Door het wilde westen van Oregon

De staat Oregon heeft een kustlijn vol baaien, een binnenland vol rotsformaties en een achterland vol romantische meertjes onder een sterrenhemel. Maar dat is nog niet alles. Het is ook nog altijd het land van de cowboys, de indianen, van de ontdekkingsreizigers, de foodies en de veganisten. Oregon is het pure Amerika, maar dan anders.

Oregon – Ineens verstomt het geroezemoes. Muziek zwelt aan. Eerst nog aarzelend dan overdonderend. Geen cowboymuziek over een stoere eenzame held die whisky drinkt en dan met zijn paard de zonsondergang tegemoet rijdt, maar muziek van een man die toch echt alles behalve een cowboy was: Freddy Mercury.

Honderden voeten komen stampend in beweging op de houten tribunes: ‘We will, we will, rock you!’ Als ik rechtsta, kijk ik over de arena heen. Erachter stroomt stilletjes de Umatillarivier. Een vreemde naam als je er goed over na denkt want Umatilla is indiaans voor rivier.

Nez Perce indianen, Oregon

Let- ‘r- Buck!

De naam werd voor het eerst opgetekend door de ontdekkingsreizigers Lewis en Clark tijdens hun expeditie in 1804. Van Pendleton stroomt de rivier naar het westen waar ze uiteindelijk haar bijdrage zal leveren aan de machtige Columbia River die Oregon van Washington scheidt.

Om mij heen wordt uit volle borst geschreeuwd. Diezelfde borst waar zojuist nog de rechterhand op rustte bij het zingen van het Amerikaanse volkslied. Dan schiet éen van de chutes – de houten hokken – onder me los. Béng! Er wordt niet meer gerockt, er klinkt nog slechts één kreet: “Let- ‘r- Buck!” Cowboytaal voor: ‘Breng het wilde paard naar buiten en neem de uitdaging aan.’

Rodeo met zadel

De uitdaging is een wild trappend en bokkend paard dat de arena inschiet. Het dier stuift over de zandbaan die als een atletiektrack om het grasveld ligt. De cowboy op zijn rug is niet meer dan een lappenpop die op en neer gaat. Van voor naar achter en terug. Dan klinkt de bel. Het leek een eeuwigheid maar het waren slechts 8 seconden.

Op het scorebord boven ons hoofd verschijnen de punten. Er stijgt gejuich op. Hardy Braden uit Oklahoma heeft als beste gescoord op het onderdeel saddle bronc ride, de rodeo met zadel. “Deze gozer heeft dit seizoen al meer dan 100.000 dollar verdiend”, zegt een cowboy ietwat trots tegen de vrouw naast me. Hij houdt zijn Stetson even in zijn hand als een soort eerbetoon.

Pendleton

The last drop from his Stetson, doet het me aan denken. Deze Amerikaanse evenknie van het huilende zigeunerjongetje, laat een cowboy zien die knielt om zijn paard de laatste druppel uit zijn Stetson te laten drinken.

Ik had de afbeelding die morgen in de winkel gezien toen ik op zoek was naar een cowboyhoed. De Pendleton Round-Up, een vierdaags festival dat de verworvenheden van het wilde westen doet herleven, hanteert een dresscode. En niet één item daarvan maakt deel uit van mijn garderobe: button down shirt, jeans, cowboylaarzen, de rode zakdoek tegen het prairiestof noch de witte weinig buigzame cowboyhoed die ik met Texas associeer omdat ik opgroeide met JR uit de serie Dallas.

Bend Sparks Lake

Cowboys

“You’re off to the Round-Up?” had de verkoper gevraagd. Helemaal uit Nederland? Wow!” Hij was even stil geweest alsof hij de impact op zich in wilde laten werken. Toen nam zijn verkopersinstinct het over. Als ik zover gereisd had wilde ik toch zeker ook wel een prachtige indianenriem, een Pendleton paardendeken of een hondendrinkbak in cowboymotief?

Al meer dan een eeuw voert Pendleton, in het noorden van Oregon, de bezoeker tijdens de Round-Up terug naar het Amerika van het einde van de negentiende eeuw, toen grote hoeveelheden vee onder de hoede van cowboys naar locaties werden gedreven waar ze gemerkt, geslacht of onderzocht konden worden.

Lewis en Clark

Rodeo’s met en zonder zadel meten de vaardigheden. Mustangs, – de paarden, niet de auto’s – worden getoond, kalfjes met lasso’s gevangen en stieren bereden. De whisky in de cafés vloeit en de zadelverkoop in de eeuwenoude winkel van Hamley stijgt. Want een beetje cowboy rijdt niet op een zadel maar op een handgemaakte Hamley. Waar je al gauw zo’n 5500 dollar voor neertelt. Peanuts voor de man uit Oklahoma.

De geschiedenis van het Amerikaanse westen, zoals wij die kennen, begint met Napoleon die geld nodig heeft. Dus verkoopt hij zijn Louisianaterritorium in 1803 aan de Amerikanen. Voor die tijd lag de grens van Amerika bij de Mississippi, maar door deze aankoop werd het land waarover president Jefferson regeert in een klap verdubbeld.

Nez Perce-indiaanse

Het wilde westen bestond meer uit fictie dan uit feiten dus liet Jefferson een expeditie optuigen onder de bezielende leiding van Lewis en Clark om het noordwesten in kaart te brengen en te zoeken naar een opening naar de Stille Oceaan. De expeditie wordt gevolgd door pelsjagers, avonturiers en pioniers op zoek naar grond.

De geschiedenis van het westen zoals de Indianen die kennen is ouder en krijgt een treurige wending op het moment dat ze in contact komen met de blanken die naar het westen trekken. Anna, een Nez Perce-indiaanse, neemt even de tijd om haar verhaal te vertellen.

Umatilla-indianenreservaat

Ik loop haar tegen het lijf achter de arena van Pendleton waar zo’n 300 tipi’s een tijdelijk onderkomen vormen. Het zijn vooral de stammen van het Umatilla-indianenreservaat, ten oosten van Pendleton, die hier neerstrijken tijdens de Round-Up. Ook hun geschiedenis wordt herdacht.

“Het openleggen van het westen kostte mijn voorouders hun grondgebied”, vertelt Anna terwijl ze haar paard klaarmaakt voor de historische parade in de arena. “Aanvankelijk waren de contacten vriendelijk. We hebben zelfs de expeditieleden van Lewis en Clark van de hongerdood gered. Maar toen er in 1860 goud op ons grondgebied werd gevonden, was het gedaan. Terwijl iedereen westwaarts trok, werden wij oostwaarts verdreven naar een reservaat in Oklahoma. Veel van mijn voorouders stierven onderweg.

Tipi’s

Eens per jaar komen we hier samen vanuit de diverse reservaten. We eten en slapen in de tipi’s. Het is een moment om familie te ontmoeten, ons te wijden aan onze gebruiken maar ook om onze voorouders te herdenken. Ze wijst op een tipi waarvan alleen het skelet staat. “Een teken dat de familie in de rouw is.”

Even later rijdt het statige opperhoofd van de Cayuse indianen voorbij op een hoog bruin paard. “Tijd voor de ceremonie”, zegt hij tegen Anna.

Columbia River Gorge

De wereld van Pendleton met z’n cowboys en indianen vormt een groot contrast met het vrijgevochten Portland slechts drie uur rijden verderop. De route voert langs de Columbia River Gorge. Deze kloof is een van de topattracties van Oregon met zijn vele watervallen en natuurschoon, maar door een aantal bosbranden is een deel van de weg afgesloten. De zon is een feloranje bol in een asgrijze lucht.

Portland, de stad van de bruggen, is een aangename stad waar ruimschoots rekening wordt gehouden met fietsers en wandelaars. Het is een walhalla voor foodies met zijn talloze foodtrucks, restaurants en foodcourts.

Portland Oregon

Vrijdenkers

En het is ook een bolwerk van vrijdenkers. Na de verkiezing van Trump verschenen ineens overal teksten op ramen van winkels en restaurants: “We welcome all races, all religions, all countries of origin, all sexual orientation, all genders. We stand with you. You are safe here.”

De bordjes waren een reactie op Donald Trumps houding naar vrouwen, minderheden en zijn voornemen om moslims te weren en Mexicanen achter een muur te plaatsen. In Portland geen cowboyhoeden, wel homo’s die hand in hand hun hond uit laten langs de Williamete River.

Portland Farmers Market

Portland? “Granola!”, had mijn vriendin Tamara direct geantwoord toen ik haar vroeg hoe zij deze stad zou typeren. Zij streek hier vijfentwintig jaar geleden neer en zag de stad van een slaperige provinciestad groeien tot een hippe graag geziene stad die steeds meer Californiërs aantrekt. Niet in de laatste plaats vanwege de lagere huizenprijzen.

Granola, de harde variant van de muesli, had ik die morgen in mijn biologische yoghurt gehad. “Fietsers, milieufreaks, bio, veganisten, wijn, kunst en de wereldkeuken in alle soort vormen en maten gecomprimeerd in foodtrucks en oja vrije scholen”, sloot zij haar opsomming af. Een soort Zutphen dus, concludeerde ik.

Farm to fork

We hadden afgesproken op de Portland farmers market. De boerenmarkt. Hier slaan de restaurants in, hier komen de inwoners ontbijten en hun lokale producten kopen. Van farm to fork luidt de slogan.

Wil je milieubewust eten moet je geen aardbeien of tomaten willen in de winter. Dus kopen de meeste restaurants wat de boerderijen rond de stad aanbieden en passen hun menu daar op aan. Om me heen stonden kraampjes met biologische groenten in variaties die ik nog nooit had gezien: rode bospeentjes en paarse paprika’s. Dan was er bier uit een van de vele brouwerijen van Oregon en Pinot Noir uit de Williamete Valley onder de stad. Achter me vormde zich een rij bij het Portland Art Museum, befaamd vanwege zijn grote collectie indiaanse kunst.

Mount Hood

Ik was vanuit Amsterdam in een kleine 10 uur naar Portland gevlogen. Portland is een fijne stad om in aan te komen. In tegenstelling tot andere Amerikaanse steden waar je uren in de rij voor de douane moet staan, kun je in Portland vrijwel meteen doorlopen. Of ik meer dan 10.000 dollar had meegenomen was het enige dat de douanebeambte wilde weten. “Was het maar waar”, had ik geantwoord en toen werd ik toegelaten tot de VS. Hoe anders was dat voor de mensen die onder de Homestead Act van 1862 naar Oregon kwamen in de hoop op een beter leven. Maanden waren ze onderweg voordat ze met hun huifkar aankwamen in plaatsen als Fort Rock in het midden van de staat. Vijf jaar lang moesten ze het land bewerken en dan werden ze eigenaar.

Trilliam Lake

Ik besluit een bezoek te brengen aan die nederzetting en trek van Portland zuidwaarts. Het landschap is aanvankelijk vlak met hier en daar een houten huisje of een trailer. Het wordt uitbundig groen rond het Trilliam Lake. Naaldbomen rond smalle paadjes. Hier en daar dobbert een visser in een kano op het meer. Op de achtergrond Mount Hood met haar eeuwig witte top van sneeuw. Verder zuidwaart wordt het land geel en bruin. Het land van de Marlborocowboys. Maar het zijn indianen die ik zie als ik stop bij een benzinestation. Extreem dikke indianen die verveeld in een zak chips tasten.

Williamette Valley

“Wanneer inheemse volken van hun landen worden verdreven, verandert ook vaak hun dieet van proteïnerijk naar vetrijk, wat vaak diabetes tot gevolg heeft”, zal een verpleegster op Pendleton me vertellen als ik vraag waarom ze voorlichting aan indianen over diabetes geeft. De ziekte vormt een van de grootste doodsbedreigingen voor indianen. Het benzinestation ligt in het Warm Springs Indianreservaat, zie ik later op de kaart. Als ik westwaarts zou gaan, zou ik in de Williamette Valley terechtkomen. Hier liggen de wijngaarden van grote wijnhuizen als Ponzi Vinyards, beroemd om hun Pinot Noir. Maar ik ga zuidwaarts. Voor Redmond is het landschap vlak. Hier en daar een boom. Agrarisch gebied in de verte omzoomd door bergen. Ik word ingehaald door een auto vol opgezette dieren. De kop van een vos leunt op het open raam.

Smith Rock State Park

Niet ver van de weg ligt het Smith Rock State Park. Een geologisch cadeautje voor wie van klimmen houdt. Enorme basaltkliffen rijzen hoog boven de Crook rivier uit. Ik hou het bij lopen. Ik word ingehaald door een man in een ontbloot bovenlijf die hardlopend tussen de stijgende rotsen verdwijnt. Boven mijn hoofd worstelt een echtpaar met touwen aan een rots. Als ik na ruim een uur klimmen weer beneden ben en tegen een boom uithijg, wijst een vrouw me op een baby ratelslang niet ver van mijn voet. Van Redmond voert een weg oostwaarts naar het Ochoco National Forest. Hoewel het bos prachtig is, liggen de echte bezienswaardigheden net aan de rand ervan: Painted Hills en John Day fossilbeds. Geologische hoogstandjes. Tijd en erosie hebben iedere laag van de heuvels van een andere kleur hebben. Als de zon laag staat, staan de heuvels in brand. Het is stil hier.

Painted Hills

Ik overnacht die nacht in John Day aan de gelijknamige rivier. John Day, voor wie het zich afvraagt was niet bepaald een held. Hij kwam rond 1810 naar Oregon, waar hij als jager en stroper in dienst was voor de Western Fur Company. Op een dag werd hij door indianen van zijn bezittingen en zijn kleding beroofd en poedelnaakt achtergelaten. Het moet zo’n ongelofelijke indruk hebben gemaakt dat ze zowel de plek waar hij gevonden werd, als de rivier naar hem hebben vernoemd. Die avond, in de plaatselijke bierbrouwerij 1188 , word ik tijdens het eten afgeleid door een man met een T-shirt: White heterosexual christian. Any questions? Jazeker, denk ik. “Ik vraag me af wat ze in Portland van zo’n T-shirt zouden zeggen?” En ik vraag me af wat er met de Chinezen gebeurd is. Eind 19e eeuw, toen de goudkoorts begon, trokken vele Chinese migranten naar John Day. Ze werden als tweederangsburgers behandeld en hadden nauwelijks rechten.

John Day

De Chinese gemeenschap was al geruisloos verdwenen, toen iemand zich de wens van Ing Hay herinnerde om van zijn woonhuis een museum te maken. Het Wah Chung & Co. Museum kwam er. Na het eten is John Day verlaten. Geen Chinees, zelfs geen witte heteroseksuele christen, kom ik tegen als ik de weg afloop naar de supermarkt. In de rij voor de kassa sta ik achter een vrouw die wordt aangesproken met Beth. Ze wordt geholpen door John, zo lees ik op zijn naamkaartje, die nauwgezet haar boodschappen in papieren zakken verpakt. Ze is net terug is van een vakantie in Cannon Beach, vertelt ze John.

Cannon Beach

Cannon Beach is een badplaats aan de prachtige kust van Oregon. Bekend vanwege Haystack Rock, een monoliet die 72 meter boven het strand uitrijst. De kust is een aaneenrijging van rotsen die boven de kust uittorenen en rotsformaties die bij eb weerloos op het strand liggen. Tel daar bij op nog wat riviertjes, pijnboombossen en duinen en je hebt de meest perfecte stranden ooit. En dan heb je nog niet eens de grijze walvis gespot. Maar John is het niet met haar eens. Er is maar een soort vakantie waar een man van opknapt en dat is van jagen in de bossen van Oregon. Morgen mag hij weer. Dan zijn de herten in de Strawberry Mountains hun leven niet langer zeker. Ik hoop maar voor John dat hij niet als zijn naamgenoot op een groepje Indianen stuit.

Bend

Van Redmond voert ook een weg zuidwaarts. Naar Bend. De grootste speelplaats van het westen voor wie van outdoor en natuur houdt. Gelegen in een bergachtig woestijngebied. Voor wie niet van outdoor houdt, is er craftbier in de Deschutesbrouwerij. Ik kies echter voor water. Niet om te drinken maar om te kajakken. Op Sparks Lake, aan de voet van de Three Sisters Wilderness. Drie vulkanische toppen die onderdeel uitmaken van de Cascade Mountains die langs de hele westkust van de Verenigde Staten lopen. Terwijl de kajak door het water glijdt, zie ik hier en daar tussen de bomen een tentje.

Fort Rock

Ik denk aan de pioniers die van het oosten naar het westen trokken. Zo zag het land er uit voor het westen bewoond werd, denk ik. Het is doodstil op het gespetter van mijn peddel en wat geritsel van herten aan de oever na. Boven me zie ik het sterrenbeeld Zwaan tegen de donkere hemel. Naast me zit de gids met bier en koekjes. Een betere combinatie is er niet. De volgende morgen ga ik nog iets zuidelijker. Het landschap wordt weer vlakker. Geel en bruin maken plaats voor grijsgroen en het geel van de rabbitbrush. Een lage plant die het land in vuur en vlam zet. Hier trokken Fred Stratton en zijn vrouw Hanna met hun zonen vanuit Michigan naar toe aan het begin van de twintigste eeuw.

Homesteaders

Homesteaders die hoopten na vijf jaar eigenaar van een stuk grond te worden. Een vreemde plaats om te settelen bedenk ik als Fort Rock ineens uit de droge vlakte opdoemt. Fort Rock is oneerbiedig gezegd Oregons grootste steen. Een rode vulkaan die zich omhoog duwt uit het grijze landschap. Ik loop de huizen in die nu onderdeel vormen van het openluchtmuseum. Er is de woning van dokter Thom die honderden baby’s van pioniers ter wereld bracht, een kerkje, een school, een molen en wat huizen allemaal gegroepeerd rond een waterput en een tuin.

Pendleton Round-Up

Het ziet er prachtig uit in zijn houten eenvoud en met die gele bloemen, maar kan ik kan het gevoel maar niet van me afschudden dat het iets treurigs heeft om zover te trekken om dan hier in een droog gebied bij een gigantische steen te zitten. Blijkbaar ben ik niet de enige want in een van de boeken van het museum lees ik dat veel homesteaders het tot hun verbazing een zwaar leven vonden en de meesten rond 1920 weer vertrokken waren.

Carrie Underwood

Ook voor mij is het tijd te vertrekken: naar Pendleton. Als ik na afloop van de historische parade ’s avonds in de Rainbowbar me nog even tussen de cowboys meng, klimmen twee cowgirls op de kruk naast me. Hun cowboyhoeden bengelen op hun rug. Uit de speaker verhaalt countryzangeres Carrie Underwood, over een vriendje dat haar vermoedelijk aan het belazeren is. “Ik ben zo gelukkig”, vertrouwt de vrouw naast me haar vriendin toe. “Ik heb voor het eerst een vriend die me niet slaat.” Ik laat me van de kruk afglijden en bedenk dat Underwood daar eens een cowboyliedje over zou moeten maken! Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Shutterstock  

Meer over Oregon:

Overnachten in Oregon:

In Bend:

In John Day:

In Pendleton:

Wij lazen voor deze reis:

Share at:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omdat je van verhalen houdt…

Omdat je wel wil lezen, maar niet steeds wil kijken of er al een nieuw verhaal is. Laat je e-mail achter en je krijgt een nieuw verhaal gewoon in je brievenbus.