‘Hey yo!’ Als ik omkijk, zie ik hoe een pitbull een man over het grindpad voortsleurt. Ik had ze niet horen aankomen, verdiept als ik was in een podcast waarin journalist Danny Ghosen werd geïnterviewd over de rellen in Rotterdam.
Ghosen, van Libanese afkomst, was kort na het ingaan van de avondklok naar buiten gegaan om wat jongeren te ondervragen, maar was al snel door de ME tegen een muur gekwakt. Uit angst te worden neergeknuppeld, had hij er maar van afgezien zijn hand in zijn broekzak te stoppen, om zijn perskaart tevoorschijn te toveren.
Rellen Rotterdam
Liever luisteren?
‘Vond je dat heftig?’ vroeg de interviewer aan de man die doorgaans verhalen maakt op plekken waar de doorsneeburger niet komt: narcoticawijken in Napels, kapotgeschoten steden in Syrië en nu dus Rotterdam. “Ja’ antwoordde de journalist, ‘omdat het zo onvoorspelbaar was.’
‘Hey yo!’
Het pad over de verdedigingswal rond de Hanzestad, waar ik met mijn hond op voortsukkel, was tot voor kort ook een plek die de doorsneeburger schuwde. Wortels van eeuwenoude eiken lonkten er naar de lucht. Wie omhoog durfde kijken, lag al snel languit, een voet achter een boomwortel gehaakt. Op droge dagen staken er zelfs stenen uit de aarde, op natte dagen lag er een poel van modder.
Voor rollators, rolstoelen en kinderwagens was het een no-go area. Ik vond het fijn zo. Ongetwijfeld zou het de 17e -eeuwse ontwerper Menno van Coehoorn ook deugd hebben gedaan. Doel van een vesting is toch de mens zoveel mogelijk op afstand houden.
Toerisme
Maar het stadsbestuur dacht daar recentelijk anders over. De natuur is tenslotte van iedereen en het zou het toerisme een impuls geven als het pad ruim toegankelijk werd.
Dus plempten ze tonnen grind tussen de eiken, de vlieren en de kastanjes, knalden er een betonnen bankje tussen en het moet gezegd: het werd een daverend succes. Als je tenminste van mening bent dat een ultieme grindbeleving de overwinning op de natuur rechtvaardigt.
‘Hey yo! Bord niet gezien?
Menno van Coehoorn
De man achter de hond wijst naar de toegang van het pad waar niet alleen wordt uitgelegd wie Menno van Coehoorn is, maar waar ook duidelijk wordt gemaakt dat alleen aangelijnde honden in het grind mogen spelen.
Ik haal m’n schouders op. Burgerlijke ongehoorzaamheid is belangrijk in een democratie las ik ergens. Even later stuift de pitbull voorbij en staat zijn baas dichter bij me dan de verlangde 1,5 meter.
‘Zeg trut, kan je niet lezen?’ In mijn oor is Danny inmiddels naar Beiroet verkast waar ook rellen woeden. ‘Mensen hebben zoveel opgekropte emoties. Bij ons in de Arabische cultuur verzwijgen we dat.’
Arabische cultuur
De man naast me komt duidelijk niet uit de Arabische cultuur. “Hey trut, ik vroeg je wat? Staat jouw soort soms boven de wet?’ Een klodder DNA-materiaal belandt naast m’n voet. ‘Tering’, zegt hij nog en dan trekt zijn hond hem voort.
Tering op z’n Achterhoeks klinkt als Ting.
Danny is inmiddels terug uit Beiroet. Op straat in Nederland gedijt hij het beste, vertelt hij. Beetje ingewikkelde mensen, beetje ingewikkelde verhalen, dat vormt zijn uitdaging.
Als ik de bocht om ga, zijn de man en zijn hond verdwenen. Alsof het grindpad ze heeft opgeslokt.
Bloed
Dan zie ik onderaan het talud beweging. Het is de man. Hij hinkt.
Van zijn hond geen spoor.
Kennelijk is hij pootje gehaakt door een wraakzuchtige wortel en van de wal naar beneden gekukeld.
Door een gat in zijn broek sijpelt bloed.
‘Hé eikel, houd je hond eens bij je.’
Aan het eind van het pad houdt een man met een petje woedend de woeste pitbull in bedwang.
Even overweeg ik Danny te bellen.
Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Jon Moore
Dank voor het mij laten lachen deze ochtend! Mannen met pittbulls, daar zijn vast studies naar gedaan.
Graag gedaan! Mannen met pitbulls zijn ook zo humorloos.
Vreselijk naar om te lezen, vind ik dit verhaal. Het leest als een kruiswoordpuzzel. Zoveel losse eindjes. Een lang touw met kersverse vlaggetjes die te lang blijven wapperen in de lucht…. stad… Rotterdam… Libanon… Hanzestad… verkeerd politiek besluit over bedekking van de grond met grind… De ik-figuur, die wandelt, krijgt niet de kans te wandelen in het hoofd van de lezer.
Schrijfadviezen
-(journalistiek) zeg alles wat je zegt minstens twee keer hetzij expliciet hetzij impliciet
-zorg ervoor dat oogbewegingen, leesritme en begrijpritme merr parallel lopen
-brei, waar dat nodig is, meer syntactische wol door de zinnen heen of ertussen
-probeer niet aan mooischrijverij te doen, niet met beelden en met woordkeuze
-ga als oefening drie kronkels, ja Kronkels, drie willekeurige Carmiggelt stukjes, drie keer elk traag lezen. Maak tijdens de eerste keer lezen steeds voorspellingen over het vervolg. Probeer je te ergeren aan de maker erachter (hihi, is moeilijk). Wijs met potlood aan waar de auteur ‘ruimte’ aan het scheppen is, waar zijn beschrijvingen puur bedoeld zijn om de data of ingrediënten te presenteren van personen, plaatsen en sferen. Verbeeld je dat je de auteur bent, dat jij in plaats van hem naast die cementmolen staat, waarin die maar zo weinig zand, cement, water en grind hoeft te scheppen, en waarbij die molen maar zo kort hoeft te draaien. Maar elf of misschien zeventien beginregels lang. Van goede voorbeelden kun je leren, misschien zoals in het middeleeuwse gildesysteem. Doen, oftewel toepassen, is verboden, toekijken verplicht.
KORTOM: analyseer de zogenaamde ‘what-if’ structuren en let op alle taalverschijnselen.
.—–Kees Stoffels, ontwikkelingspsycholoog (heeft nog nooit iets literairs gepubliceerd)
Dank Kees, zo ken ik je weer.