De jongen houdt een gekromd vuil handje op en kijkt me verwachtingsvol aan. Ik schud mijn hoofd, terwijl zijn zwarte ogen me opnemen. Hij laat zijn schouders zakken, maar loopt niet weg. Hij blijft kijken. Niet opdringerig, meer berustend. Dan houdt hij opnieuw zijn hand op.
Straatkinderen van Sarajevo
“Veel straatkinderen van Sarajevo bedelen. Het is illegaal”, zegt Admir als we verder lopen. “Ik heb de jongen uitgelegd dat als we hem geld geven, we een verwerpelijk systeem in stand houden.” Ik vraag me af of het jongetje dat snapt en of hij baat heeft bij Admirs goedbedoelde maar theoretische verhandeling.
Maar ik bied zelf ook geen alternatief, dus zwijg ik. De jongen loopt met ons mee. Op zijn gemak, alsof we bekenden zijn. Ik neem hem voorzichtig op terwijl hij ongedwongen met Admir kwebbelt. Hij loopt moeilijk. Eén been is stijf waardoor hij naar een kant helt als hij het been erbij trekt.
Roma
Kapotte plastic gympen, een oorbel in een ontstoken oor en een dun trainingspak dat zo versleten is dat het een monument verdient. Ik huiver in mijn warme winddichte jack.
“Hen geld geven betekent een verdorven systeem in stand houden”, gaat Admir verder. “Veel Roma opereren in groepen en sturen de kinderen uit bedelen. Maar het probleem is complexer dan dat. Toen Bosnië uit de oorlog kwam, was het als een kind met drie waterhoofden.
Dayton Vredesakkoord
Het Dayton Vredesakkoord had een systeem geschapen waarbij Bosnische moslims, Serviërs en Kroaten ieder een eigen president kregen. Die houden elkaar in een wurggreep en komen tot niets. Ieder preekt voor eigen parochie. Er is een enorme werkloosheid.
En wat de zigeuners betreft, voor hen is er geen enkele afgevaardigde. Dus nee, kinderen mogen niet bedelen, maar geen partij die het belangrijk genoeg vindt om er wat aan te doen.”
Noodopvang
“Soms”, vervolgt Admir, terwijl we een bedelende vrouw gadeslaan, “worden de ouders opgepakt en een week opgesloten. Hun kinderen worden dan in een noodopvang geplaatst. Een zinloze onderneming.”
Hij heet Kemal, zegt het jongetje als we er naar vragen en hij is negen. Als we hem vragen stellen geeft hij met een verlegen lachje antwoord. Er verschijnen kuiltjes in zijn wangen en ik zie ineens een jongetje dat je ’s avonds voor het slapen gaan nog even kietelt tot hij in lachstuipen van het bed rolt.
Uit bedelen
Twee broers en zes zussen, telt hij op zijn vingers af. Z’n lievelingsvak is tekenen. Ik betwijfel of hij vaak de binnenkant van een school ziet.
Kemal is één van de vele straatkinderen van Sarajevo die er ‘s morgens op uit worden gestuurd om te bedelen. “Soms zijn ze niet ouder dan een jaar of twee, drie”, zegt Admir. “Dan zitten ze huilend op straat. Ze mogen pas terug als er genoeg is opgehaald.”
Ottomaanse wijk Bašcaršija
Als we vragen of zijn ouders hem de straat op sturen, kijkt Kemal ons niet begrijpend aan. Het blijkt al snel een patroon: algemene vragen worden met de onbevangenheid van een kind beantwoord. Als het te persoonlijk wordt, kijkt hij niet begrijpend en huppelt achter een verdwaald blaadje aan dat over de stoep rolt.
Huppelt? Kemal is blijkbaar vergeten dat hij mank liep, want met zijn been is niets meer mis. We delen een taartje in de Ottomaanse wijk Bašcaršija, ooit het hart van de stad. Hier zitten de vele restaurantjes, de kopersmeden, de antiekhandelaren en de houtsnijders.
Via de Plaats van de Duiven klimmen we omhoog langs de islamitische begraafplaats naar de toren van Plowa en de oude stadsmuren. Tussen verliefde stellen kijken we uit over de stad. Naast de stadsmuur is het gebouw waar Gavrilo Princip gevangen zat.
Gavrilo Princip
Sarajevo heeft zijn naam meerdere malen met oorlog verbonden gezien. In 1914 was het de Servische Bosniër Gavrilo Princip die op de hoek tegenover de rivier de Miljacka, aartshertog Franz Ferdinand en zijn zwangere vrouw doodschoot en zo de gebeurtenis in gang zette die tot de Eerste Wereldoorlog zou leiden.
Vanuit de hoogte zien we hoe Sarajevo omringd wordt door heuvels. Tijdens de burgeroorlog van 1992 tot 1995 werd de stad vanuit deze heuvels belegerd. Onder ons zie ik de mensen lopen. Langs de rivier, op de plaats van de duiven. Ik zie hetzelfde als wat de Servische Bosniërs destijds zagen.
Scherpschutters
Alleen was er niet de onbevangenheid van nu maar schoten de mensen zo snel mogelijk van de ene plek naar de andere om uit het zich te blijven van de scherpschutters die hen beschoten. Zestienhonderd kinderen stierven in Sarajevo tijdens de belegering door honger en sluipschutters.
Ik kijk naar Kemal die met Admir de verschillende delen van de stad benoemt. “Ooit was dit een rijke,voorname stad”, zegt Admir die opgeleid werd tot docent aardrijkskunde maar in een land met 50 procent werkloosheid, nog geen dag betaald voor de klas heeft gestaan.
Eerste Europese stad
“Geen door schietholen geteisterde stad, maar de eerste Europese stad met een tramnetwerk, straatverlichting en publieke toiletten.” Er klinkt trots door zijn stem en Kemals ogen glinsteren als Admir hem over de rijkdommen vertelt.
Moeten we niet iets voor hem doen?” vraagt de fotografe en wijst op de schamele kleding van de jongen. “Een jas voor hem kopen?” Maar Kemal schudt zijn hoofd. “Hoeft niet, waar gaan we nu heen?”, wil hij weten. “Naar het monument voor de kinderen.
Kindermonument Sarajevo
Aan de andere kant van het centrum, zegt Admir. “Dat ken ik”, zegt hij dan. “Mijn moeders broer staat er bij. Kom mee ik laat het jullie zien.”
Bij het kindermonument, loopt Kemal feilloos naar de juist rol. Honderden namen verdeeld over diverse rollen, geven de namen en leeftijden prijs van de kinderen die omkwamen tijdens de burgeroorlog in Sarajevo. Hij zet zijn vinger op de naam. Vijftien was zijn moeders broers tot een schutter vanuit de heuvels in 1994 een eind aan zijn leven maakte.
Verrot systeem
Het is tijd voor ons om de bus te nemen, we aaien Kemal over zijn bol en voelen ons besluiteloos. Als Admir niet kijkt, laat ik snel tien euro in Kemals broekzak glijden. “Weetje”, zegt de fotografe als we over de heuvels richting het noorden rijden, “Ik weet dat het niet goed is om een verrot systeem te steunen, maar ik heb hem tien euro toegestopt.”
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken
Dit bezoek aan Sarajevo vond plaats op uitnodiging van Adriatic Vakanties, die kleinschalige reizen naar Bosnië en Kroatië organiseert.
Meer over Bosnië? Lees ook:
- Het ijzerpaleis aan de Stavnja
- Sarajevo, de 5 tips van…
- Bosnie, land van grafstenen en dolende liefdes
- De dames in Bosnië
Wauw indrukwekkend verhaal. Mooi omschreven, alsof ik er zelf even bij was. Wij zitten ook te denken om Sarajevo te bezoeken tijdens onze Europese roadtrip. Wat is jullie advies, doen of laten?
Zeker doen! Het is een prachtige stad. Veel natuur en cultuur en natuurlijk de geschiedenis. Binnenkort verschijnen op deze site ook nog de Sarajevo, 10 hotspots. Samen met de 5 van onze local en nieuwscorrespondent Marcel moet je een eind komen. Veel plezier!
Dank je wel! Ik kijk uit naar het volgende artikel over Sarajevo. Dikke kans dat we de stad gaan bezoeken 🙂
Zeker doen!