“Toma, pak aan”, moeizaam buigt de bejaarde vrouw op de markt zich voorover en reikt me een paddenstoel aan. Als je van plan bent je man er mee om te brengen, moet ik je helaas teleurstellen, maar als je er pasta mee wil kleuren ben je bij Maria aan het juiste adres.”
“La cuina és el paisatge possat a la cassola”, schreef de Catalaanse schrijver Josep Pla. Ik moet er aan denken als ik over de markt van Girona slenter tussen kistjes grillig gevormde tomaten en paddenstoelen met verontrustende namen als Doodstrompet en Judasoor. De keuken van een land is haar landschap in een pan.
Girona, Catalonië
De zon twijfelt als ik die morgen langs de oever van de Riu Onyar loop op weg naar het keukenlandschap van Catalonië. De Onyar, een wat stoere naam voor een rivier met weinig water, kabbelt Gerona aan de noordkant binnen, splijt de stad in tweeën en zwaait vervolgens, net voorbij de markt van de leeuw, weer haastig naar het oosten af alsof ze eigenlijk liever aan de Costa Brava vertoeft.
Twee mannen in gele truien op racefietsen schieten voorbij. Uit flarden gesprekken die achter ze aan wapperen maak ik op dat ze de kookkunst van hun vrouwen bespreken. “Fenomenal!”, zegt Geel 1 die aan de binnenkant rijdt en op de trappers gaat staan alsof de gedachte aan de kookkunst van zijn vrouw hem vleugeltjes geeft.
Markt Gerona
“Met die van mij moet je genoeg verdienen om iedere dag op restaurant te gaan,” zegt Geel 2, waarop ze in lachen uitbarsten en demarrerend op het zuiden van de stad af koersen.
Ik steek het water over. Op het plein voor de overdekte markt bieden bejaarde mannen en vrouwen groeten en fruit aan. Onder een meegebrachte parasol liggen de kropjes knusjes tegen elkaar: knapperige groene sla, paarse lollo rosso en gekartelde gele stronkjes met witte kontjes.
Iets verder zit een bejaarde vrouw op een omgekeerde krat. Tussen haar dijen liggen langwerpige paddenstoelen met lange stengels op de bodem van een kratje. “Proef”, gebaart ze terwijl ze moeizaam voorover buigt om me een Doodstrompet aan te reiken.
Ecologische markt
Maria Serat heeft de kratjes met de paddenstoelen vanmorgen in alle vroegte naar de markt gebracht. Ze mag dan over de tachtig zijn, nog altijd trekt ze in het najaar de beboste heuvels buiten de stad in om zwammen te verzamelen.
In de zomer is het de opbrengst van haar moestuin die ze hier op de ecologische markt verkoopt. “Je blijft er jong bij, verdient wat en maakt eens praatje”, somt ze haar verdiensten op.
“Hou je nog van je man?”, vraagt ze dan.
“Pardon?”
“Sommige vrouwen vragen welke paddenstoelen ze nodig hebben als ze op hun man uitgekeken zijn.”
“Oh ja?”
Hoewel ik geen concrete plannen heb mijn man dodelijke paddenstoelen voor te schotelen, nog los van het gegeven dat mijn kookkunsten die van echtgenote Geel 2 waarschijnlijk ruim overtreffen, ben ik wel benieuwd wat ze zoal aanbeveelt. Taaltechnisch zou ik voor de schijnridderzwam gaan.
“En?”
“Ik raad ze aan te scheiden!”
Opnieuw volgt een giechel die haar zowat van haar krat blaast.
Girona, het kleine zusje van Barcelona
Geiona, het kleine zusje van Barcelona. Ik kom er graag.
Niet eens omdat ik net als talloze anderen ooit een kus op het achterwerk van de leeuw van Girona heb geplaatst, waardoor mij een gelukkig leven is beschoren en ik altijd naar de stad terug zal keren. Nee, ik slenter met plezier door de smalle straatjes van de wijk El Call onderaan de voet van de kathedraal.
Tot aan 1492, toen Ferdinand en Isabel – de Katholieke koningen – besloten de joden uit Spanje te verdrijven, was hier zes eeuwen lang een bloeiende joodse wijk. Er waren rituele baden, een synagoge en een aantal slagers.
Joodse en Arabische wijk Gerona
Volgens het Joods historisch museum in de wijk was de jodin Doucerella, de eerste die zich in 963 in El Call vestigde. Ik denk na over de vrouw met de Assepoesterachtige naam. Kwam ze alleen? Dat lijkt me onwaarschijnlijk. Waar was haar man? Haar familie? Ik denk even aan de doodstrompetten maar verwerp de gedachte.
Gerona kent niet alleen een joodse wijk, ook Moren woonden hier. Fraai zijn de Banys Arabs oftewel de Arabische badhuizen die echter niet door de Moren werden gebouwd maar een Romaanse constructie uit de 12e eeuw zijn. En ook dat roept vragen op.
Plein van de olijfolie
Waarom bouwden late middeleeuwers, die niet bepaald bekend stonden om hun hygiëne, een zwembad en zalen voor stoombaden?
Als je door Girona loopt, tuimel je over de geschiedenis: Plein van de olijfolie, de zilversmidstraat of het wijnplein. Betonnen leeuwen zoals het exemplaar dat op een pilaar tussen de groenten op de markt prijkt, herinneren aan een recenter verleden.
De zittende leeuw van Girona
Ooit had de leeuw, gezeten op zijn achterste, naar de heuvels voorbij de stadsmuren gestaard. Maar een zittende leeuw getuigt nu eenmaal niet van veel moed vonden de inwoners. Dus werd het beest vervangen door een staand exemplaar, dat fier een kanon bewaakt.
Het is overigens niet deze leeuw wiens achterste je moet kussen voor een gelukkig leven. “Maar dat wisten die Belgische jongens niet”, lacht Maria’s buurman die kruiden verkoopt. “De politie werd gealarmeerd nadat er jongens op de metershoge pilaar waren geklommen.”
Vis uit Palamós
Voor de entree van de overdekte markt heeft iemand een woest blaffende hond vastgemaakt. De hond neemt zijn taak zo serieus dat niemand binnen durft. Als ik toch binnen geraak, sta ik tussen kramen vol handgedraaide worsten, verse noten en vis aangevoerd uit de kustplaats Palamós.
Verwonderd, rustend op bergen van ijs, kijken ze me aan alsof ze zich afvragen hoe ze hier in godsnaam verzeild zijn. Als ik weer naar buiten loop, word ik gewenkt door Maria: “Voor je seksleven doen paddenstoelen ook wonderen, fluistert ze als ik binnen gehoorsafstand ben. Voor alle zekerheid neem ik een zakje mee.
Tekst en beeld: Anneke de Bundel
Dit verhaal was genomineerd voor de Proef Spanje blogprijs 2013.
Erg leuk, Anneke. Je zou zó een filmscript kunnen schrijven.
Breng me niet op ideeën:)
En heeft het gewerkt Anneke? 😉 Heb goede herinneringen aan Girona en omgeving. Kijk maar http://www.dailymotion.com/video/xs71r_somestory_shortfilms
super! Dank je voor het delen!