Culinair verdwalen in Lier

Je kunt je afvagen hoe wijs het besluit is iemand op een Cycling Dinner te sturen die iets kinderlijk eenvoudigs als het vinden van het Bureau voor Toerisme nog niet onder de knie heeft? En dat terwijl er toch een stevige hint was gegeven: op de Grote Markt.

Lier – Maar goed, dat kon je ze in Lier niet kwalijk nemen. Zelfs ik, die toch al menig reis met mijzelf heb ondernomen, wist niet dat het mogelijk was zo lang te kunnen dolen op een rechthoekig plein. Lier dus.

Mevrouw Nomad had bij het horen van de opdracht direct het eerste vliegtuig naar Curaçao genomen, dus was ik nu op de illustere kwaliteiten van meneer Villager aangewezen. Op het gebied van de fotografie een serieuze aderlating.

Cycling dinner Lier

De man komt niet verder komt dan een kubistische weergave van de werkelijkheid waarbij mensen en landschappen slechts in verminkte onderdelen op foto’s verschijnen.

Ter verdediging moet ik aanvoeren dat zijn navigatietalenten die van de fotografe ver overstijgen, hetgeen nog van pas kan komen bij een fietstocht van vijftig kilometer. Vijftig kilometer? Zei ik vijftig kilometer? Het was maar goed dat ik daar niets van wist toen ik over die rechthoek doolde op zoek naar het Bureau voor Toerisme.

Centrum Lier met de Nete cycling dinner

Ik moest mij daar tegen elven melden. Ik ging deelnemen aan een cycling dinner in Lier. Dus ging ik kort daarvoor op zoek naar nummer 58 waar het Bureau zich zou bevinden. Braaf volgde ik de aflopende nummers om voor een leegstand pand halt te houden. Nummer 58. De dienst was verhuisd, meldde een bordje. Maar waar naar toe?

Bureau voor Toerisme in Lier

De verkondiger van deze boodschap deed daar geen nadere mededelingen over. Het was aan ons om te ontdekken waar het bureau zich dan wel bevond. Dus doken wij één van de vijftig cafés in op de markt. “Een Bureau voor Toerisme? In Lier?” had ober nummer één ongelovig gevraagd.

“Sorry, maar dat hebben wij hier niet.” En ook ober nummer twee, drie en 47 waren dezelfde mening toegedaan. Nu was het beslist geen straf om in Lier zelf te blijven in plaats van op een fiets de culinaire geneugten uit de streek af te gaan tijdens een cycling dinner in Lier en omstreken.

Poort tot de Belgische Kempen

Het stadje vormt namelijk de poort tot de Belgische Kempen en heeft alles wat een stadje moet bezitten: twee riviertjes die er samenkomen, fraaie stadslongen, een beroemde schrijver, wonderschone steegjes en een middeleeuws marktplein.

Nu ja, dat laatste is strikt genomen niet helemaal waar, maar niemand die er wakker van ligt dat de Grote Markt na de verwoesting in de Eerste Wereldoorlog in oudere stijl is herbouwd om het allemaal nog pittoresker te doen lijken.

Met de tandem

Maar daar waren wij niet voor gekomen. Vertwijfeld belde ik naar Nederland. Waar zat dat Bureau? “Onder het stadhuis”, klonk het. Aha! Omzichtig slopen wij om het stadhuis tot wij inderdaad aan de zijkant een deurtje zagen dat toegang gaf tot een halletje waarachter een man bevestigde dat dit inderdaad het Bureau voor Toerisme was. Hij wist echter niets van onze komst.

Ernstig was dat allemaal niet, want hij zou de verlangde informatie direct in orde maken. Als troost  kregen we een tandem mee. “Cool!” zei meneer Villager, die nooit cool zegt. “Daarmee ga je twee keer zo hard.” Hetgeen op zich wel handig was, want het was ruim na twaalven en de medewerker had ons al twee keer gevraagd of we vandaag nog vertrokken.

Route cycling dinner

‘Is dat soms vreemd?”, had ik gevraagd. “Nu ja, nee”, had hij geschokschouderd, maar toen we op de fiets erachter kwamen dat de route meer dan vijftig kilometer bedroeg en het voorgerecht pas over 20 kilometer geserveerd werd, begonnen we iets van zijn ongemak te begrijpen.

“U bent bekend met het verschijnsel knooppunten?” vroeg de medewerker net voordat wij een wanhopige poging deden synchroon weg te fietsen. “De route van Cycling Dinner Lier is opgezet via genummerde borden die je aan elkaar moet knopen.” Hoewel wij er geen ervaring mee hadden, schudden we van ja. Hoe moeilijk kon het zijn?

Op de tandem rond Lier cycling dinner

We gingen op pad. Door de stad fietsten we naar nummer knooppunt 5 waar het avontuur begon. We zouden van een tomatensoepje naar een vegetarische konijnenbil en vervolgens naar een dessert fietsen.

Onderweg van Lier naar Schilde en terug naar Lier zouden we de rivier de Nete volgen, het Albertkanaal, domeinen doorkruisen en langs de antitankgracht en het wat romantische vergane fort van Oelegem komen. Al snel verlieten we de stad, sloegen een landelijk weggetje in langs de rivier en knoopten al trappend de 89 aan de 88. Eitje!

En toen stonden we ineens weer in Lier. “Huh? Waren we hier niet al eens?” vroeg meneer Villager.

Fietsknooppunten

En inderdaad we waren weer in het straatje waar ik eerder foto’s had gemaakt. Blijkbaar ging de tandem zo snel dat we een afslag hadden gemist.

Opnieuw knoopten we de punten aan elkaar, ditmaal er op lettend dat we niets misten. “Zitten we nog goed?” vroeg meneer Villager met enige regelmaat. Maar dat wist ik niet want ik zat achterop en zag slechts links en rechts van mij water opdoemen en weer verdwijnen, een schaap knabbelen of een klein boerderijtje voorbij komen.

Wegomlegging

Wegomlegging! Ja het stond er heus. We keken er nog even naar,  maar het veranderde niets aan de feiten, dus volgden we de alternatieve route van wapperende multomapblaadjes. “Mogen we eens iets vragen”, vroeg een groep fietsers.

“Hebben jullie iets te ruilen?” Ik dook in mijn tas. De culinaire bonnen van de Cycling Dinner lagen bovenop. Even was ik in de verleiding.

Steenbeemden

Als ik hen die bonnen gaf en zelf eens lekker terug naar Lier fietste? Maar als ik zelf al niet wist hoe ik er moest komen, hoe kon ik het een ander dan uitleggen? Ik volstond met een zeepje. Ik kreeg een berenkalender uit 2000 ervoor terug en de groep fietste vrolijk verder.

Het was inmiddels drie uur en die tomatensoep werd met de minuut aantrekkelijker. Bos, schapen, hier en daar een huis en dan ineens een moerasgebied. De Steembeemden. Ooit werd hier een oude landbouwtechniek gebruikt waarbij de hooilanden langs de rivieren vochtig werden gehouden.

Het zorgde niet alleen voor een hogere hooi opbrengst maar trok veel dieren aan. Toen de Netevallei gekanaliseerd werd, verdween die diversiteit. Sinds 1985 wordt geprobeerd om die rijke biodiversiteit van vroeger te herstellen. Er grazen zelfs Galloway- en Aubracrunderen al waren die mogelijk ook verdwaald, want ik zag er geen.

Galloway- en Aubracrunderen

Het Cycling Dinner dreigde inmiddels een Diet Dinner te worden. Zeker toen we bij Viersel opnieuw met een tegenslag te maken kregen. Ditmaal was de weg afgesloten in verband met de Kempische triatlon. Ook voor fietser en voetgangers!

We besloten stiekem de route af te snijden. De tomatensoep te laten en direct naar het hoofdgerecht door te stoten dat, als het nog een beetje meer tegenzat, diner werd. Langs een voormalig fabriekje waar honden ons na blaften. En toen iets vreemds.

Villa met adelaars

Een villa bewaakt door gruwelijke metershoge leeuwen. Woest keken ze naar het betonnen jong tussen hun poten. Naast het zwarte hek van de villa die ze bewaakten, keken adelaars ons loerend na. Op het dak en in de ramen huisden stenen monsters.

Het leek wel het hoofdkwartier van de Nazi’s. Brr ik voelde hoe ik mijn adem inzoog. Wie of wat woonde daar?

Appelbomen in Lier

Er volgden weilanden vol appelbomen. Overal langs de weg stonden kraampjes met versgeperst sap.

De Moor

En toen was daar eindelijk De Moor, het restaurant aan de rand van een vijver met uitzicht op kasteel Bossenstein met zijn donjon, de woontoren. Om ons heen allemaal mensen met fietsen die er verdacht fris uitzagen. Gesterkt door onze vegetarische konijnenbil die een pasta bleek te zijn, fietsten we verder.

In Emblem besloten we ter hoogte van het dorpscafé dat we wel een Maes hadden verdiend en omdat we het voorgerecht gemist hadden, vooruit, ook een huisgemaakte tomatensoep. “Zie je dat witte huis?” vroeg een man ons die aan het belende tafeltje een pintje dronk.

Huis van de veldwachter in Emblem

“Dat was ooit het huis van de veldwachter. En dat smalle stuk ernaast? Dat was de gevangenis. Er was precies plaats voor één gevangene. Meer dan één crimineel per keer konden ze niet onderbrengen”, lachtte hij. Ik dacht aan het huis met de leeuwen.

“Ken je dat?” vroeg ik. “Enig idee wie daar woont?” “Daar? Ach gewoon een vent die zijn huis wat uitbundig gedecoreerd heeft. Niks bijzonders.”

Culinair verdwalen

“Zijn jullie hier op vakantie? We knikken. “We fietsen een culinaire route, maar verdwalen steeds.” “Dat is goed”, zei de man. “Verdwalen heeft voordelen. Je ziet geen voorgeschreven dingen én je hebt een reden om terug te komen.”

“Hoeveel denk je dat we gefietst hebben?”, vraagt meneer Villager als we ‘s avonds op het terras van het mooie cafeetje St. Gummarus neerstrijken. Minstens 60 kilometer”, zeg ik, voorzichtig mijn beurse achterwerk op een stoel neer vleiend.

Tekst en beeld: Anneke de Bundel

Deze reportage kwam tot stand op uitnodiging van Toerisme Lier.

Meer Vlaanderen? Lees ook:

Lier Praktisch:

  • Periode cycling dinner: april – september
  • Tickets voor het Cycling Dinner bij Toerisme Lier
  • Wij sliepen in het voormalige Begijnhof
Share at:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omdat je van verhalen houdt…

Omdat je wel wil lezen, maar niet steeds wil kijken of er al een nieuw verhaal is. Laat je e-mail achter en je krijgt een nieuw verhaal gewoon in je brievenbus.