op hun hoofd die paardenraces hielden langs het pad.
“You wanna ride Mercedes, you wanna ride Helicopter?”, vroegen vervolgens de bedoeïenen waarmee ze naar hun ezels verwezen. Terwijl ik de kloof doorliep, moest ik af en toe opzij springen voor paardenwagens die met donderend geraas voorbij stoven.
Al Khaznehtempel
De kloof, ooit de toegang tot één van de levendige handelsposten uit de klassieke geschiedenis, mondt onverwacht uit in een plein. Een haast bijbels tafereel: kamelen geknield voor de Al-Khazneh tempel. Tegen de hoge wanden rond het plein schuren ezels en paarden hun flanken.
Iets minder bijbels zijn de bedoeïenenjongens met hun kohlomrande ogen en wapperende haren als een woestijnversie van Pirates of the Caribbean. Vanaf hun ezel knipogen ze naar de jonge westerse vrouwen.
De paardenfluisteraar van Petra
Van het plein loop ik verder langs theehuizen en winkeltjes in bedoeïenententen. Hier een daar zit een jong kind, niet ouder dan vier met een stapel ansichtkaarten. “Please mam, happy hour, you want postcard?” Op weg naar het theater en het antieke stadscentrum word ik regelmatig afgeleid van de schoonheid van Petra door kinderen die hun ezels meppen en paarden die dreigen uit te glijden op de uitgesleten stenen.
Ik zie ezels vastgebonden in de felle zon. Een zon die de aarde hier tot 43 graden verwarmt. En ik herinnerde me dat onze gids Machmoud bij de entree van Petra me op een soort ranch hoog op een plateau had gewezen. “Daar leren ze de mensen hoe ze met werkdieren moeten omgaan.”
Werkpaarden
Wat ik in Petra zie is niets vergeleken bij wat Dorothy Brooke aantrof toen zij in 1930 in Egypte aankwam. De Britse, getrouwd met een kolonel, had zich ten doel gesteld de paarden op te sporen die in de Eerste Wereldoorlog hadden gediend. Ze waren na de oorlog als werkpaarden verkocht omdat dat nou eenmaal goedkoper was dan de paarden terug naar Engeland te verschepen.
Veel soldaten wilden echter weten hoe het hun trouwe viervoeter verging en Brooke had deze taak op zich genomen toen haar man naar Egypte was overgeplaatst. Ze was gechoqueerd toen ze de paarden in hun uitgemergelde staat aantrof. Een vlammend relaas in een Britse krant leverde voldoende geld op om de legerpaarden -herkenbaar aan het brandmerk van een pijl – op te kopen en een goede oude dag te geven.
Brooke hospital for animals
Brooke realiseerde zich echter ook dat het lot van de werkdieren nauw verbonden is met dat van de arme bevolking. Niet veel later zag het eerste Brooke Hospital for Animals het levenslicht waarin gratis zorg aan werkdieren gekoppeld wordt aan voorlichting. Ook in Petra is een kliniek geopend waar ik de volgende morgen onaangekondigd aanklop.
Emad Alhelalat is helemaal niet verbaasd dat we zo maar komen aanwaaien. We zijn meer dan welkom. Hij gaat ons voor naar een kantoortje met stoelen waar de vering uit het kapok steekt en een anatomische tekening van een paard aan de wand.
Racen
Zijn donkere fluwelen ogen lijken op die van de dieren die hij verzorgt. Zijn leven bestond net als dat van de jongens onder aan de berg uit racen op zijn paard.
Zijn ogen rusten ernstig op me als hij vanachter zijn bureau zijn verhaal samenvat. “Maar op een dag tijdens het racen kreeg mijn paard koliek en ging dood.”
Emad deed vervolgens iets bijzonders: hij klom de heuvel op naar de Brooke Kliniek om te vragen wat hij mogelijk fout had gedaan. Daar vertelden ze hem dat zijn paard nooit had mogen racen na de zware maaltijd die hij het had gegeven.
Economisch product
“Ik wist dat niet. Net als de meeste mensen hier was ik onwetend. We zien een dier als een economisch product waarmee geld valt te verdienen.” Ze vroegen of ik een workshop wilde volgen over paardenverzorging.” Emad bleef hangen en leerde alles wat er maar te leren viel over de voeding, vitaminen en anatomie van ezels en paarden.
Het ziekenhuis is bedoeld om werkdieren te helpen door hun straatarme eigenaren te leren hoe ze beter met hun dieren moeten omgaan, zodat beide partijen er profijt van hebben. “De dieren zien er nu veel beter uit dan in 1988 toen het paardenziekenhuis zich in Petra vestigde”, zegt Emad.
Jordaans ministerie
Zelfs zo goed dat de kliniek zich in 2010 terug trok en het overdroeg aan de lokale mensen waaronder hijzelf. Twee dierenartsen, twee dierenartsassistenten en een handvol vrijwilligers.
“Wij krijgen nog subsidie van Brooke evenals van het Jordaanse ministerie van Agricultuur. Zij begrijpen heel goed dat je een naam opbouwt als je de dieren goed verzorgt.” Er komt een man binnen, hij hinkt. Gevallen van zijn paard. Emad lacht, pakt een verbandtrommel en geeft de man wat verband mee.
Rustdagen
“We behandelen zo’n 300 paarden en ezels per jaar. We geven ze gratis medicijnen en vitaminen. Daarnaast verzorgen we onderwijs. Dat doen we in de vorm van workshops. Over het belang van gebitsverzorging, rustdagen en vitamines.
We belonen we eigenaars die hun dieren goed verzorgen door prijzen uit te reiken. Bijvoorbeeld door ze een zadel te geven. We hopen dat het anderen jaloers maakt zodat ze ook hun best gaan doen.”
Mobiel ziekenhuis
Inmiddels hebben ze bereikt dat alle paarden die in Petra werken geregistreerd staan. “We weten van wie het paard is. We kunnen mensen makkelijk aanspreken. Verder hebben we een mobiel ziekenhuis waarmee we naar de dieren toe kunnen gaan.”
Zijn grootste zorg zijn momenteel de paarden die de wagens voor toeristen trekken.
“Die zijn niet geregistreerd. De eigenaars veranderen maandelijks, steeds nieuwe mensen zonder verstand van de dieren. Je ziet dat ze veel slechter verzorgd zijn dan de paarden zonder kar. Voor komend jaar staat op de planning dat de de wagens verboden worden. Elektrische wagentjes, denk aan golfwagentjes, moeten ze gaan vervangen.”
Als ik hem vraag naar de ezels maakt hij een afwerend gebaar, er verschijnt iets in zijn oogopslag maar het is verdwenen voordat ik het kan registreren. “De ezels zijn het lastigst aan te pakken. Ook omdat ze meestal door de kinderen verzorgd worden. Een keer per week ga ik naar het bedoeïenenkamp.
Dieronvriendelijk gedrag
Dan bekijk ik de ezeltjes en kijk wat ik kan doen. De kinderen hebben geen benul van de dieren. Ze afrekenen op dieronvriendelijk gedrag werkt averechts. Ik ga bij ze zitten, teken met ze. Vertrouwen is het belangrijkst. Pas als ze me vertrouwen kan ik ze iets over dierverzorging bijbrengen.”
“Kom, ik neem jullie mee naar buiten. Naar de paarden.” Onder een afdakje vervangt een oudere man de hoefijzers van een paard. Verderop staan twee paarden te eten in een schaduwrijke stal. Een ezel aan een hek gebonden staart stilletjes naar ons.
Petra
De bruine hengst, gered door zijn nieuwe eigenaar van een leven als karrenpaard, kijkt ons nieuwsgierig aan. Dan springt zijn eigenaar op zijn rug en wervelt het weer de berg af om zijn krachten te meten met de andere paarden onder aan de berg. Tot een toerist besluit op de paardenrug Petra te willen bezoeken.
“Onwetendheid is onze grootste vijand”, zegt Emad met een hoofdknik richting de man die de hoefijzers vervangt. “Met hele simpele oplossingen kunnen de dieren al een veel beter leven hebben. Een net tegen de vliegen bijvoorbeeld”, hij wijst op een mager wit paard met witte franjes voor de ogen dat roerloos in de schaduw staat.
“Of hoefijzers, maar ja dat moeten mensen wel weten.” Een enkele keer koopt hij een paard in Petra op dat er slecht aan toe is. “Ik heb thuis een weiland vol paarden. Qua geld niet verstandig, maar”, hij schokschoudert, “het voelt wel goed.”
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Jordan Tourism Board
Deze reis kwam tot stand op uitnodiging van Visit Jordan.
Meer Jordanië? Lees ook:
Jordanië praktisch:
- Je bent welkom om de kliniek te bezoeken
- Wij deden Petra met een gids.
- Royal Jordanian vliegt 5x per week op Amman.
Literatuur over Jordanië:
- Singing to Donkeys – A Life Working for the Brooke hospital for animals.
- Ik woonde in een grot, Marguerite van Geldermalsen
- Wind, zand en sterren, L. Joris