In de Mechelse kazerne Dossin krijgen de slachtoffer van de holocaust een gezicht en een verhaal. Hét medicijn tegen ontmenselijking. “Maar vergis je niet”, zegt curator Van Goethem. “Discriminatie en uitsluiting zijn van alle tijden.”
Sinds kort weet ik hoe hij heet en waar hij geboren is. Ik las het tijdens een tentoonstelling in Doesburg. Daar werd hij geportretteerd op een doek van 100 bij 100 centimeter. Samen met andere inwoners van de Hanzestad. Ernaast, heel kort, zijn verhaal. Ik schafte het boek aan en legde het op tafel.
Doesburgers
Sindsdien word ik aangestaard door Doesburgers. Honderd om precies te zijn. Sommigen lachen voluit. De meesten kijken ernstig. Er zijn vrouwen met stokjes in hun haar of hoofddoekjes om. Mannen met bandana’s en één met een pijp. En er is de man met de snor en de klompen.
Ze hebben alle huidskleuren van de wereld. Mijn tweede aankoop volgde enkele dagen later in het Vlaamse Mechelen. Van de voorpagina van dit boek staren eveneens zo’n vijftig verschillende mensen mij aan. Sommigen, vooral kinderen en jongeren, lachen. Anderen kijken ernstig alsof ze weten dat we het voor altijd met deze ene foto zullen moeten doen.
Kazerne Dossin
Ze zijn zonder uitzondering blank. Mannen met ronde metalen brilletjes in sepia uitvoering, dames met kokette hoedjes in een aubergine uitvoering. Zwart-wit zeggen we nu onbarmhartig, maar dat dekt de lading niet. De mannen, vrouwen en kinderen die mij aankijken uit het Mechelse boek zijn al lang dood. Omgekomen tijdens of na hun transport vanuit Kazerne Dossin in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. De voorpagina toont slechts een fractie van de 25.000 joden en zigeuners die vanuit Mechelen naar de kampen zijn gevoerd.
De mannen, vrouwen en kinderen van het Doesburgse boek zijn springlevend. Sommige ken ik goed, anderen heb ik nog nooit gezien. Naast hun foto prijkt hun verhaal. Ontroerende verhalen. Soms grappig, soms heel kort. Allemaal geven ze antwoord op de vraag: Wat bracht je naar Doesburg?
Vanuit Somalië, Australië, Denemarken, Rusland, Engeland, Tsjechië, Cuba, de Molukken, Turkije of Stadskanaal? En de antwoorden zijn als het leven zelf: scheiding, de liefde, adoptie, werk. Er is geen verhaal dat niet wordt verteld. Fotograaf Peter Bakker gaf de inwoners van Doesburg een gezicht.
En dat is precies wat ze in Mechelen ook doen: de slachtoffers terug een gezicht en een naam geven. Zo is er Otto Bondy die zijn kinderen Walter en Lise voor antisemitische affiches fotografeerde. Of de 16-jarige Heléne Zylberszac die in transport XX zat dat door Youra Livschitz, Robert Maistriau en Jean Franklemon, oud-klasgenoten van het Atheneum, tot stoppen werd gebracht.
Helaas wordt ze tijdens haar vlucht doodgeschoten. Youra die haar probeerde te redden wordt een paar jaar later zelf opgepakt en komt om.
Al hun verhalen zijn opgetekend. Van sommige is er niet meer dan een foto en een document maar van anderen zijn er de getuigenissen van familieleden die in videofilmpjes vertellen over hun broer die werd opgepakt, hun zus die ontsnapte, het onbeschrijfelijke verdriet van hun moeder toen ze begreep dat haar man en zonen nooit terug zouden keren. Verhalen over toeval. Over het halen van een brood, waardoor de één wel en de ander niet overleefde.
Ontmenselijking
Op de vraag hoe de mens toch tot zulke verschrikkelijke daden kan komen, geven ze in het Vlaamse museum over Holocaust en Mensenrechten antwoord door te focussen op de ontmenselijking. Als slachtoffers niet langer een gezicht hebben, en pesten en uitsluiting geïnstitutionaliseerd wordt, is het maar een kleine stap naar geweld.
Maar ze gaan nog een stapje verder en leggen een link naar de actuele ontwikkelingen. De komst van migranten en vluchtelingen. Vertoont dat niet opvallend veel gelijkenis met de situatie van 1920? Ja, menen ze. En dus krijgt ook de 36-jarige Iraanse vluchteling Arahs een portret, evenals Kaló, een Roma.
“Als we er vanuit gaan dat de Shoah uniek is en het buiten onszelf plaatsen, gaan we het zien als een onbegrijpelijke gebeurtenis”, aldus curator Herman Van Goethem. “Discriminatie en uitsluiting zijn echter van alle tijden.”
De vluchteling
In de Doesburgse tentoonstelling hangen de portretten kriskras door elkaar. De vluchteling, de gelukszoeker, de verdwaalde, de nooit vertrokkene. Met één gemene deler: ze zijn inwoner van dezelfde stad. Als ik de winkel uitloop, zie ik in het rek bij de uitgang de kranten liggen. “Illegalen opsluiten”, Spookschip vol migranten”, koppen de kranten. Illegalen en migranten, de nieuwe gezichtslozen.
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken