Afscheid van de Internationale Schakelklas

Er ontbreekt een hoek uit het glas van het gangraam, zie ik nu, terwijl ik bij de deur sta te wachten. Alsof iemand het er met iets scherps uitgetikt heeft. Maar met wat? Ik kijk rond in het lokaal. Meer dan een paar tafels en twee metalen stellingkasten en opkrullend zeil is er niet. 

Op de gang zwelt het rumoer aan. Een stroom ISK-leerlingen wordt vanuit het trappengat langzaam omhoog gestuwd, de corridor in. Gejoel en geduw. De vakantie staat voor de deur. 

Habibi

‘Boks mevrouw, alles goed?’ Adir is altijd de eerste. Adir, de zachtaardige die altijd informeert naar het welzijn van een ander. Direct na hem Valera. Een stoere meid, vandaag uitgedost als kostschoolmeisje. In de zee van testosteronbommen dwingt ze respect af. ‘Ze is een femidinges’ klaagt Habibi regelmatig. ‘Ja, net als de juf’, lacht ze dan. 

Habibi. Soms herinner ik me zijn echte naam niet meer. Die verdween op de dag dat ik het woord verkering probeerde uit te leggen. Toen hij me niet begrijpend aankeek, vormde ik mijn handen tot een hartje en zei habibi, schatje. ‘Ik ben jouw schatje?’ vroeg hij verbaasd. De naam bleef. 

Vanaf het andere einde van de gang, gilt Ali naar mij: ‘Mevlouw B, u ben weer! In iedere klas is er de buitenstaander. Het kind dat wil, maar niet kan. Dat op het verkeerde moment de verkeerde grappen maakt. Maar de klas verdraagt hem goedmoedig. Ook nu een boks, gevolgd door de schuddende handen van de meiden uit Oezbekistan, Azerbeidzjan en Oekraïne. ‘Hoi mevrouw’, giechelen ze terwijl ze Habibi, die zich met hen door de deur probeert te wringen, een duw geven. ‘Mevrouw!’, Habibi gooit verontwaardigt zijn armen in de lucht. ‘Kijk wat die meisjes doet!’ 

Haram

‘Je sloeg Maria op zij kont’, verdedigt Anastacia hun gedrag. ‘Mevrouw!’, Hij blokkeert de doorgang. ‘Wat zeg jij? Ik zit niet aan Maria kont. Is haram.’

Yazz, varwy harawm’, zegt Thomas met het Britse accent van zijn alter ego Thomas Shelby. De bendeleider van de Netflixserie Peaky Blinders probeert door de blokkade te komen. In een vorig leven, toen Marioepol een mij onbekende plaatsnaam was en Thomas nog een huis had, heette hij Max. Sinds Poetin zijn huis en daarna zijn leven verwoestte, speelt hij afwisselend de rol van Shelby of die van de Russische dictator. 

Dan is het niet Max die in de winkel staat, maar is het Poetin die bij de manager klaagt dat de melk over de datum is. ‘Nee Max, hoor ik mezelf dan waarschuwen, terwijl hij een fictief pistool tevoorschijn haalt en ‘We are ze best of friends, we kill zem all’, prevelt. ‘Vandaag gaan we Nederlands oefenen zonder bloedbad.’

Knuffel

Ooit trof ik hem tijdens een excursie huilend aan. Hij had troost gezocht bij een geit. Met zijn hoofd tegen de hals, het geluid gesmoord, schokte zijn lichaam van verdriet. Toen was hij even Max, een jongen van veertien. 

‘Knuffel mevrouw’, onderbreekt de Moldavische mijn gedachten en werpt zich in mijn armen. Zo blijven we even staan. Lijkt het zo of bespeur ik minder bravoure vandaag? ‘Mevrouw?’, vraagt Mustafa, ‘Gaan we vandaag drama doen?’ Da, drama zegt Thomas Shelby, die moeiteloos overschakelt naar een vertolking van Vladimir Poetin in een Nederlandse ISK-klas*. Soms duizelt het me. 

Als ik de leerlingen vraag in een kring te gaan staan, breek ik bijna mijn nek over Mo. De mouwen van zijn overhemd zijn zorgvuldig opgerold zodat zijn biceps ons niet ontgaan. ‘Sorry’, zegt hij terwijl hij onverstoorbaar push-ups doet en in z’n handen klapt.  

Koerdistan

Als ik Mo in de kring heb, de capuchon van Dima’s hoofd heb getrokken en de pet van Fatima’s hoofddoek, ontdek ik dat Habibi weer verdwenen is. Ik ben inmiddels halverwege het lesuur. 

‘Bellen’ wijst Maria. Buiten het lokaal schreeuwt Habibi in een telefoon. Als ik de mobiel uit zijn hand pak, zie ik dat het zijn moeder is. Ik herken haar inmiddels en zwaai even naar de vrouw in Syrisch Koerdistan. 

Als de hele klas, inclusief de moeder van Habibi, eindelijk staat in iets wat voor een kring moet doorgaan, vraag ik wanneer ze voor het laatst heel blij of heel boos waren. Een voor een werp ik ze een balletje toe.

Boos

En dan vangt Mustafa de bal: ‘ik ben vandaag boos, want u gaat weg.’ Ineens valt de klas stil. ‘Waarom eigenlijk? U bent goede juf. Nee, de best’, zegt Mo. Ik kijk even door de luxaflex naar het industrieterrein erachter. De smerige luxaflex hangt scheef, al maanden want hij kan niet omhoog of omlaag. 

Hoe leg ik de leerlingen uit dat ze geweldig zijn, misschien wel de meest bijzondere klas die ik ooit heb gehad, maar dat ik moeite heb met de mij toebedeelde rol? Dat ik me niet kan vinden in de regels en nul autonomie bezit?

Dat ik boos ben omdat ik na een kwart eeuw lesgeven niet voor een uitzendbureau wil werken dat gigantische gaten in onderwijsbudgetten slaat, boos omdat wij in een gebouw zitten waar de ramen niet dicht kunnen en de luxaflex niet open. Boos omdat er enorme leraarstekorten in het onderwijs zijn maar ik nooit weet of ik het schooljaar erop een baan heb. Boos omdat, als ik al terug mag komen, dat van korte duur is omdat ze me dan in vaste dienst moeten nemen. De toekomst is immers ongewis. En dus worden er voortdurend nieuwe docenten geronseld die er niet zijn. Als in een absurde stoelendans. 

Ter Apel

Maar dat zeg ik niet. Want Mustafa die van Syrië naar Turkije vluchtte tot de aardbeving hem verder opjoeg, Habibi die buiten sliep in Ter Apel, Arid die in Libanon woonde tot de grote ontploffing, of Valera wier vader in Oekraïne omkwam, ze hebben wel wat anders aan hun hoofd. 

‘Luister’, zeg ik. ‘Jullie vormen een hele bijzondere klas met elkaar maar jullie zijn hier niet voor eeuwig. In januari worden jullie getoetst en gaat een aantal naar een Nederlandse school of naar een hogere groep en is deze klas niet meer hetzelfde. Daarbij, ik val niet van de wereld. Ik ben gewoon op een andere school een stukje verderop. En een aantal van jullie komt daar straks ook naar toe.’

Ze zijn even stil en dan komt Habibi naar me toe en drukt een kus op mijn haar. ‘Mevrouw, u lijkt op mijn oma, ook zo lief.’ Hoe kan ze nou op jouw oma lijken gek’, zegt Mustafa. ‘Jouw oma is 87.’

Brief

De klas schiet in de lach. Ik geef ze een voor een knuffel. De dokter, de taartenbakster, de automonteur, Messi, de docent Engels, de paardentrainster, de sportschoolleraar, de acteur, de dromer, de juf, de tomboy, de zakenman, de verpleegster en Thomas Shelby.

Mo steekt me een tas toe. We hebben allemaal een brief aan u geschreven, zegt hij trots. ‘Gaan we dan nu drama doen?’ 

Een uur later valt de schooldeur met een klap achter me dicht. Voor me ligt het troosteloze industriegebied. 

‘We gaan u zo missen’, had Mustafa geschreven. ‘Ik jullie ook’, weet ik. ‘Ik jullie ook.’

Beeld: Rachid Oucharia

*Geen van de leerlingen is met eigen naam vermeld, maar dat hoeft ook niet want ze zijn het toch.

*ISK staat voor Internationale Schakel Klas waar jonge nieuwkomers Nederlands leren.

Meer onderwijs columns? Lees ook:

Share at:

2 reacties op “Afscheid van de Internationale Schakelklas

  1. Indrukwekkend verhaal! Lees het met tranen in mijn ogen. Jammer dat het systeem zo k is, anders had je heb nog een tijdje kunnen begeleiden. Ik hoop dat het vandaag allemaal goed gaat op jouw eerste dag!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omdat je van verhalen houdt…

Omdat je wel wil lezen, maar niet steeds wil kijken of er al een nieuw verhaal is. Laat je e-mail achter en je krijgt een nieuw verhaal gewoon in je brievenbus.